De Biotoop is een woongemeenschap en creatieve broedplaats in Haren, gevestigd in het voormalige biologisch centrum van de Rijksuniversiteit Groningen.[1]

De Biotoop
Locatie
Locatie Haren, Nederland
Adres Kerklaan 30Bewerken op Wikidata
Coördinaten 53° 11′ NB, 6° 36′ OL
Status en tijdlijn
Status In gebruik
Oorspr. functie Biogisch centrum van de Rijksuniversiteit Groningen
Huidig gebruik Woongemeenschap
Creatieve broedplaats
Start bouw 1950
Bouw gereed 1953
Bouwinfo
Architect Rein H. Fledderus
Eigenaar Rijksuniversiteit Groningen
Detailkaart
De Biotoop (Groningen-Stad)
De Biotoop
Officiële website
Portaal  Portaalicoon   Civiele techniek en bouwkunde

Geschiedenis

bewerken

Het gebouw van De Biotoop was tot 2010 het biologisch centrum van de Rijksuniversiteit Groningen. Het complex werd in de jaren '50 opgezet en bereikte zijn huidige omvang rond 1970. Het ontwerp van het gebouw en de omliggende natuur was gericht op het ondersteunen van de biologische studies die er plaatsvonden. Na de verhuizing van de universiteit naar de Zernikecampus in Groningen in 2010, werd het gebouw verhuurd aan CareX, een organisatie die leegstand tegengaat. Eind 2010 trok de eerste groep CareX bewoners in het complex. In 2013 werd het huurcontract tussen de RUG en CareX ondertekend en kreeg het biologisch centrum een nieuwe naam: De Biotoop.[2]

In De Biotoop wonen ongeveer honderd mensen. Er werken ook nog eens tweehonderd mensen.[3] De mensen die er wonen, delen dingen met elkaar. Zoals de douches, wc's en een moestuin.[3] Ook is het een plek waar mensen hun creativiteit kunnen laten zien. Er zijn ateliers en werkplaatsen. Daar kunnen kunstenaars en ondernemers hun werk doen.[4] Er is ook een brouwerij.[5]

Toekomst

bewerken

De Biotoop kampt met enkele uitdagingen.[6] In 2023 werd bekend dat de bewoners en gebruikers zich moeten voorbereiden op een vertrek voor 1 januari 2028.[7] De gemeente Groningen heeft aangegeven dat het financieel onverantwoord is om het complex veel langer in stand te houden vanwege de technische veroudering van de gebouwen en de noodzaak van veel onderhoud op termijn.[7]