Belgische wetgevende verkiezingen 1894

Algemene parlementsverkiezingen vonden plaats in België op zondag 14 oktober 1894, met een tweede ronde op 21 oktober 1894.

Wetgevende verkiezingen 1894
Datum 14 oktober 1894
Land Vlag van België België
Te verdelen zetels 152 (Kamer)
76+26 (Senaat)
Resultaat
Grootste partij Katholieken
Nieuwe regering De Burlet
Vorige regering De Burlet
Opvolging verkiezingen
1892     1896
Portaal  Portaalicoon   Politiek
België

Het waren de eerste verkiezingen met algemeen meervoudig stemrecht (en opkomstplicht) voor mannen ouder dan 25. Het aantal kiezers vertienvoudigde hierdoor. Bijgevolg geraakte de Belgische Werkliedenpartij (de socialisten) voor de eerste keer in het parlement. De liberalen daarentegen verloren een groot deel van hun zetels. De socialisten hadden minder stemmen dan de liberalen maar toch meer zetels, doordat hun aanhang zich concentreerde in Waalse industriegebieden. De katholieken wonnen alle zetels in heel Vlaanderen, in Brussel en in zeven landelijke Waalse arrondissementen.

Van de 6.341.958 inwoners in België waren 1.354.891 (21,4%) stemgerechtigd, significant meer dan de circa 2% bij de vorige verkiezingen. Door het meervoudig stemrecht, waren er meer dan 2 miljoen stemmen mogelijk.[1]

Resultaten

bewerken

Kamer van volksvertegenwoordigers

bewerken
Zetelverdeling Kamer
28
20
104
28 20 104 
De 152 zetels zijn als volgt verdeeld:
Partij Stemmen % Zetels +/–
Katholieken 926.987 50,0 104 +12
Liberalen 515.808 27,8 20 –40
Socialisten 301.940 16,3 28 +28
Kartels (liberalen-socialisten) 32.914 1,8 0
Christene Volkspartij 26.224 1,4 0 0
Andere 48.354 2,6 0
Ongeldig/blanco 89.364
Totaal 1.941.591 100 152 0

Van de 102 senatoren werden 76 rechtstreeks verkozen (de helft van het aantal volksvertegenwoordigers) en 26 aangeduid door de provincieraden (wat nieuw was in het kiessysteem).

Partij Stemmen % Zetels
Katholieken 597.184 52,5 52
Liberalen 495.288 43,5 24
Kartels (liberalen-socialisten) 28.812 2,5
Socialisten 16.535 1,5
Ongeldig/blanco
Totaal 1.137.819 100 76

Kieskringen

bewerken

De verdeling van zetels over de arrondissementele kieskringen was als volgt voor de Kamer van volksvertegenwoordigers.[2] Er waren geen wijzigingen in zetelverdeling of kieskringen ten opzichte van de vorige verkiezingen.

Provincie Arrondissement Kamer Gewonnen door
Antwerpen Antwerpen 11 Katholieken
Mechelen 4 Katholieken
Turnhout 3 Katholieken
Limburg Hasselt 3 Katholieken
Maaseik 1 Katholieken
Tongeren 2 Katholieken
Oost-Vlaanderen Aalst 4 Katholieken
Oudenaarde 3 Katholieken
Gent 9 Katholieken
Eeklo 1 Katholieken
Dendermonde 3 Katholieken
Sint-Niklaas 4 Katholieken
West-Vlaanderen Brugge 3 Katholieken
Roeselare 2 Katholieken
Tielt 2 Katholieken
Kortrijk 4 Katholieken
Ieper 3 Katholieken
Veurne 1 Katholieken
Diksmuide 1 Katholieken
Oostende 2 Katholieken
Brabant Leuven 6 Katholieken
Brussel 18 Katholieken
Nijvel 4 Liberalen (3), Katholieken (1)
Henegouwen Doornik 4 Katholieken
Aat 2 Katholieken
Charleroi 8 Socialisten
Thuin 3 Liberalen
Bergen 6 Socialisten
Zinnik 3 Socialisten
Luik Hoei 2 Liberalen
Borgworm 2 Katholieken
Luik 11 Socialisten (6), Liberalen (5)
Verviers 4 Socialisten
Luxemburg Aarlen 1 Liberalen
Marche 1 Katholieken
Bastenaken 1 Katholieken
Neufchâteau 1 Katholieken
Virton 1 Liberalen
Namen Namen 4 Liberalen (3), Socialisten (1)
Dinant 2 Katholieken
Philippeville 2 Liberalen
152

Verkozenen

bewerken