Burgerunie van Georgië

voormalige politieke partij in Georgië

De Burgerunie van Georgië (Georgisch: საქართველოს მოქალაქეთა კავშირი, Sakartvelos Mokalaketa Kavsjiri, afgekort SMK) of simpelweg Burgerunie was een politieke partij in Georgië tussen 1993 en 2003 die het landsbestuur domineerde in die periode. De partij werd opgericht door waarnemend staatshoofd Edoeard Sjevardnadze en was de machtsbasis voor Sjevardnadze, die door de Rozenrevolutie in 2003 ten val werd gebracht. De toen inmiddels uit elkaar gevallen Burgerunie hield daarna feitelijk op te functioneren als politieke partij en verdween van het toneel.

Burgerunie van Georgië
საქართველოს მოქალაქეთა კავშირი
Logo
Geschiedenis
Opgericht 1993
Opheffing 2003
Algemene gegevens
Actief in Georgië
Hoofdkantoor Tbilisi
Krant Mokalake (Burger)
Aantal leden 112.000 (1999)
12.000 (jongeren, 1999)
Richting centrumlinks
Motto Van stabiliteit naar welvaart
Kleuren
Afkorting SMK
Jongeren­organisatie Jongerenunie van Georgische Burgers
Internationale organisatie Socialistische Internationale
Portaal  Portaalicoon   Politiek
Georgië

Leiderschap

bewerken
 
Oprichter en voorzitter Sjevardnadze

De partij werd vanaf de oprichting in 1993 tot en met 17 september 2001 geleid door Edoeard Sjevardnadze.[1] Hij vertrok als partijvoorzitter vanwege aanhoudend conflict met de hervormingsgezinden in de partij en regering waar hij zich niet achter kon scharen.[2]

Door een interne strijd tussen de hervormingsgezinde en conservatieve krachten zat de partij negen maanden zonder voorzitter. Op 29 juni 2002 werd staatsminister Avtandil Dzjorbenadze unaniem gekozen tot voorzitter, nadat Sjevardnadze hem had voorgedragen.[3] Hij was daarmee effectief de laatste voorzitter van de Burgerunie.

Geschiedenis

bewerken

In het voorjaar van 1992 kwam de voormalige leider van de Georgische sovjetrepubliek en Sovjet-buitenlandminister Edoeard Sjevardnadze terug naar Georgië om het land te leiden na de staatsgreep tegen president Zviad Gamsachoerdia. De tijdelijke regering onder leiding van Sjevardnadze organiseerde parlementsverkiezingen in najaar 1992, waarin Sjevardnadze zich via een directe stem liet kiezen als parlementsvoorzitter. Het parlement benoemde hem bij gebrek aan een president op 6 november 1992 tot staatshoofd.[4] Er kwamen 24 partijen en electorale blokken in het 235-koppige parlement, waarbij het grootste blok 29 zetels groot was.[5] Ondanks een consolidatie van een aantal fracties werd de politieke slagkracht van Sjevardnadze en de regering beperkt door deze fragmentatie.

Oprichting

bewerken

Om zijn machtsbasis uit te breiden richtte Sjevardnadze in november 1993 samen met de Groene Partij van Georgië, 'Eenheid en Welvaart' en 'Genootschap van Tbilisi' de Burgerunie van Georgië op.[6] Sjevardnadze werd op 28 november 1993 benoemd tot partijvoorzitter,[7] terwijl de leider van de Groene Partij, parlementslid Zoerab Zjvania, werd benoemd tot algemeen secretaris, een functie die hij tot de verkiezingen van 1995 vervulde. In 1994 werd de Burgerunie formeel geregistreerd als partij.

Electoraal succes

bewerken

Voor de parlementsverkiezingen van 1995 had de partij een aantal politieke speerpunten geformuleerd. Het wilde de wettelijke basis leggen voor staatsopbouw en -hervormingen en zorgen voor macro-economische stabiliteit. Tevens streefde het naar herstel van de territoriale integriteit van Georgië en het centrale gezag over Abchazië, Zuid-Ossetië en Adzjarië. Tegelijkertijd met de parlementsverkiezingen werden presidentsverkiezingen gehouden, de eerste sinds de staatsgreep begin 1992 die president Zviad Gamsachoerdia had verjaagd. De Burgerunie steunde hierbij partijleider Sjevardnadze in zijn kandidatuur.[6]

De Groene Partij van Georgië, een van de oprichters van de Burgerunie, had voor de parlementsverkiezingen een drietal kandidaten op de kieslijst van de Burgerunie, waaronder Zoerab Zjvania. De Burgerunie kreeg 23,7% van de proportionele stemmen en kwam met 108 van de 235 zetels in het parlement. Het werd hiermee veruit de grootste fractie.[5] Zoerab Zjvania werd door het parlement aangewezen als parlementsvoorzitter, waarmee hij het stokje overnam van Sjevardnadze die tot president van Georgië was verkozen.

