Gebruiker:BloemenV/Kladblok






Jannetje Ringlever * 22-01-1925 Rotterdam (ZH) ‧ Jannetje verspreidde onder andere de illegale kranten Trouw en Het Parool en vervoerde wapens voor de verzetsgroep van haar verloofde Bastiaan de Wit (1920) waarmee ze in het huwelijk trad op 07-03-1945. Ook hielp ze bij de opvang van geallieerde piloten.

Bron: Trouw, 26-1-2024; Burgerlijk stand Rotterdam, gezinskaart, WieWasWie https://www.geni.com/projects/Koeriersters-van-het-verzet-40-45/2838063#R



Foto maken van woningen waar ACOB op staat in Steve Bikoplein

Amsterdamsche Coöperatieve Onderwijzers-Bouwvereeniging (ACOB)

bewerken

Woningstichting ACOB was een woningbouwvereniging in de Nederlandse hoofdstad Amsterdam. Net als veel andere woningbouwverenigingen werd deze aan het begin van de 20ste eeuw opgericht om onderwijzers betere huisvesting te kunnen bieden. Deze vereniging stelde zich als doel ###########

Geschiedenis

bewerken

Oprichting

bewerken

Op 2 september 1905 besluiten enkele Amsterdamse onderwijzers hun krachten te bundelen door een eigen woningbouwvereniging op te richten.

verder nog invullen ####

In het jaar 2000 fuseerde de ACOB met de woningbouwvereniging Ons Belang. In 2002 ging de gefuseerde stichting op in Eigen Haard (woningcorporatie)[1].



geplaatst----14okt24--------------------------

Een autocoureur -oorspronkelijk autorenner genoemd- is een sporter die in de autosport de raceauto bestuurt tijdens een wedstrijd of kampioenschap. Verschillende disciplines als rally, Formule 1 en andere snelheidsraces of uithoudingsraces in de autosport vragen verschillende kwaliteiten van de betrokken autocoureurs.

Zolang er automobielen bestaan, heeft men wedstrijden over de hele wereld georganiseerd om te zien welke bestuurder met welke auto de snelste of de beste waren. Dat begon al in de periode van 1930 tot 1940. De bestuurder moest daarbij wel meer dan gewone rij-eigenschappen hebben, zoals kracht, moed en uithoudingsvermogen. Zoals bij elke sport waren die winnaars weer het voorbeeld voor anderen in rij-stijl en reactie-vermogen. Die winnaars streefden er dan ook naar om bestaande wereldrecords, vooral ten aanzien van tijd en snelheid, telkens op nieuw weer te verbeteren. Het was daarbij van groot belang dat de autocoureur zeer snel, zeer deskundig en vooral op een sportieve wijze de raceauto moet kunnen beheersen. De auto waarmee zij die records vestigden was dan ook van cruciaal belang. Zo ontstond dan ook een nieuw type auto, namelijk de raceauto, gericht op prestatie die verder ging als de autosport.

De populariteit van de autosport was voor de autocoureur beslist niet zonder gevaar en leidden vaak tot zeer ernstige ongelukken. ############ tot hier ###########


Arbeidsrecht

De vijf wettelijke bepalingen met betrekking tot de arbeid zijn: Aan welke regels moet mijn werkgever zich houden bij een arbeidsovereenkomst? Het Burgerlijk Wetboek (BW) ... De Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. ... De Arbeidstijdenwet (ATW) ... De Arbeidsomstandighedenwet. ... De Wet arbeid en zorg. ... en verder ook de Wetgeving over gelijke behandeling en de Europese wetgeving

link: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/arbeidsovereenkomst-en-cao/vraag-en-antwoord/waaraan-moet-mijn-werkgever-zich-houden-bij-een-arbeidsovereenkomst


Arbeidswet, zie de link: https://wetten.overheid.nl/BWBR0028202/2022-01-01

Nog wel de link leggen met krantenbericht in het boekje Arbeidswet 1919


geplaatst----26okt24--------------------------

Arbeidswet

bewerken

De arbeidswet is de eerste wet op het gebied van de regelgeving rondom het begrip arbeid. Het geeft de algemene bepalingen ten aanzien van de arbeidsduur, de werk- en rusttijden en de bijzondere verlof en/of feestdagen. De wet biedt ook de bescherming aan bepaalde groepen werknemers, zoals de jeugdigen, ouderen en zwangeren. Zo is de oudste wet rondom arbeid, het verbod van kinderarbeid, hierin opgenomen. De eerste droeg de naam Arbeidswet 1889, die werd later herzien en kreeg de naam Arbeidswet 1919. De wet is –in actuele versie- thans bekend onder de Arbeidswet 2000 BES[2]

Geschiedenis vóór de invoering van de Arbeidswet

bewerken

Als gevolg van de industrialisatie, de bevolkingsgroei en de trek naar de grotere steden –daar was immers werkgelegenheid- ontstond er een bepaald maatschappelijk probleem rondom de inzet van arbeiders of werklieden. Dat werd onder meer veroorzaakt door de slechte werk- en woonomstandigheden, zoals angst voor werkloosheid, ziekte en pijn en de daarmee samenhangende arbeidsongevallen. Voor land- en fabrieksarbeiders, zowel mannen, vrouwen en kinderen, waren bijvoorbeeld werkdagen van twaalf uur geen uitzondering. Soms bleef de arbeid beperkt tot bepaalde seizoenen, zoals aardappelen rooien, wat veel onzekerheid bracht voor de rest van het jaar. Ook waren er werklieden die in hun woning werkten met het hele gezin, zoals tabak strippen of erwten bewerken, wat zich ontwikkelde als huisarbeid. Als gevolg daarvan werden er lokalen geplaatst, zodat men niet meer thuis -in hun krot- of kelderwoning- hoefden te werken. Verschillende arbeiders werden bij elkaar geplaatst om geheel of ten dele dezelfde arbeid te verrichten. Wat de één wel kon tillen, lukte de ander nauwelijks, het bij elkaar plaatsen van arbeiders leidde tot een nieuwe werkomgeving waarbij alleen maar aandacht was voor de productiviteit van de arbeider. Door de opkomst van elektriciteit en stoommachines werden in die lokalen de eerste machines geplaatst, waardoor de eerste fabrieken ontstonden. Het lawaai nam enorm toe en rusttijden werden beperkt voor het nuttigen van voedsel en de gang naar de toilet. Kortom, allemaal slechte omstandigheden waarbij weinig of geen sprake was bescherming voor de arbeider als kind, als man of vrouw, er was totaal geen aandacht voor de werkende mens. Vooral de arbeid door kinderen werd opvallend zichtbaar door de opkomst van de aandacht voor het kind vanuit de geneeskunde en het onderwijs. Op initiatief van Samuel van Houten moet de Kinderwet van 1874 hier verbetering in brengen. De wet, geïnitieerd door het liberale kamerlid Van Houten, verbiedt fabrieksarbeid voor kinderen onder de twaalf. Zij mogen nog wel thuis en op het veld werken. Oudere kinderen zijn daarmee niet aan werken ontsnapt. De controle op de naleving van die Kinderwet is gebrekkig, zodat kinderarbeid in de praktijk nog lang bleef bestaan. De bouw van de scholen en de invoering van de leerplicht in 1901 brengt hier zichtbaar verbetering in. Door de zware arbeid, inademing van giftige dampen en werken bij extreme temperaturen werden veel arbeiders niet ouder dan dertig jaar.

parlementaire enquête

bewerken

De naleving van de allereerste sociale wet, de voornoemde Kinderwet van 1874, werd in beperkte mate opgevolgd. Dat leidde ertoe dat er door de volksvertegenwoordiging uitvoerige discussies gevoerd over de bemoeienis van de overheid met betrekking tot de arbeid. Daarbij kwam ook het recht van de volksvertegenwoording naar voren om een parlementaire enquête te houden. Dit leidde dan uiteindelijk tot de opdracht voor de uitvoering van een parlementaire enquête naar de toestand in fabrieken en werkplaatsen in 1886-1887. Eén van de vragen in die enquête luidde: "Hoe is de toestand van fabrieken en werkplaatsen hier te lande, met het oog op veiligheid, gezondheid en het welzijn der werklieden?".

