Brandaris (schip, 1923)

voormalige reddingboot van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM)

De Brandaris is een voormalige reddingboot van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Het schip is genoemd naar de vuurtoren Brandaris van Terschelling. Het gerestaureerde reddingschip ligt in de haven van Terschelling.

Brandaris
Brandaris op het IJ op 12 maart 1923
Brandaris op het IJ op 12 maart 1923
Geschiedenis
Werf NSM Amsterdam Kromhout
In de vaart genomen 1923
Uit de vaart genomen 1960
Thuishaven West-Terschelling
Eigenaren
Eigenaar NZHRM
Vroegere eigenaren 1923-1960 KNRM Terschelling
Latere eigenaren 1960-1966 KNRM Scheveningen
Algemene kenmerken
Type reddingboot
Lengte 18,35 m
Breedte 4,75 m
Diepgang 1,4 m
Tonnenmaat 46 m³
Voortstuwing en vermogen 2 Kromhout 1 cilinder Middel druk gloeikop motoren elk 45 pk;
1949: 2x Glennifer 6 cil. 120 pk
Vaart 8,5 knopen
na 1949: 9,25 knopen
Portaal  Portaalicoon   Maritiem

Nadat de eerste Brandaris in 1921 was vergaan, kreeg Terschelling in 1923 een nieuwe reddingboot. Het was de eerste dubbelschroefs motorreddingboot ter wereld. In 37 jaar redde de Brandaris II meer dan 500 schipbreukelingen, vaak onder zware omstandigheden. Zijn eerste grote actie was in 1926 toen het Poolse stoomschip Wisla in nood raakte op de Jacobsruggen. De Brandaris kwam het schip tot tweemaal toe te hulp, maar kon niet voorkomen dat twee bemanningsleden van het Poolse schip verdronken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog oorlog voer de Brandaris gewoon door, ondanks de aanwezigheid van zeemijnen. Hij voer in de oorlogsjaren net als alle andere reddingboten onder de vlag van het Rode Kruis en had de status van particulier hospitaalschip.

In 1949 lukte het om in een zware storm alle 26 bemanningsleden van het doormidden gebroken Poolse schip Katowice te redden. Het schip met een dure lading ongelooide huiden aan boord ging verloren. De Katowice en een van de aangespoelde reddingsboten bleken vol met gesmokkelde sigaretten te zitten.[1]

In 1960 werd de Brandaris vervangen door de zelfrichtende motorreddingboot Carlot. De Brandaris deed nog enkele maanden dienst op Oostmahorn en vijf jaar daarna op reddingstation Scheveningen.[2] In 1966 werd het door een particulier tot motorjacht verbouwd. Het schip voer onder meer op de Middellandse Zee, maar meerde af en toe aan in de haven van Terschelling.

Stichting Motorreddingboot Terschelling

bewerken

In 2011 werd het schip aangekocht door de Stichting Motorreddingboot Terschelling.[3] In eerste instantie was het de bedoeling dat de Brandaris II aan wal zou komen te staan, later werd gekozen om hemt weer zeewaardig te maken.[4] De Stichting kreeg twee weinig gebruikte identieke Kromhoutmotoren aangeboden. Nadat het onderwaterschip was geconserveerd werd het schip in mei 2013 de haven van Terschelling binnengesleept. Daar werd elektra aangelegd en kreeg de kajuit een nieuwe vloer. Vervolgens werd de Brandaris naar Zaandam gebracht waar de twee Kromhoutmotoren werden geplaatst. Tevens kwam er een nieuwe betimmering en kreeg het schip een complete navigatie-outfit.[5] Sindsdien wordt de Brandaris gebruikt voor verschillende excursies en als speciale vergaderlocatie. Bij te veel ijsgang wordt de Brandaris ingezet om de weg vrij te maken voor de latere reddingboot.

Literatuur

bewerken