Democratische hervormingen

bewerken
 
Parlementsvoorzitter Zoerab Zjvania (l), Nino Boerdzjanadze (m) en de latere president Micheil Saakasjvili (r) behoorden tot de hervormers binnen de Burgerunie.

Het parlement had ondanks de dominantie van de Burgerunie betrekkelijk weinig invloed op het beleid van Sjevardnadze en de uitvoerende regering.[8] Niettemin werd onder leiding van parlementsvoorzitter Zjvania en andere jonge hervormingsgerichte leiders in de Burgerunie essentiële wetgeving aangenomen en vonden er snelle positieve democratische veranderingen plaats in de wetgevende macht, wat leidde tot internationale erkenning. Baanbrekende juridische hervormingen werden gedreven door Burgerunie-parlementslid Micheil Saakasjvili, de toenmalige voorzitter van de parlementaire commissie Juridische Zaken.[9]

Georgië had langzaamaan de weg omhoog gevonden na de extreem harde landing in de periode 1991-1994, er was economische groei, de broodnodige internationale financiële steun kwam los en er was een toenemend gevoel van stabiliteit en vooruitgang in het land.[10] De belangrijkste missie van Sjevardnadze en zijn partij. De partij wist op dat gevoel, met een sociaal gericht programma,[6] en een uitgekiende polaire campagne de parlementsverkiezingen van 1999 overtuigend te winnen en de absolute meerderheid te behalen.

De jongere hervormingsgezinde generatie binnen de partij, die veel contact had met NGOs, presenteerde de partij als 'pro-westers' tegenover de grootste electorale concurrent Unie voor Democratische Wedergeboorte van de Adzjaarse leider Aslan Abasjidze die als 'pro-Russisch' werd neergezet. Dit dwong kleinere partijen, die moesten vrezen voor de kiesdrempel, zich bij een van deze twee blokken aan te sluiten.[11] De kloof tussen de conservatieve en hervormingsgezinde krachten binnen de partij begon echter groter te worden.

Botsing hervormers en conservatieven

bewerken
 
Nino Boerdzjanadze, de eerste die vertrok uit de parlementsfractie

Vanaf 2000 raakte de partij in verval door botsingen tussen de verschillende stromingen, waarbij de jonge hervormingsgerichte garde de bestuurscultuur van Sjevardnadze gebouwd op de Sovjet-nomenklatoera onder druk zette. De invloed van deze 'jonge hervormers' in de partij groeide eerst tot een hoogtepunt in 2000, waarbij ze doordrongen tot het kabinet. Micheil Saakasjvili werd minister van Justitie en profileerde zich steeds nadrukkelijker met zijn anti-corruptie agenda. Kort na de verkiezingen van 1999 vertrok Nino Boerdzjanadze als eerste uit de fractie.

Uiteindelijk barstte de bom in 2001,[12] wat leidde tot het vertrek van hervormingsgerichte kabinetsleden, het uit elkaar vallen van de parlementsfractie in verschillende groepen,[13] en het vertrek van Sjevardnadze als partijvoorzitter met een geprolongeerde leiderschapscrisis tot gevolg.[2] De inval van de autoriteiten bij het populaire kritische tv-station Rustavi-2 in oktober 2001 was de laatste druppel, wat tevens leidde tot volksprotesten en het ontslag van het kabinet. De meeste hervormers waren inmiddels naar de oppositie overgestapt. Saakasjvili begon zijn eigen partij Nationale Beweging nadat hij in oktober 2001 via een tussentijdse verkiezing van een districtszetel een plek terug in het parlement had veroverd. De hervormingsgezinde parlementsvoorzitter Zoerab Zjvania werd door Sjevardnadze gedwongen op te stappen.

Zjvania probeerde vervolgens eind 2001 het leiderschap van de partij naar zich toe te trekken voor een progressieve hervormingsgezinde koers.[14] Het ontbrak hem daarbij aan steun in de afdelingen in de regio's,[15] en hij verliet de Burgerunie in de loop van 2002 om een eigen partij op te richten. Negen maanden nadat Sjevardnadze opgestapt was, werd op zijn voordracht op 29 juni 2002 staatsminister Avtandil Dzjorbenadze unaniem gekozen tot voorzitter.[3]

Electorale afrekening

bewerken
 
Sjevardnadze werd steeds meer mikpunt van spot (Rozenrevolutie 2003)

De gang van zaken liet diepe sporen na. De partij werd hard afgestraft bij de lokale verkiezingen van juni 2002, en behaalde in hoofdstad Tbilisi de kiesdrempel van 7% niet. Met ruim een jaar te gaan tot de parlementsverkiezingen van 2003 blokkeerde het de partij pogingen om de verkiezingscode te moderniseren en weigerde het de macht op te geven in de centrale verkiezingscommissie. Dit werd gezien als opmaat naar verkiezingsfraude.