Wet- en regelgeving

bewerken

Bovenstaande enquête was uiteindelijk mede de aanzet tot de Veiligheidswet 1895 en de Arbeidswet 1889. Deze eerste Arbeidswet werd in 1911 door de praktijkervaring geheel herzien, mede op aandringen voor de dan opkomende vakbonden. Daarin wordt onder meer vastgesteld dat men niet langer mocht werken dan tien uur per dag en maximaal 58 uur per week. Acht jaar later wordt de Arbeidswet opnieuw geheel herzien, ingaande van 1919, onder de naam Arbeidswet 1919. Bij die wijzigingen werden vooral de werk- en rusttijden nader beschreven. Vanaf die tijd mogen jeugdigen onder 18 jaar niet meer op de zondag werken, evenals de vrouwen. Ook werd daarin geregeld dat er op de zaterdagmiddag ná 13.00 uur een verbod kwam op reguliere arbeid, de zogenoemde vrije zaterdagmiddag. Het Arbeidsbesluit 1919 bevatte nog veel méér beperkingen ter bescherming van bepaalde groepen. In de periode die daar op volgde kwam ook het Werktijdenbesluit voor winkels (1932) tot stand, later gevolgd door het Werktijdenbesluit voor fabrieken en werkplaatsen (1936) en het Werktijdenbesluit voor kantoren (1937). In deze Werktijdenbesluiten kwam dan ook een regeling voor overwerken.

Wetswijzigingen en besluiten

bewerken

In de jaren daarna werd de wet- en regelgeving ook steeds door aanpassingen gewijzigd, waarvan de wijzigingen bij Koninklijk Besluit werden vastgesteld en gepubliceerd in het Staatsblad. Die aanpassingen belemmeren dan wel weer -in die tijd- een juiste toepassing van de wet. Om die reden ontstonden er schriftelijke boekwerken waarin de artikelen nader werden toegelicht door een -vaak juridisch geschoolde- schrijver. In de jaren die daar op volgden ontstonden nog veel meer wetten en regelgeving op het gebied van de arbeid, zoals de Phosphorluciferwet van 1901, de Caissonwet van 1905 en de Steenhouwerswet van 1911. Naast de voornoemde wetgeving -en dat geldt voor alle wetten- zijn er ook méér gedetailleerde beschrijvingen van een wet, vastgelegd in een Besluit. Dat besluit draagt dan dezelfde naam als de wet die er in beschreven wordt. Zo is de Arbeidswet nader beschreven in het Arbeidsbesluit.



bron https://www.arboportaal.nl/externe-bronnen/arbocatalogi

Volgorde hierna = |- return | naam en ref || event.toelichten |-


Branche toelichting
AGF detailhandel[3] Aardappelen, groenten en fruit
Afbouw[4] onderdeel CAO Afbouw, óók met de beroepen
Afvalbranche[5]
Akkerbouw en vollegrondsteelt[6]
Ambulancezorg[7] aanklikken voor Pdf-file
Ambulante handel[8] catalogus is onderdeel RI&E
Architecten[9]



BRON 1: https://www.geni.com/projects/Koeriersters-van-het-verzet-40-45/2838063#Z doorscrollen naar Zwerver. Deze bron benoem ik als eerste in het kader van Bronnen, noten enz. Is dat okay?

BRON 2 uit Oorlogsverhalen, zie https://oorlogsverhalen.com/landen/nederland/ en dan helemaal naar de letter Z, naar beneden scrollen, Melle en Mina Zwerver. Dan zie je rechts een vierkant kader met Copyright. Je ziet dat ik het oorlogsverhaal niet letterlijk heb overgenomen. Moet ik die toch wel benaderen voor een accoord? Ook terwijl Melle jr en Mina de tekst op oorlogsverhalen hebben geplaatst om het te delen?

verdere bronnen van Genealogische aard. Straatnaam gecontroleerd en hieronder verbeterd.



concept voor Wikipedia-----geplaatst-------

Anje Zwerver

bewerken

Anje werd geboren op 30 september 1926 te Winsum - overleden 14 april 1945 te Slochteren (dorp). Zij werkte onder meer als koerierster mee aan het Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog en werd daarbij geïnspireerd door haar twee broers. Anje woonde bij haar ouders in Winsum en ging daar naar school. Daarna ging zij werken in een betrekking als dienstbode.

Bevrijding Slochteren

bewerken

Anje werd vanaf medio 1944 -op 18-jarige leeftijd- koerierster voor de Landelijke Knokploegen. De afstanden op het platteland waren groot. Zo was Anje op 14 april –ruim 30 km. vanaf haar woonplaats- met enkele anderen ondergedoken in een vrijstaande woning aan de Noordbroeksterweg in Slochteren. De geallieerden zijn dan inmiddels in Slochteren gearriveerd. De woning werd daarom verlaten, want men voelde zich door hun komst veilig. Er ontstond dus enerzijds een feestelijke stemming met juichende mensen die de bevrijders willen verwelkomen en anderzijds wordt er even verderop nog steeds gevochten tussen de geallieerden en een Duitse legereenheid. Het werd een chaotische situatie[10]. Toen ze op een Canadese tank mee mocht rijden, klom ze daar meteen bovenop. Die werd echter –vanwege de voornoemde gevechten-door vliegtuigen beschoten en ook deze tank werd geraakt. Anje is daarbij op deze dag -waar vol vreugde naar uit werd gekeken- op 18-jarige leeftijd op 14 april 1945 om het leven gekomen. Zij is begraven in een oorlogsgraf op de Algemene Begraafplaats Schilligeham te Winsum, in de gemeente Het HogelandGroningen.

