Bunker Ni8

bunker te Pamel, onderdeel van de KW-linie

Bunker Ni8 is een bunker daterend uit 1939 gelegen te Pamel (Roosdaal) en is onderdeel van de zuidelijke aftakking van de KW-linie, meer bepaald van de aftakking Ninove-Waver.[1]

Zicht op bunker Ni8

Context

bewerken

De bunker Ni8, maakt samen met bunkers Ni6, Ni7, en Ni9 deel uit van het eindpunt van de zuidelijke aftakking van de zogenaamde IJzeren Muur die in het voorjaar van 1939 in opdracht van de Belgische staat werd gebouwd ter verdediging van Brussel.[2]

Deze linie, aangelegd om het neutraliteitsprincipe van België aan de vooravond van Wereldoorlog Twee kracht bij te zetten tegenover Duitsland, heeft echter nooit dienstgedaan. Al snel na de inval van het Duitse leger in mei 1940 werden de bunkers dichtgemetst en de overige delen van de linie (waaronder de cointetelementen)[3] hergebruikt.

Ligging

bewerken

Bunker Ni8 is de meest noordelijk gelegen bunker van de vier bunkers op het grondgebied van Roosdaal gebouwd in 1939. Remi Van Havermaet (Kamstraat) werd hiervoor 3 jaren onteigend en een doorgangsrecht van 2 meter breedte en 60 meter lengte werd vastgelegd bij Koninklijk Besluit.[4] De bunker Ni8 ligt anno 2020 te midden van akkerland en is niet bereikbaar voor het publiek.[5]

Beschrijving

bewerken

Constructie

bewerken

Bunker Ni8 is een type 1 bunker (grotere type) en was in staat om granaatinslagen van het type 150 mm te weerstaan. De muren en het dak zijn 1,30 meter dik en de funderingen van de constructie zijn 2 meter diep.

Om de bunker aan het zicht van de vijand te onttrekken in het landschap werd de buitenzijde bekleed met cementen noppen, zogenaamde "eitjes" of Tiroler "tepeltjes" die in stroken van zwart en groen geschilderd werden. Hierdoor droegen ze bij tot de illusie van gebladerte. Het dak van de bunker zelf werd bekleed met een camouflagenet, dat met de 16 haken werd vastgemaakt.[6]

De toegang tot de bunker bevindt zicht in het noorden achter een schermmuur. De overige muurpartijen zijn opengewerkt door één schietgat in een nis voor het opstellen van een mitrailleur in het oosten, één schietgat in een nis in het westen, één schietgat gelijk met de buitenwand in het zuiden, één vals schietgat in een nis en één vals schietgat gelijk met de buitenwand.[7]

Bewapening

bewerken

Bunker Ni8 was uitgerust met 3 machinegeweren: één lichter mitrailleurgeweer en twee zware machinegeweren van het type "Maxim".[8] De zware Maxim-mitrailleur was een automatisch wapen dat steunde op een sledeaffuit en een spilsteun. De loop kon lichtjes overlangs bewegen hetgeen het aanvoeren van de patronen mogelijk maakte terwijl door de terugloop van het kulasmechanisme het laden automatisch geschiedde. Men kon er schot voor schot en onafgebroken automatisch - 400 schoten per minuut - mee vuren. Dit wapen werkte met waterkoeling (4 liter). Bij vorst moest er glycerine aan toegevoegd worden. Het had een lengte van 1,200m, woog, met water, 21kg 650 en had een laadband van 250 patronen van kaliber 7.65 mm. Het lichte mitrailleurgeweer was een MG 1930, model Browning. Het was een automatisch wapen dat een deel der gassen benuttigde. De patronen (ook kaliber 7.65 mm) werden aangevoerd door middel van patroonhouders die 20 patronen bevatten. Met dit wapen kon schot voor schot en ook automatisch, met of zonder vertrager, gevuurd worden. De vuursnelheid (snelvuur) was ongeveer 600 schoten per minuut; met vertrager 300. Samen met de vork woog het 9 kg 300. De totale lengte met vlamdekker was 1m15. Voor de munitievoorraad was er weinig plaats: niet meer dan voor 1 tot 2 dagen.[2]

Bezetting

bewerken

De bezetting van een kleine bunker bestond uit 7 man: een sergeant (de sectieoverste), 2 korporaals en 4 soldaten, dus 3 man per mitrailleur: een chef, een schutter en een lader en de sectiechef, gewoonlijk een sergeant. Overdag, in vredestijd, bleven er 3 manschappen binnen en 3 buiten in de loopgrachten. 's Nachts waren er steeds 3 van wacht: 1 binnen en 2 buiten.[2]

De bunker als erfgoed

bewerken

De erfgoedwaarde van de bunker werd in 2019 formeel vastgesteld en de constructie is sindsdien ook opgenomen op de inventaris van bouwkundig erfgoed in Vlaams Brabant.[7]