Het ballingendecreet is de naam die in het oud-historische onderzoek wordt gegeven aan de algemene verordening van de Macedonische koning Alexander de Grote, die de directe kwijtschelding van straf van alle Griekse ballingen met uitzondering van de wegens moord of heiligschennis veroordeelden inhield.

De bronnen leveren slechts schetsen op met betrekking tot het precieze ontstaan van deze verordening alsook de doorslaggevende gebeurtenissen, die Alexander ertoe brachten onmiddellijk tot het besluit van het ballingendecreet te komen. Daarom blijkt een exacte datering van deze kwijtschelding uitermate moeilijk. In het historisch onderzoek wordt er algemeen van uitgegaan, dat Alexander het besluit voor dit bevelschrift reeds meerdere maanden voor diens publieke afkondiging had opgesteld, mogelijkerwijs in het voorjaar van 324 v.Chr. Omstreden is het doel van de kwijtschelding, met dewelke Alexander de in 338 v.Chr. met de Grieken gesloten overeenkomsten brak door zich openlijk en ingrijpend in de interne politiek van de steden in te mengen; er wordt gedacht, dat de koning de poleis bewust wou verzwakken, doordat hij door de terugkeer van de bannelingen onvrede stichtte en tegelijkertijd onder de teruggekeerden trouwe bondgenoten had.

Alexander stuurde de officier Nikanor van Stageira, de schoonzoon van Aristoteles, naar Olympia met de opdracht, Alexanders brief aan de Griekse bannelingen tijdens de Olympische Spelen te laten voorlezen. Waarschijnlijk op de hoofdfeestdag, op 4 augustus 324 v.Chr., gaf Nikanor het schrijven aan de zegerijke heraut, die aansluitend de brief van Alexander en daarmee de mededeling van de terugkeerbelofte aan alle Griekse ballingen uitgezonderd moordenaars, tempelrovers en mogelijk Thebanen in hun geboortesteden voor vermoedelijk rond de 20.000 aanwezige bannelingen afkondigde. Hierbij ging het vermoedelijk hoofdzakelijk om mensen, die in de nasleep van burgeroorlogen (staseis) uit hun thuisstad waren verdreven geworden. Als garantiemacht voor de realisering van deze algemene order aan de Griekse staten zou het toentertijd door Antipatros van Paliura als regent geleide Macedonië optreden.

Zie ook

bewerken

Antieke bronnen

bewerken
Literaire bronnen
Inscriptie
  • Sylloge Inscriptionum Graecarum: SIG³ nr. 306.

Referenties

bewerken
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Verbanntendekret op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  • S. Dmitriev, Alexander’s Exiles Decree, in Klio 86 (2004), pp. 348–381.
    (Dmitriev verdedigt de stelling dat Alexander met dit decreet niet in de interne verhoudingen van de steden zou hebben ingegrepen.)
  • M. Jehne, Koine Eirene. Untersuchungen zu den Befriedungs- und Stabilisierungsbemühungen in der griechischen Poliswelt des 4. Jahrhunderts v. Chr. (= Hermes, Einzelschriften, 63), Stuttgart, 1994. ISBN 3515061991
  • J. Seibert, Die politischen Flüchtlinge und Verbannten in der griechischen Geschichte. Von den Anfängen bis zur Unterwerfung durch die Römer (= Impulse der Forschung, 30), 2 delen, Darmstadt, 1979. ISBN 3534063899
  • I. Worthington, From East to West: Alexander and the Exiles Decree, in P. Wheatley - E. Baynham (edd.), East and West in the World Empire of Alexander, Oxford, 2015, pp. 93–106.
  • M. Zahrnt, Versöhnen oder Spalten? Überlegungen zu Alexanders Verbanntendekret, in Hermes 131 (2003), pp. 407–432.
    (Zahrnt argumenteert voor de stelling dat het decreet in Hellas opzettelijk algemene onvrede moest stichten, om de Grieken definitief niet langer in staat te stellen om weerstand te bieden tegen de Macedoniërs.)