Thuissituatie

bewerken

Haar ouders, Melle Zwerver (19 januari 1894 – 16 juli 1965) en Roelfke Wendelaar (30 augustus 1899 – 22 februari 1987) traden op 25 mei 1918 te Winsum in het huwelijk. Melle was brander in de Steenfabriek (1804 – 1984) van de Firma N. Mees, later de Steenfabriek v/h Fa. N. Mees (1918 – 1975) aan de Lombok(weg). Uit dit huwelijk vijf kinderen geboren. Deze zijn: Rienk, geboren 20 november 1918 te Winsum – overleden 10 april 1945 te Norg (gevonden op die dag in een massagraf, waardoor de overlijdensakte pas op 22 augustus 1945 werd opgesteld); Melle jr. 17 april 1922 – 16 september 1966; Meint, 24 december 1922 te Winsum – 10 april 1945 te Norg (gevonden op die dag in een massagraf, waardoor de overlijdensakte pas op 22 augustus 1945 werd opgesteld); Anje, 30 september 1926 te Winsum – 14 april 1945 te Slochteren en tenslotte Mina, 1939 te Winsum (zij plaatste met Melle jr. de informatie op de website oorlogsverhalen.com/landen/nederland/).

Ook haar broers Rienk en Meint waren actief in verzet, werden gearresteerd en verloren het leven als oorlogsslachtoffers. Zie verder onder voornoemde website oorlogsverhalen.


WINSUM

Aardrijkskundig woordenboek Nederland door P.H. Witkamp, uitgave Scheltema & Holkema te Amsterdam, 1877.

https://www.cbs.nl/nl-nl/maatwerk/2024/11/kerncijfers-wijken-en-buurten-2023 of met tekst: In 2023 telde het dorp 7.525 inwoners.[12]

WvB ---------------AMSTEL HOTEL----------

Het Amstel Hotel (officieel InterContinental Amstel Amsterdam) is een luxueus hotel in Amsterdam. Het gebouw staat aan het Professor Tulpplein 1, aan de Amstel, vlak bij de Sarphatistraat. Het hotel was de eerste logeergelegenheid op internationaal niveau in Amsterdam. Het was in 2006 nog steeds het enige Nederlandse hotel in de hotelclassificatie van het gezaghebbende 'World's Best Hotels' van het beleggerstijdschrift Institutional Investor. Het Amstel Hotel stond in die lijst op de 44e plaats.[13]

Het Amstel Hotel was onderdeel van de hotelketen InterContinental Hotels die het in 2006 verkocht aan Morgan Stanley. In 2011 werd het eigendom van de Libanese


2e deel --------------------

Geschiedenis

bewerken
 
Het Amstel Hotel omstreeks 1923

Het U-vormige gebouw kwam tot stand in opdracht van Samuel Sarphati (1813 - 1866) in 1863. De bekende arts Sarphati wees de gemeente Amsterdam enerzijds op de behoefte aan een groot eerste klas hotel voor de stad, en wilde anderzijds de werkloosheid tegen gaan met dit aanzienlijke bouwproject. Het hotel werd ontworpen door Cornelis Outshoorn (1812 - 1875), de architect van het Paleis voor Volksvlijt en de eerste architect in Nederland van een dergelijk luxe hotel. De gevelindeling is goed te vergelijken met het stadhuis van Parijs van 1949. De oorspronkelijke hoofdfaçade was gepland aan de boulevard, die nu Sarphatistraat heet, maar is vóór de bouw een kwartslag gedraaid met het uitzicht op de Amstel en het Paleis voor Volksvlijt. Daarvoor was op die plaats het Ooster-Blokhuis, één van de bolwerken van de 17e eeuwse vestingwerken van Amsterdam rondom de stad. Deze ligging werd tevens gekozen door de nabijheid van het Weesperpoortstation. Ondanks problemen met de financiering -mede door het overlijden van de opdrachtgever- werd in maart 1866 de Amstel Hotel Maatschappij opgericht, waarna op 26 april 1866 de eerste steen wordt gelegd. De bouw voorloopt spoedig en het hotel wordt in de zomer van 1867 in gebruik genomen. Hoewel in de oorspronkelijke bouwplannen vier vleugels waren voorzien, is het bij één vleugel gebleven. Aanvankelijk werd er gebruik gemaakt van gasverlichting, maar in 1892 volgt de eerste verbouwing waarbij in het hele hotel elektricteit wordt aangelegd. In 1899 volgt opnieuw een verbouwing, waarbij de zijvleugels met één verdieping worden verhoogd, waarna nog enkele andere verbouwingen hebben plaatsgevonden. Daarbij verdween dan wel heel veel van de inventaris -zoals het asbakje op bijgaande foto- wat vaak geveild wel ten gunste van goede doelen. In 1992 wordt het hotel opnieuw -na een twee jaar durende verbouwing- heropent. Het Amstel Hotel is anno 2012 een vijfsterrenhotel met 55 kamers en 24 suites. Verder zijn er een bar, een brasserie, een restaurant, een fitnessruimte en een zwembad, dat ook door buitenstaanders gebruikt mag worden.

De Grand Hotels van Amsterdam -opkomst en bloei sinds 1860- door B. Vreeken en E. Wouthuysen, uitgave Sdu Uitgeverij - Den Haag, 1987, Den Haag.


geplaatst------------------------------

Helena Maria Adema

bewerken

Helena werd geboren op 6 mei 1922 Bolsward, dochter van de slager Adema (8 juni 1890 te Bolsward) en Geesbertha de Jong (27 maart 1895 te Sneek). Zij werkte onder meer als koerierster mee aan het Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog.

Zij had vijf broers en vijf zusters. Het gezin verhuisde in 1924 naar de Schrans 4 te Huizum, bij Leeuwarden . Helena was koerierster van een communistische illegale groep. Zij bezorgde in Drachten, Opeinde en omgeving de illegale blaadjes en de bonkaarten. Bovendien vonden in het ouderlijk huis onderduikers onderdak. In het begin van 1945 deden de Belgische Rexisten (een fascistische politieke stroming uit België) een inval in deze woning, welke inval echter goed afliep. Helena werd door één van hen bedreigd, de heer Van Opdebeek, aan wie zij de namen verschafte van vijf illegale werkers, een willekeurige greep uit deze groep. Drie hunner werden niet opgepakt, de andere twee werden wel opgepakt, maar spoedig weer vrijgelaten. Helena verklaarde later dat ze vriendschap met de Rexist Opdebeek sloot om een Ausweiss voor haar broer te krijgen. Na de oorlog is zij hiervoor berecht en gevangen gezet van 19 mei 1945 tot 10 december 1946.

Eventuele aanvulling, indien nodig: Alleen vrouwen van wie de betrokkenheid bij Trouw voldoende is aangetoond, zijn opgenomen in het overzichtsartikel. Dat betekent dat ze worden genoemd in ten minste twee historische bronnen, of in bronnen waarin ze zelf vertellen over hun werk voor de illegale Trouw.



geplaatst--------------------


Een vrouwenboekhandel is een bedrijf waar men boeken kan kopen die voor-, door- en over vrouwen geschreven zijn, met betrekking tot onder meer de onderwerpen emancipatie en feminisme. Een vestiging van een dergelijk gespecialiseerde boekhandel heet een vrouwenboekwinkel. In de praktijk zijn 'vrouwenboekhandel' en 'vrouwenboekwinkel' min of meer synoniemen.

Ontwikkelingen over de opkomst van de vrouwenboekhandel

bewerken

De vrouwenboekhandel ontstond eerst in de Verenigde Staten, zo rond 1970, die genoemd werden naar één van voornoemde onderwerpen: de eerste feministische boekhandels. In de periode die daar aan vooraf ging ontstond opnieuw een golf van aandacht voor het feminisme, ook wel de tweede feministische golf genoemd. Daarbij was ook behoefde aan literatuur en documentatie over het onderwerp feminisne, maar ook andere onderwerpen zoals emancipatie, sexualiteit en sexueel geweld. Na 1990 ontstond de derde feministische golf en in de periode daar tussen ontstonden in verschillende landen vrouwenboekhandels.

