Alfred Ernout
Alfred Georges Ernout (Rijsel, 30 oktober 1879 - Parijs, 16 juni 1973) was een Frans latinist.
Werk
bewerkenZijn werk valt onder te brengen in twee categorieën:
- Filologie: Ernout was tekstbezorger en vertaler van de volgende Latijnse auteurs voor de Collection Budé: Lucretius[1], Petronius, Sallustius, Plautus en Plinius de Oudere; dit betreft tekstuitgaven voorzien van een Franse vertaling.
- Taalkunde[2]: Ernout schreef diverse werken over de Latijnse taal; de bekendste zijn: Morphologie historique du latin; Syntaxe du Latin (een innovatief werk dat niet als een traditionele schoolgrammatica het klassieke Latijn (normatief) behandelt, maar de ontwikkeling schetst van de Latijnse syntaxis door de eeuwen heen); de Dictionnaire Etymologique de la langue latine (ook innovatief in zijn genre, omdat de nadruk hier niet ligt op de (Indo-Europese) etymologie van woorden, maar op hun betekenis-ontwikkeling binnen het Latijn[3]).
Biografie
bewerkenNa het afsluiten van zijn universitaire studie klassieke talen te Rijsel (1901), verkreeg Alfred Ernout vanwege zijn bijzondere resultaten een beurs om verder studeren in Parijs. In 1904 werd hij toegelaten als lid van de Société de Linguistique; in 1905 verscheen de Franse vertaling van Karl Brugmanns Grundriß der vergleichende Grammatik der indogermanischen Sprachen, waarvan Ernout een van de drie vertalers was.[4] In 1908 behaalde hij zijn doctorstitel, waarna hij leraar werd aan het Lyceum te Troyes (hier was Georges Dumézil een van zijn leerlingen). In 1913 werd hij benoemd aan de universiteit van Rijsel, waar hij bleef tot 1924 toen zijn benoeming volgde aan de Sorbonne, en een jaar later aan de École pratique des hautes études. In 1944 werd hij hoogleraar aan het Collège de France waar hij de geschiedenis van de Latijnse taal als leeropdracht had. In 1951 ging hij met emeritaat.
Ernout was doctor honoris causa van de Rijksuniversiteit Groningen.
Publicaties in boekvorm
bewerken- 1909: Les éléments dialectaux du vocabulaire latin (thèse principale).
- 1909: Recherches sur l’emploi du passif latin à l’époque républicaine (thèse complémentaire).
- 1914: Morphologie historique du latin.[5]
- 1916: Recueil de textes latins archaïques.
- 1916: Lucrèce : De la nature, livre IV. (vertaling met commentaar)
- 1920: Lucrèce: De la Nature, Budé uitgave.
- 1922: Pétrone: Le Satiricon. Budé uitgave.
- 1925-1926 (Samen met Léon Robin) Lucrèce: Commentaire exégétique et critique, précédé d'une traduction des Lettres et Pensées d'Epicure.
- 1932: (Samen met Antoine Meillet) Dictionnaire étymologique de la langue latine. Histoire des mots.
- 1932-1940: Plaute: Comédies, 7 delen. Budé uitgave.
- 1941: Salluste: Fragments des histoires. Catilina, Jugurtha. Budé uitgave.
- 1945: Poésie latine Choix de textes avec traduction.
- 1946: Le vocabulaire latin. Leçon inaugurale au Collège de France.
- 1947: Prose latine Choix de textes avec traduction.
- 1946: Philologica I. (Bundel artikelen)
- 1947-1963: Pline l’Ancien: Histoire naturelle.[6] Budé uitgave.
- 1949: Les Adjectifs latins en -osus et en -ulentus.
- 1951: (Samen met François Thomas) Syntaxe latine.
- 1952: Les mots grecs de la Peregrinatio Aetheriae.
- 1954: Aspects du vocabulaire latin.
- 1957: Philologica II. (Bundel artikelen)
- 1961: Le dialecte ombrien. Lexique du vocabulaire des "Tables eugubines" et des inscriptions.
- 1962: Pseudo-Salluste: Lettres à César. Invectives. Budé uitgave.
- 1964: Catulle: Poésies (Vertaling.)
- 1965: Philologica III. (Bundel artikelen.)
- 1971: Notes de philologie latine.
Bronnen
bewerken- Herdenkingsartikel door Jacques André.
- Notice sur la vie et les travaux de M. Alfred Ernout door Jacques Heurgon
- ↑ Met zijn Lucretius-editie initieerde Ernout de Latijnse afdeling van de collection Budé.
- ↑ Tijdens zijn studie heeft hij zich niet alleen beziggehouden met Grieks en Latijn, maar ook kennisgenomen van veel andere Indo-Europese talen.
- ↑ Op 14 februari 1925 hield Ernout in Parijs een voordracht waarin hij kritiek leverde op de bestaande etymologische woordenboeken. Hij zei daar onder andere dat de lemmata van veel van dergelijke woordenboeken identiek zijn, omdat ze zich beperken tot de Indo-Europese wortels: Leur tâche est faite, semble-t-il, une fois que sous une rubrique grecque, latine, sanskrite, ou autre, ils ont mis un certain nombre de formes tirées de langues congénères, et plus ou moins semblables (au moins en ce qui concerne la forme, car le sens ne joue souvent dans l'étymologie moderne qu'un rôle secondaire) au mot dont il s'agit d'établir la filiation et la parenté.. En: Si l'on compare entre eux différents dictionnaires étymologiques, on est frappé de la similitude absolue de leurs différents articles. Qu'on prenne dans un dictionnaire étymologique latin l'article fero, dans un dictionnaireé étymologique grec l'article phero, dans un dictionnaire sanskrit l'article bahrati, zend l'article baraiti, irlandais l'article do-biur, berim, gotique l'article bairan, vieux slave l'article berem, on verra que tous se recouvrent exactement et sont interchangeables. Seul l'en-tête diffère, mais ce sont les mêmes matériaux qui servent aux uns et aux autres, et l'on croirait avoir affaire à un unique jeu de fiches que les différents auteurs de dictionnaires se seraient communiqué et transmis avec complaisance.
- ↑ De andere twee waren Jules Bloch en Albert Cuny. Zie hier voor de tekst.
- ↑ Dit werk is vertaald in het Duits (1913) en Spaans (1924); in het Nederlands vormt de Historische grammatica van het Latijn van H.H. Janssen een soort pendant.
- ↑ Ernout heeft 9 delen van dit monumentale werk voor zijn rekening genomen (de boeken 8, 11, 12, 13, 26, 27, 28, 29 en 30), alsmede de inleiding geschreven voor deel I. Hij was de redacteur van het gehele project, dat bij zijn overlijden nog niet voltooid was.