Afrodite (Couperus)
Afrodite is een gedicht van Louis Couperus, later op muziek gezet door Rudolph Cort van der Linden.
Geschiedenis
bewerkenHet gedicht Afrodite werd geschreven door Louis Couperus (1863-1923) in oktober 1884 en verscheen voor het eerst in druk in De Nederlandsche Spectator in december van dat jaar. In 1886 werd het opgenomen in Couperus' bundel Orchideeën. Een bundel poëzie en proza.
Uitgave
bewerkenRond 1930 zette de componist ir. R.A.D. Cort van der Linden (1886-1965) twee gedichten van Couperus op muziek. Het ene was Afrodite, het andere was Odalisken. Het eerste gedicht verscheen in een gedateerde uitgave in 1930 te Berchem (Antwerpen) bij "De Ring" en werd in Nederland verspreid door N.V. Boek- en kunstdrukkerij v/h Mouton & Co. te Den Haag. De partituur telt vijf genummerde pagina's.
Thematiek
bewerkenHet gedicht is een eerbetoon aan de Griekse godin Aphrodite. Net als veel andere vrouwen in de gedichten uit de bundel Orchideeën is zij eerder de belichaming van een verheven schoonheidsideaal dan een vrouw van vlees en bloed.[1]
Bibliografie
bewerken- De Nederlandsche Spectator 23 (1884) 49 (6 december), p. 398.
- Louis Couperus, Orchideeën. Een bundel poëzie en proza, Amsterdam, A. Rössing, 1886.
- Louis Couperus, Orchideeën. Een bundel poëzie en proza, Amsterdam, L.J. Veen, 1895².
- Louis Couperus, Orchideeën. Een bundel poëzie en proza. Amsterdam/Antwerpen, 1989. (Volledige Werken Louis Couperus, deel 2)
- Louis Couperus, Orchideeën. Een bundel poëzie en proza. Amsterdam/Antwerpen, 1989. (Volledige Werken Louis Couperus, deel 2)
- Marijke Stapert-Eggen, Repertorium Louis Couperus. Amsterdam, 1992. Deel A: Overzicht, p. 8.
- Noot
- ↑ Rémon van Gemeren, Couperus. Een leven. Amsterdam, Prometheus, 2016, p. 116-119.