De opkomst van de vrouwenboekhandel in Nederland

bewerken

In 1974 werd de eerste vrouwenboekhandel in Nederland –genaamd de heksenkelder- geopend aan de Oude Gracht 261 te Utrecht. Daarbij werd meteen ook een vrouwencafé (kroeg) –genaamd De Heksenketel- geopend, omdat bij het verwerven van literatuur en documentatie ook veel gespreksstof opleverde. Daar was tevens een ruimte voor vergaderingen van emancipatiegroepen, exposities van kunstenaressen en andere activiteiten. Het doel van de bedrijfsvoering was de ‘emancipatie van de mens’. Dat ideaal was algemeen geformuleerd, maar lesbianisme speelde een centrale rol in hun feminisme. In 1984 werd -na een verhuizing- de naam van de voornoemde heksenkelder gewijzigd in Savannah Bay. In 1976 werd de tweede vrouwenboekhandel geopend in Amsterdam onder de naam Xantippe en daarna volgden er nog enkele vrouwenboekhandels in andere plaatsen.



Eisen voor Bedrijfkleding


 
Reclameplaat Molyn en Co te Rotterdam

In 1828 werd in de 1e Lombertstraat 123 te Rotterdam door kunstschilder en ondernemer François Adriaan Molyn Dzn. (1805-1890) een verffabriek voor scheepsverven opgericht. De oude benaming van het beroep schilder, dat is verwer, worden in die periode vaak -bijvoorbeeld bij de Burgerlijke stand- door elkaar gehaald. Daar kwam verandering in door de leer van Lambertus Simis (beschreven onder kladschilder), die Molyn zich eigen maakte. Van 1830 tot 1855 werkte Molyn samen met zijn compagnon C.C.A. van Wijk als de firma Molyn & Van Wijk. Het bedrijf exporteerde naar Oostenrijk, Duitsland en Scandinavië. Op 25 maart 1853 te Rotterdam werd zijn zoon François Adriaan Molijn Jr. geboren en was er dus opvolging binnen de familie mogelijk. In 1855 beëindigde de samenwerking met Van Wijk van rechtswege en veranderde hij de naam van zijn bedrijf dat jaar in Molyn & Co. Dat gaf een bredere grondslag waarmee ook anderen als vennoot mede deelnemen in de leiding van het bedrijf. Dat zijn -naast Molyn Dzn- de heren J. Hool, W.F. Zetteler (1820 - 1884) en L. Buysman. Het hoofdkantoor blijft dan aan de Hoogstraat, wijk 11, nr. 247 en de fabriek is dan in Crooswijk, wijk 13, nr.1074. In 1886 komt de zaak onder leiding van Molijn Jr (geb.1853). In 1894 wordt het bedrijf gesplitst in twee delen: de productie voor japans lakwerk werd ondergebracht in NV Mij. De Veluwe waarmee Molijn Jr. dan verder gaat. De vernisproductie en verffabriek werd voortgezet door Molyn & Co, op dat moment reeds onder leiding van W.F. Zetteler (1820 - 1884). Het is deze Molyn & Co die in 1953 het predicaat "Koninklijke" verwierf.

Persoonlijk

bewerken

François Adriaan Molyn werd geboren op 17 februari 1805 te Rotterdam als zoon van Daniël Molijn en Maria de Klerk. Hij werd 24 februari 1805 gedoopt in de Gereformeerde Oosterkerk te Rotterdam (gesloopt in 1930). De naam Molijn is dan al -vóór 1660- een oud-Rotterdams geslacht die raakvlakken heeft met verf. Hij trad op 2 augustus 1826 te Rotterdam in het huwelijk met Anna Elisabeth Nellen (1806 - 1827), die een maand na de geboorte van hun eerste dochter Maria Aletta (1827 - 1828) in het kraambed overleed. In het jaar daarop trad hij op 18 januari 1828 te Nieuwenhoorn in het huwelijk met Antje Eedi Hool (1809 - 1849). Uit dit huwelijk volgde de geboorte van Maria Aletta Femmigje (Marie) Molijn (1837 - 1932), de latere kunstschilder. Op 16 augustus 1850 te Zwolle trad hij voor de derde keer in het huwelijk met Elisabeth Buijsman (1825 - 1860). Op 10 april 1862 te Dordrecht trad hij voor de laatste keer in het huwelijk met Cornelia Jessina van Dorsser (1817 - 1860). François Adriaan Molijn -zoals zijn achternaam bij de Burgerlijke Stand steeds geregistreerd werd- overleed op 84-jarige leeftijd op 4 februari 1890 te Rotterdam.



De Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijders Bond (KNSB) is een Nederlandse schaatsorganisatie, opgericht op 17 september 1882. De organisatie overkoepelt de diverse schaatsdisciplines in Nederland, waaronder volgens de KNSB

Provincie Noord-Holland

bewerken
plaats naam, organisatie(s) en archief schooltype vanaf tot info & links
Haarlem Weeshuis der Doopsgezinden, Klein Heiligland 58, naast Blokshofje (1634-1874) inkomend tot en met 12 jaar, uitgaand vanaf 21 jaar 1634 1874 zie ook VDGH.nl en Grote Vermaning (Haarlem) en rechtsvoorgangers
Haarlem Weeshuis der Doopsgezinden, Kleine Houtweg 18, nabij de Vest 1675 1784 afsplitsing als gevolg van meningsverschil. In 1784 weer herenigd met Blokshofje
Haarlem Weeshuis der Doopsgezinden in de Ravelingsteeg 1683 1704+ naar Frankestraat
Haarlem Weeshuis der Doopsgezinden in de Frankestraat 1704 1747 afkomstig van de Ravelingsteeg
Haarlem Weeshuis der Doopsgezinden aan de Kleine Houtweg 1874 na 1942+ afkomstig van Klein Heiligland 58, naast Blokshofje
Haarlem kindertehuis, Schotersingel 81 1943- 1955+
Haarlem tehuis 't Hoogt, Jan de Braystraat 2

kinderarbeid

bewerken

Wijziging Nadere regeling kinderarbeid

Op verzoek van het ministerie van SZW heeft Regioplan een aantal aanbevelingen gedaan voor modernisering van de regelgeving voor kinderarbeid. Met de uitwerking wordt regelgeving gemoderniseerd, verduidelijkt en aangescherpt. Met deze wijzigingen mogen kinderen van 13 t/m 15 jaar onder strikte voorwaarden op niet-schooldagen en tijdens vakantieweken tot een later tijdstip werken en op zondag werken. De wijziging regelt verder een verbod voor kinderen tot 16 jaar om te werken in een ruimte in een horecalokaliteit gedurende de tijd dat daar alcoholhoudende dranken geschonken worden of kunnen worden. Zij mogen gedurende die tijd alleen werken in een ruimte waar klanten niet kunnen komen. Het verbod geldt niet voor kinderen tot 16 jaar die werken in het kader van een formele vmbo-opleiding (Artikel 24, lid 5 van de Alcoholwet).