De Burgerunie verpakte zichzelf voor de verkiezingen in een electoraal blok onder de noemer 'Voor een Nieuw Georgië'. Hierin zaten de naast de Burgerunie onder andere de Groene Partij, de Socialistische Partij en de Nationale Democratische Partij. De oppositie had een goede startpositie om de verkiezingen te winnen, maar was verdeeld en kreeg geen volledige eenheid voor elkaar. Sjevardnadze probeerde ondertussen de Adzjaarse leider Abasjidze en zijn Unie voor Democratische Wedergeboorte aan zich te binden voor steun na de verkiezingen, maar Abasjidze sloeg dit af.

Revolutie

bewerken
 
Protesten bij het parlement

Het blok van de Burgerunie zou volgens de officiële telling 21,3% van de proportionele stemmen gekregen hebben, met districtszetels goed voor 57 zetels, een verlies van 74. De Unie voor Democratische Wedergeboorte zou de tweede grootste partij zijn geworden met 18,8% van de stemmen.[5] Volgens de parallelle telling was dit 18,9% en zou de Verenigde Nationale Beweging van voormalig justitieminister Micheil Saakasjvili de winnaar zijn met 26,6% van de stemmen.[16] De fraude was het meest opzichtig bij de partij van Abasjidze, dat in de parallelle telling niet verder kwam dan 8,1%. De verkiezingen werden internationaal in scherpe bewoordingen bekritiseerd vanwege fraude en het gebrek aan voldoen aan internationale standaarden.

Er braken grootschalige protesten uit door de frauduleuze stembusgang en het grote verschil tussen de officiële uitslagen en de parallelle stemmentelling. De uitslag werd na de Rozenrevolutie ongeldig verklaard en in maart 2004 vonden nieuwe verkiezingen plaats waar de Burgerunie niet aan meedeed. De belangrijkste dissidenten uit de Burgerunie, Saakasjvili, Zjvania en Boerdzjanadze, leidden de overgangssituatie naar nieuwe verkiezingen.

Ideologie

bewerken

De ontwikkeling van scherpe ideologische doelen van de Burgerunie werd ondergeschikt gemaakt aan electoraal succes ten behoeve van politieke slagkracht. De visie was dat een brede machtsbasis nodig was om het land te stabiliseren uit de politieke chaos en versplintering van de voorafgaande jaren.[17] In lijn daarmee werd de partij gedreven door de voorkeur voor een sterke gecentraliseerde staat, aangevuld met een sociale agenda. De Burgerunie had een voornamelijk centrumlinkse oriëntatie en sloot zich in 1996 als waarnemer aan bij de Socialistische Internationale,[6] de wereldwijde koepelorganisatie van sociaaldemocratische partijen waaronder zich ook de Nederlandse PvdA bevindt.

De standpunten van de partij waren in economisch opzicht gericht op het versterken van de vrijemarkteconomie, gekoppeld aan corruptiebestrijding, het zekerstellen van belastinginkomsten ten behoeve van de staatsbegroting en het bevorderen van productie, ook als dat ten koste zou moeten gaan van liberaliseringsmaatregelen. In het sociale domein stond de partij voor banengroei, maatregelen ter verbetering van de sociale bescherming en het pensioenstelsel. Ten aanzien van buitenlands beleid streefde de partij naar integratie en samenwerking met de internationale gemeenschap. Het sprak zich in algemene termen uit over "goede nabuurrelaties" en volgde de overige voormalige Sovjetlanden in het streven naar actieve deelname aan het NAVO-programma "Partnerschap voor de Vrede". De partij was voorstander van een sterk presidentieel systeem voor het landsbestuur, dat Sjevardnadze in de nieuwe grondwet van 1995 vast had laten leggen. Tegelijkertijd streefde de partij onder het motto "sterke regio's en een sterk centrum" naar sterke zelfbesturende binnenlandse organen met uitbreiding van rechten van regionale autonomie.[6]

Verkiezingen

bewerken

Een overzicht van de landelijke verkiezingsuitslagen voor de partij.

Verkiezing Leider Proportioneel District
zetels
Totaal
zetels
# +/- Opmerking
Stemmen % Zetels
1995 Edoeard Sjevardnadze 504.586 23,7 90 18
108 / 235
(1)  108
1999 Edoeard Sjevardnadze 894.850 42,1 85 46
131 / 235
(1)  23
2003 Avtandil Dzjorbenadze 407.045 21,3 38 19
57 / 235
(1)  74 Uitslag ongeldig verklaard
Bronnen: CESKO,[5][18] Publika.[19]

Internationale relaties

bewerken

De partij werd in september 1996 op het 20e congres van de Socialistische Internationale in New York toegelaten als waarnemend lid.[6][20]

Zie ook

bewerken

Referenties

bewerken