Aloysius Franciscus Xaverius Luyben

Nederlands politicus

Aloysius Franciscus Xaverius Luyben (Waalwijk, 20 januari 1818's-Hertogenbosch, 9 juni 1902) was de zoon van Johannes Luyben en na diens dood zijn opvolger als Tweede Kamerlid voor het kiesdistrict 's-Hertogenbosch.

Aloysius Franciscus Xaverius Luyben
schilder E.H.A. van der Ven (Noordbrabants Museum)
schilder E.H.A. van der Ven (Noordbrabants Museum)
Algemeen
Geboren Waalwijk, 20 januari 1818
Overleden 's-Hertogenbosch, 9 juni 1902
Partij conservatief;
Rooms-Katholieken (na 1871)
Religie Rooms-Katholiek
Titulatuur Mr.
Functies
1859-1868;
1869-1873;
1874-1880
lid Tweede Kamer der Staten-Generaal
jan-juni 1868 Minister voor de Zaken der Rooms-Katholieke Eredienst
1874-1880 Burgemeester van 's-Hertogenbosch[1]
1877-1902 staatsraad in buitengewone dienst, Raad van State
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Luyben behoorde tot de meer conservatieve rooms-katholieken, en was dus geen zogenaamde papo-liberaal. Na eerst het ministerschap van Justitie te hebben geweigerd, werd hij in 1868 wel minister voor de RK-Eredienst in het kabinet-Van Zuylen van Nijevelt. Nadien werd hij weer Tweede Kamerlid en later tevens burgemeester van 's-Hertogenbosch.

Luyben sprak in de Tweede Kamer onder meer over buitenlandse zaken, financiën, justitiële onderwerpen, onderwijs en Noord-Brabantse aangelegenheden. Hij behoorde in 1860 tot de conservatieve minderheid die vóór de begroting van Koloniën van minister Rochussen stemde. Hij stemde in 1866 tegen de motie-Keuchenius en in 1867 vóór de begroting van Buitenlandse Zaken.

In de laatste jaren van zijn politieke loopbaan en daarna was hij van 1877 tot aan zijn overlijden lid van de Raad van State in buitengewone dienst. Ook was hij van 1880 tot 1883 rechter bij de rechtbank 's-Hertogenbosch en vervolgens van 1883 tot 1893 raadsheer van het gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Voorganger:
-
Minister van Zaken der rooms-katholieke Eredienst
1868
Opvolger:
F.G.R.H. van Lilaar
Voorganger:
E.J.C.M. de Kuyper
Burgemeester van 's-Hertogenbosch
1874-1880
Opvolger:
H.F.M. van Lanschot