Status: Actief Sluitingsdatum: 10-07-2024 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid NOG EVEN MEE WACHTEN TOT NA 10JULI as


Parlementaire Enquêtecommissie van 1887

bewerken
  • Een kwaad leven, de arbeidsenquête van 1887, een heruitgave van de werken van de Parlementaire Enquêtecommissie van 1887 in drie delen, ingeleid door Jacques Gielen, Uitgave Link te Nijmegen, 1981 (oorspronkelijk titel: Enquête betreffende werking en uitbreiding der Wet van 19 september 1874 (Staatsblad nr.130) naar den toestand van fabrieken en werkplaatsen, uitgave H. Pyttersen Tz, 1887 te Sneek), verhoor van de heer L.D. Dribbelaar (blz.94).

Arbeidsrisico

bewerken

Overal waar arbeid wordt verricht, zijn arbeidsrisico's die de veiligheid, de gezondheid en het welzijn in gevaar brengen van zowel de arbeider of vrijwilliger die de arbeid verricht en/of personen in zijn of haar omgeving, zoals leerlingen, gasten of patiënten. Arbeidsrisico's moeten daarom op grond van de arbeidsomstandighedenwet tot een uiterste minimum beperkt worden. Voor de resterende risico's -die onmogelijk beperkt kunnen worden- is de bedrijfshulpverlening binnen elke organisatie, waar arbeid verricht wordt, verplicht gesteld.

Achter elk risico gaat een veelheid aan verschijnselen schuil, ook al zijn de benamingen van arbeidsrisico's gelijkluidend. Fysieke belasting heet in de bouw wel hetzelfde als in de zorg, maar het gaat in elk branche vaak om hele andere aspecten. Bij het noemen van bepaalde arbeidsrisico's is de context van de risico's van groot belang voor de aanpak van het risico.


Arbo-besluit arbeidsrisico Richtlijn
art.4 gevaarlijke stoffen en biologische agentia 90/269/EEG
art.5 fysieke belasting 2e
art.6 fysische factoren, onder meer lawaai, trillingen, straling,

xxxx

3e
art. ...belasting of gevaar voor 4e
art. ...belasting of gevaar voor 5e
art. ...belasting of gevaar voor xxx
art. ...belasting of gevaar voor xxx
art. ...belasting of gevaar voor xxx
art. ...belasting of gevaar voor 12e

De schrijfster en dichteres Jacqueline E. van der Waals was een dochter van voornoemde Johannes. Zij schreef onder meer het kerklied Wat de toekomst brenge moge (lied 913 uit het Liedboek voor de kerken.


Hieronder lukt het niet om mijn bronnen te plaatsen én de bestaande bron (1) te laten staan


Arbocatalogus

bewerken

De arbocatalogus is een document, waarin vertegenwoordigende organisaties van werkgevers en werknemers op bedrijfstak of sectorniveau vastleggen welke maatregelen er getroffen moeten worden om te voldoen aan de bedoelingen van de arbowet. Dit document moet met positief resultaat getoetst zijn door de arbeidsinspectie. Dit document kan bestaan uit verschillende hoofdstukken met maatregelen bij arbeidsrisico's, wat in de loop van de tijd uitgebreid kan worden met nieuwe hoofdstukken voor maatregelen bij andere, niet eerder behandelde, arbeidsrisico's. Dat geldt ook voor vernieuwde hoofdstukken.

In een arbocatalogus leggen werkgevers en werknemers in Nederland per bedrijf of branche vast hoe zij aan de doelvoorschriften van de Arbowet kunnen voldoen.[14] Met doelvoorschriften wordt bedoeld dat veel wettelijke voorschriften wel aangeven wat de bedoeling is, maar niet aangeven hoe dat doel kan worden bereikt. Om die reden worden doelvoorschriften onderscheiden van bijvoorbeeld middelvoorschriften. Middelvoorschriften geven aan welke middelen kunnen worden gebruikt om bepaalde doelen te bereiken.

  • Voorbeeld 1: veel lawaai is een belangrijk risico omdat de werknemer daar (vaak veel later) slechthorend of doof van kan worden. Daarom staat er in de wet -als doelvoorschrift- dat vanaf een geluidsniveau van 80 dB(A) gehoorbescherming verplicht is. Dat is dus een heldere wettelijke grens. Vertegenwoordigende organisaties van werkgevers en werknemers op sectorniveau kunnen nu in hun arbocatalogus zélf vastleggen dat zij binnen hun branche of bedrijfstak een geluidsniveau van 78 dB(A) gehoorbescherming verplicht is in hun bedrijf of branche. In de arbocatalogus kunnen de vertegenwoordigende partijen die grens wel verlagen, maar niet verhogen.

Niet bij alle arbeidsrisico's zijn grenswaarden vast te stellen en daarom zijn er ook globale doelvoorschriften in de wet vastgelegd. Voor die arbeidsrisico's kunnen vertegenwoordigende organisaties van werkgevers en werknemers op sectorniveau nu zelf in hun arbocatalogus vastleggen dat zij binnen hun branche wel grenswaarden of doelstellingen vaststellen. Tenslotte zijn er ook arbeidsrisico's, waarvoor procesnormen of een procesnormalisatie moet(en) worden overeengekomen. In een procesnorm wordt vastgelegd dat voor een bepaald risico een nadere regeling is vereist.

  • Voorbeeld 2: in de arbowet wordt voor psychosociale arbeidsbelasting (PSA) een procesnorm voorgeschreven. Dat kan een eenvoudige norm zijn, dat de werkgever verplicht is om de ondernemingsraad jaarlijks te informeren over de vraag of zich in het voorgaande jaar rond een bepaald risico problemen hebben voorgedaan en wat de werkgever daar aan heeft gedaan. Een andere norm kan zijn dat de arbodienst bepaalde informatie aan de werkgever verstrekt.

De hierboven aangegeven wijze toont aan dat vertegenwoordigende partijen per branche zelf nadere regels kunnen en mogen stellen om bepaalde arbeidsrisico's aan te pakken, ten einde de risico's tot een minimum te beperken in hun eigen branche.

Geschiedenis

bewerken

De arbeidsomstandighedenwet werd -rond de eeuwwisseling naar 2000- enerzijds hoe langer hoe meer ondoorzichtig en anderzijds constateerden werkgeversverenigingen en vakbonden dat -hoe goed bedoeld ook- de regeldruk erg hoog werd. Daarom werd -onder meer- de arbowet per 1 januari 2007 gewijzigd. Er werd vanaf die tijd onderscheid gemaakt in het domein wat door de overheid wordt bepaald, als wetgever, en een privaat domein wat door de sociale partners wordt ingevuld. Met deze oplossing werd door de overheid gekozen om de sociale partners meer verantwoordelijkheid te geven bij de uitvoering van het arbobeleid. Om die reden werd de arbocatalogus ingevoerd, die daarom ook per bedrijf of branche kan worden opgesteld. De veiligheid, de gezondheid en het welzijn bij de arbeid staat hierin centraal.

In een arbocatalogus staan aanwijzingen hoe de werkgever kan voldoen aan de Arbowetgeving, bijvoorbeeld:

  • een risicoprofiel van de sector
  • mogelijke oplossingen voor veelvoorkomende risico’s binnen de sector
  • een inschatting van de effectiviteit, de kosten en mogelijke leveranciers van de oplossing
  • een overzicht van hulpmiddelen afgestemd op de voornaamste risico’s binnen de sector

Aan de hand van deze aanwijzingen moeten de methoden en oplossingen beschreven staan.

Verantwoordelijkheid en toetsing

bewerken

De indieners van de arbocatalogus, dus vertegenwoordigers namens het bedrijf of de branche, zijn verantwoordelijk voor de inhoud en publicatie. De arbocatalogus wordt getoetst door de Nederlandse Arbeidsinspectie. Zodra een arbocatologus door de Arbeidsinspectie goedgekeurd is vormt de catalogus het uitgangspunt voor controle op handhaving van de Arbowet.




1.Bij plaatsing onderstaande -wat deels in geciteert uit de beschrijving van Zoudenbalch- zou dat gedeelte eigenlijk bij Zoudenbalch verwijderd moeten worden (of dubbel in Wiki). 2.Ook verbeteren in lijst internaten in Nederland?

Sint-Elisabethgasthuis Utrecht

bewerken

Het Weeshuis of het Sint-Elisabethgasthuis te Utrecht is in 1491 gesticht door Evert Zoudenbalch(1424 - 1503). In de Noordelijke Nederlanden is dit het eerste echte weeshuis omdat de zorg voor weeskinderen apart vermeldt wordt in de stichtingsakte. Het weeshuis was bestemd voor alle ellendighe weeskynderen, knechtkens en meechdekens, die van alle menschelicken troost verelaten zyn". Het weeshuis was behoorlijk groot en bestond uit drie rondom een binnenplaats gelegen vleugels die grensden aan het Achter Clarenburg en de Korte en Lange Elisabethstraat met een bijbehorende kapel. Het complex lag naast het kasteel Vredenburg en had in 1577 sterk te lijden van de verwoesting van het kasteel. Vandaag de dag is alleen een deel van de zuidelijke vleugel over. Het weeshuis verhuisde na 1577 naar Oudegracht 245 (later Gereformeerd Burgerweeshuis), thans het Tivolicomplex.



psychosociaal

bewerken

Psychosociale problemen zijn problemen die te maken hebben met hoe we met andere mensen omgaan en hoe we ons daarbij voelen. Het gaat dan om onderwerpen zoals eenzaamheid, verdriet, pesten of bepaalde zorgen of dingen die we hebben meegemaakt die ons bang maken. Deze term wordt vaak gebruikt in een bepaalde context, zoals psychosociale hulpverlening psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen psychosociale arbeidsbelasting (PSA) [[psychosociale Hulpverlening welzijn kinderen (nog opzoeken)



De predikantsborden zijn in vele Protestantse kerkgebouwen in Nederland geplaatst ter nagedachtenis aan de predikanten die in dat kerkgebouw pastoraal werkzaam zijn geweest. Dat is omdat een dergelijke opdracht in de Bijbel geschreven staat, te weten in het bijbelboek Hebreeën, hoofdstuk 13, het 7e bijbelvers, waar geschreven staat: “Denk aan uw voorgangers, die het Woord van God tot u gesproken hebben” (Herziene Statenvertaling).


Ans Rosendahl

bewerken

Anna Elisabeth (Ans) Rosendahl (22 april 1910 te Amsterdam - 6-7-1965 te Driehuis)

ongehuwd, Evang.Luth.Kantoorbediende, correspondente, Amsterdam


(zie werken (arbeid) In twee derde van de Nederlandse huishoudens werken beide partners. In een derde werkt slechts een van beide. Vaak is dat de man, maar in een kwart van de gevallen de vrouw.[bron?]

 
Wegwerkers

Geschiedenis

bewerken

De taalkundige afleiding van het woord Arbeid stamt van het Indo-Europese woord Ar (=ploeg) en het oergermaanse Orbho (= knecht). In het Oudhoogduits betekent het ook moeite, ongemak. Het Nederlandse woord Arbeid is afgeleid van de Germaanse talen Are Bejd of Ar(a)beit, een situatie van grote nood waarin mensen komen te verkeren die uit hun stam (antropologie) zijn gevallen en –afhankelijk van dienstbaarheid aan vreemden- zich in leven moeten houden. Arbeid heeft dus te maken met inspanning en verlies van geborgenheid. In het Oudhoogduits hebben Arbeid en Armoede –Ar(a)muoti- dezelfde stam (taalkunde). In veel andere talen in Europa talen gebruikt men Arbeid voor woord die pijn, moeite en inspanning aanduiden. Het verwijst ook naar de barensweeën van vrouwen. Dit geldt ook voor –de stam van- het Engelse Labour, het Italiaanse Lavoro als voor het Franse Labeur. In de 12e eeuw komen we voor het eerst het woord Ouvrier (arbeider) tegen. Ook andere wetenschappers zijn het er over eens dat tot ver in de 13e eeuw het Arbeiden gelijk was met werken in de landbouw, bewerken van de grond (aarde), spitten en graven. Onaangenaam bezig zijn en zwaar werken.

Bron o.a. Academia; Het concept arbeid met zijn verschillend connotaties in het centrale conflikt tussen de subjecten en hun instituties. De politieke stem van Dominique Méda door Chris Laperre, 1999, Hfdst. 2.1.1, blz 13-18.

  • Uit: Arbeid, een omstreden begrip door A. Benschop, 1995, blz.12-13)


Internationaal

bewerken

In Nederland wordt een werknemer ook wel arbeider genoemd.




Johanna Kuiper

bewerken

Johanna Engelberta Kuiper (Warga, Idaarderadeel, 10 maart 1896 – Semarang, 2 maart 1956), dochter van Abraham Kornelis Kuiper en Henriëtta Sophia Muller, is een schrijfster, feministe, socialiste en verzetsvrouw tijdens de tweede wereldoorlog.

Ze gaf ook steun aan Joodse onderduikers tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Op 18 augustus 2020 besloot de Gemeente Amsterdam de Johanna Kuiperbrug naar haar te vernoemen. In 2015 werd zij postuum onderscheiden met Yad Vashem-onderscheiding.



ook nog invoeren bij Warga----

Lucia Rescia

bewerken

Lucia Maria Natalina Luciana Bokma-Rescia (8 juni 1902 te Vignole Borbera (Italië) - 7 juli 1995 Amsterdam), was de dochter van Pasquale Rescia en Erminia Fratini, beide woonachtig bij Turijn in Italië. Zij werkte mee aan het Nederlands verzet in de Tweede Wereldoorlog.

Op 3 juni 1926 te Tortona (Italië) is zij gehuwd met Johan Henderik(Jan, later ook Giovanni Enrico) Bokma (28 sep 1901 te Smallingerland – 31 mei 1988 Amsterdam). Hij was, na het behalen van zijn MULO-diploma, ambtenaar of schrijver. Hij vervulde ook zijn militaire dienstplicht bij de Grenadiers.

Lucia kwam rond 15 juni 1926 met haar man naar Nederland en vestigde in Amsterdam op verschillende adressen, en vanaf april 1935 aan de Leidsegracht 117, 2e etage, tot augustus 1939. Toen verhuisde zij vervolgens naar de Prinsengracht 657, 1e etage. Zij en haar man Jan waren overtuigd communist en zij konden zich niet verenigen met de opkomst van het fascisme in Italië.

In alle bescheidenheid deed Lucia verzetswerk. Via de Internationale Rode Hulp kwamen zij regelmatig in aanraking met mensen uit verschillende Europese landen die tegen het fascisme waren, vooral uit Italië. Indien nodig namen zij die in huis in Amsterdam, zelfs als het ging om onderduiken. Ook wisten ze een persoonsbewijs te regelen voor Italianen die naar Nederland kwamen. Door haar beslotenheid kreeg dit pas veel later -via haar familie- nadere bekendheid.




= Nanny Koetsier-Trouw = IN BEWERKING

citaat uit Dagblad Trouw Nannie Koetsier was een verzetsvrouw die zowel in Utrecht als Amsterdam werkte. Ze werkte nauw samen met verzetsman Cees van Drimmelen, die de financiën van de illegale Trouw regelde en ook voor voedsel zorgde voor ondergedoken medewerkers. Koetsier koerierde voor hem en reed ook mee in de estafettedienst van jonge vrouwen die na de spoorwegstaking post en ander illegaal materiaal vervoerden: ze reed om de dag naar Nieuwveen. Vlak voor de bevrijding werd ze samen met Cees van Drimmelen gearresteerd in Utrecht. Ze gaf hem de kans te ontsnappen door de Duitser tegenover haar te omarmen. Van Drimmelen werd neergeschoten en zij opgepakt. Aan het eind van de oorlog kwam ze vrij. Ze studeerde geneeskunde en was gedurende haar leven jeugdarts.




Clariet Kok-van Alphen

bewerken

Clara Corryta van Alphen (6-4-1917 te Rotterdam – 6-11-1987 te Oegstgeest), ook bekend als Clarita of Clariet, was arts en lid van de Binnenlandse Strijdkrachten. Op 6 september 1945 trouwde zij met de apotheker Dirk C. Kok. Zij studeerde geneeskunde en promoveerde in 1951 bij de (Rijks)Universiteit van Leiden te Leiden op haar proefschrift “Bijdrage tot de Keratoplastiek”. Na de tweede wereldoorlog vestigde zij zich als oogarts te Leiden. In werd op 14 mei 1977 benoemd tot bijzondere lector –later hoogleraar- bij de Faculteit Geneeskunde te Leiden op het vakgebied Oogheelkunde met de leeropdracht Ziekte van de Cornea.

Clariet Kok-van Alphen heeft –evenals haar echtgenoot- tijdens de tweede wereldoorlog meegewerkt aan het verzet in Leiden en omstreken, ook al gebeurde dat in alle beslotenheid en bescheidenheid. Door dit werk werd zij lid van de Binnenlandse Strijdkrachten.

In Leiden, in de Dobbewijk-zuid, is de Clariet Kok-van Alphenstraat naar haar vernoemd.

Zij overleed op 70-jarige leeftijd en vond haar laatste rustplaats op de N.H. begraafplaats Hillegersberg aan de Kerkdreef te Rotterdam.

_________________________________________________

Mies Nolte

bewerken

Dr. Maria Elisabeth Nolte (3 juli 1899 te Amsterdam - 13 maart 1986), beter bekend als Mies Nolte, was docente, verzetsstrijdster tijdens de Tweede Wereldoorlog, Nederlands bestuurder en eerste vrouwelijke wethouder van de gemeente Bloemendaal.

Jeugd en studie

bewerken

Nolte’s ouders waren Josephus Gerardus Nolte (1852 – 1914) en Wilhelmina Maria van Haasbergen (1863 – 1940). Zij waren Rooms-katholiek en zij had twee zusters en twee broers. Zij begon haar loopbaan bij de Rooms-katholieke Kweekschool voor onderwijzers in Amsterdam. Na het behalen van haar onderwijsbevoegdheid, kwam zij meteen in dienst bij deze kweekschool en werd zij docent in het schoolvak geschiedenis en Duits. Daarnaast studeerde zij verder voor haar hoofdacte en later geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Ná haar doctoraal examen werd zij docente in het Middelbaar Onderwijs.

Werkzaamheden voor de oorlog

bewerken

Mies Nolte was werkzaam op voornoemde Rooms Katholieke school als lerares Duits en kunstgeschiedenis.

Verzetswerk

bewerken

Samen met haar partner, Gezina van der Molen, was Nolte actief in het Nederlands verzet. Ze heeft veel Joodse kinderen gered van transport naar concentratiekampen door ze te smokkelen uit de kinderopvang tegenover de Hollandsche Schouwburg[15]. De kinderen werden veelal ondergebracht bij onderduikadressen in Friesland en Limburg (Nederlandse provincie).

Werkzaamheden na de oorlog

bewerken

Na de oorlog behaalde Nolte haar PhD in geschiedenis en ging de lokale politiek in. Nolte was –sinds 1949 voor de KVP- lid van de Gemeenteraad te Bloemendaal en vanaf 1953 wethouder Onderwijs van die gemeente tot 1966. Elk jaar werd de Nationale dodenherdenking op 4 mei te Bloemendaal in die periode door haar ingeleid. Op 5-10-1951 promoveerde zij tot Doctor in de Letteren en Wijsbegeerte, cum laude, op het proefschrift “Georgius Cassander en zijn oecumenisch streven". Haar promotor was Prof. Dr.L.J. Rogier. In sept.1954 werd zij benoemd tot Rectrix van het meisjeslyceum Sancta Maria aan de Dreef in Haarlem tot juli 1964.

Levenspartner

bewerken

Mies Nolte was partner van de Gereformeerde Gezina van der Molen. Zij ontmoetten elkaar eind jaren twintig en gingen in 1930 samenwonen. Van der Molen werd in belangrijke mate beïnvloed door Nolte. Ze bleven tot aan de dood van Van der Molen in 1978 elkaar trouw. Nolte beschreef het archief van Van der Molen en droeg het over aan het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden).

Bronnen

bewerken

Bevolkingsregister, Burgerlijke Stand Amsterdam, Bloemendaal, Noord-Hollands-Archief. Nieuwe Haarlemse Courant, 19-10-1951, pag.2; Haarlems Dagblad, 2 sept.1953, pag.7; Nieuwe Haarlemse Courant, 22-3-1958, pag.3; Nieuwe Haarlemse Courant, 5-7-1958, pag.3; Nieuwe Haarlemse Courant, 8-1-1960, pag.3; Haarlems Dagblad, 25-9-1961, pag.9; Nieuwe Haarlemse Courant, 2-7-1964, pag.3; Nieuwe Haarlemse Courant, 6-7-1964, pag.2; Haarlem’s Dagblad, 25-2-1966, pag.11; Haarlem’s Dagblad, 3-7-1974, pag.5

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++

Jantina Christina Langerhorst (Amsterdam, 18 mei 19227 juni 1943 te Ravensbrück), beter bekend als Tini, was dienstmeisje en

}} in de Tweede Wereldoorlog.

Zij was de dochter van Dirk Langerhorst (*15 april 1894 te Sloten) en Theresia Sophia Diels (*28 augustus 1896 te Amsterdam).

Zij gaf bepaalde personen - of bemiddelde daarbij voor - betrouwbare onderduikadressen. Uit het bevolkingsregister van Amsterdam blijkt dat zij zelfstandig een woning huurde, waar zij slechts enkele maanden woonde, hooguit 14 maanden. Op 14 juli 1941 kreeg zij haar persoonsbewijs nr. 309449.

Nadat een door haar geregelde onderduiker werd gearresteerd, werd zij - en de echtgenote van de onderduiker - ook gearresteerd op 11 november 1941 en op 18 september 1942 – met reisgenoot To Stolz - overgebracht naar de gevangenis in Scheveningen.

Per 8 maart 1943 wordt zij van het bevolkingsregister van Amsterdam overgeschreven naar het Centraal Bevolkingsregister.

Vanuit Scheveningen werd zij overgeplaatst naar Ravensbrück waar zij op 21 jarige leeftijd op 7 juni 1943 overleden.

eerbetoon

bewerken

Rachel kreeg een blijvende herinnering met andere vrouwen uit het verzet in de vorm van een standbeeld in Heerhugowaard, waar ook een straat naar haar vernoemd is.

++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Christina Maria Smoorenburg (Amsterdam, 24 december 1910Ravensbrück, 8 december 1944), was een verzetsstrijdster in de 2e wereldoorlog.

Zij was de dochter van Gerardus Henricus Antonius Smoorenburg (Amsterdam, 4 november 1881) en Anna Jacoba Zijbrands (Amsterdam, 25 januari 1876 – Amsterdam, 1 januari 1937). Op 5 december 1935 te Amsterdam trad zij in het huwelijk met Frans A. Bierenbroodspot. Op 11 augustus 1941 kreeg zij haar Persoonsbewijsnr.401221.

Zij nam deel aan het verzet, zo blijkt uit de administratie die tijdens de oorlog werd vastgelegd, ook al is het vooralsnog niet duidelijk in welke vorm zij dat deed. Het concentratiekamp Vught werd op 13 januari 1943 in gebruik werd genomen tot 16 september 1944. Zij werd daarom tussen 13 januari 1943 en 16 september 1944 gearresteerd en overgebracht naar Vught en vandaar op transport gezet naar Ravenbrück.

Op 8 december 1944 is Christina Maria Smoorenburg op 33-jarige leeftijd door ziekte en uitputting omgekomen in Ravensbrück (Duitsland, Brandenburg). Christina Maria kreeg een blijvende herinnering met andere vrouwen uit het verzet in de vorm van een standbeeld in Heerhugowaard, waar ook een straat naar haar vernoemd is.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++



Maria Clasina Zegwaart-de Korte (Haarlem, 29 juni 1889Ravensbrück, 15 januari 1945) was een verzetsstrijdster in de 2e wereldoorlog.

Maria Clasina de Korte was de dochter van Wilhelmus Gijsbertus de Korte en Catharina Helena Sikman. Zij woonde te Haarlem aan de Kalverstraat 8. Op 10 juni 1914 te Haarlem trad zij in het huwelijk met de timmerman Alissio Bacilico Petrus Johannes Zegwaart (Haarlem, rond 1892 – Haarlem, 23 april 1943), zoon van Petrus Johannes Zegwaart en Anna Wijnands. Zij nam zelfstandig -op een vooralsnog onbekend terrein- deel aan het verzet en werd daarom gearresteerd en op 12 augustus 1944 in de vrouwengevangenis te Vught gevangen gezet. Later werd zij overgeplaatst naar Ravensbrück waar zij op 9 september 1944 is aangekomen. Zij kreeg het kampnummer 67174 en is daar op 56 jarige leeftijd op 15 januari 1945 overleden.

Maria Clasina kreeg een blijvende herinnering met andere vrouwen uit het verzet in de vorm van een standbeeld in Heerhugowaard, waar ook een straat naar haar vernoemd is: M. Zegwaart-de Korte erf.


Bronnen: Oorlogsbronnen en Noord-Hollands Archief: lijst van vrouwen in verzet. Noord-Hollands Archief, archief 358.46, reg.nr.21914, Huwelijksaktenummer 273 en Bevolkingsregister Haarlem.

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++


 
Jongeren twistend in Berlijn anno 1964


De twist is een partnerdans en sociale dans die is ontstaan in de jaren in het begin van de jaren 1960.

ontstaan

bewerken

Hank Ballard bracht al in 1959 met zijn band Hank Ballard and the Midnighters een single uit die The Twist heette. Danskampioen Jan Daniëls volgde zijn voorbeeld en gaf in 1962 de lessingle uit, met op de achterzijde nadere dans-instructies voor de uitvoering van deze dans.

dansuitvoering

bewerken

Bij de twist (van het Engels: draaien) wordt door het bovenlichaam een draaiende beweging gemaakt, waarbij de gebogen armen worden opgetild. Ondertussen maakt het onderlichaam een tegengestelde beweging. Men dient daarbij tegelijk de benen iets gebogen te houden (alsof men een beetje hurkt). Ieder danst individueel; de dansers raken elkaar niet aan.

Toen Chubby Checker het nummer coverde en er ook een specifieke dans bij ontwikkelde, groeide de twist uit tot een rage. Verschillende zangers brachten hun eigen twistnummers uit, waaronder Checker zelf met Let's Twist Again, Sam Cooke met Twistin' the Night Away en The Isley Brothers met Twist and shout.

Categorie:Dansstijl Categorie:Rage


+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++


Hulp voor onbehuisden

In 1904 werd de vereniging Hulp voor onbehuisden opgericht. Voor die tijd richtte een groeiend aantal instellingen zich op de opvang van dak- en thuisloze mannen, vrouwen en kinderen, maar die waren dan in de regel uitgesproken christelijk, zoals het Leger des Heils.

moet wel iets langer, ga zo door. Item is nog steeds ROOD. Bron GAA is ook voldoende foto gebouw erbij

bronnen: Basisboek geschiedenis sociaal werk in Nederland door Maarten van der Linde, 2010, uitgave SWP te Amsterdam; Canon Maatschappelijke opvang


DG beschrijven, zie ook visit Aalsmeer DGA idem


Vragen WikiVrijdag 25okt24: Zie 2x Overlegpagina (teveel door mij aangemerkte verwijzingen?) Dat is een automatisch bericht van een robot. Dus niet teveel doorverwijzen, maar alleen als het relevant is.

Arbeidswet (wel genoemd op Wiki, maar nergens beschreven). Okay en verder gaan? ja Kijk ook eens naar de formulering van wetsbesluiten

Foto vd Jantjes. Fotograaf rechten 70 jr ná overlijdensdatum

Bedanken (1 op 1) : noteren hoe: alleen maar op bedanken klikken, gaat verder vanzelf

Arbocatalogus: verwijzen naar bestaande Arbocatalogi? Reeds begin gemaakt....nee, niet middels zo een tabel. Wel graag een verwijzing naar Min.Soc.Zaken en Werkg.

Koeriersters: mee verder gaan (hoe checken of iemand er al mee bezig is) ja, verder gaan