Decompactor

landbouwwerktuig

Een decompactor, diepgronder, of diepwoeler (kortweg woeler) is een getrokken of gedragen landbouwwerktuig gebruikt voor het uitvoeren van een primaire en diepe grondbewerking. Een woeler wordt gebruikt om vastgereden en verdichte akkers of graslanden los te trekken en op die manier bodemverdichting te herstellen. Na het woelen wordt geadviseerd om direct een vang(gewas) in te zaaien. De wortels van dat gewas kunnen ontstane poriën voor een deel fixeren.[1] Mogelijk nóg belangrijker is dat de bedekking van de bodem interne slemp voorkomt. Hierbij zakt de bouwvoor in elkaar en neemt de poriënfractie af met als gevolg een afname van het luchtgehalte, de waterberging en de waterdoorlatendheid.[2] Een woeler wordt niet gebruikt om een zaaibed te creëren omdat het werktuig de bovenste laag van de grond niet bewerkt. Echter kunnen er achterop de woeler extra machines worden opgebouwd om een akker zaaiklaar te leggen.

Voorzetwoeler met zes woelpoten. De tanden zijn zijdelings gekromd en beveiligd met een breekboutbeveiliging.

Werking

bewerken
 
Woeler met woelpoten in een V-vorm. Onderaan de woelpoten zitten de woelplaten.

Een woeler haalt de grond boven de bewerkingsdiepte los en tracht daarmee de waterberging tijdelijk te vergroten. Het frame van de woeler is voorzien van een aantal lange tanden, ook wel woelpoten genoemd. De woelpoot bestaat meestal uit een tand en een beitel. De woeltand gaat verticaal de grond in en is naar voren gekromd. Sommige woelers hebben zijdelings gekromde tanden in plaats van rechte tanden. Dat betekent dat de tand niet alleen naar voren kromt, maar ook naar recht of links kromt. Onderaan de tand zit de beitel, ook wel woelplaat genoemd, die de grond oplicht en zijdelings wegduwt. Zo worden storende grondlagen gebroken opdat de doorlaatbaarheid en structuur van de grond verbetert. Er bestaan ook oscillerende woelers waarbij de woelpoten een trillende beweging maken en daardoor de bodem extra losmaken. De woeltanden van een woeler zijn zo goed als altijd voorzien van een breekboutbeveiliging. Indien de woelpoot op een onverzettelijk voorwerp in de grond stuit, breekt de bout waardoor de woelpoot loskomt van het frame. Hierdoor wordt vermeden dat de woelpoot of zelfs de gehele woeler schade oploopt. Als alternatief voor breekbouten kunnen woelpoten ook uitgerust worden met een drukveer of hydraulische overbelast-beveiliging. De woelpoot kan dan bij een obstakel naar achteren kantelen en breekt niet af. Eenmaal de woelpoot over het obstakel heen gekanteld is, zorgt de veer of hydraulische druk ervoor dat de woelpoot weer naar de originele positie komt. Woelers met één rij woelpoten, al dan niet versprongen, worden vaak gebruikt in combinatie met ander werktuigen aangebouwd achterop de woeler zoals bijvoorbeeld een rotorkopeg. In dat geval spreekt men over een voorzetwoeler. Woelers met meerdere rijen woelpoten of waarbij de woelpoten in een V-vorm staan zijn dan weer minder geschikt als voorzetwoeler. Vaak is een woeler uitgerust met een nalooprol, ook wel wals genoemd. Zo een nalooprol, bijvoorbeeld een profielringrol of buizenrol, dient om de grond na het diepwoelen weer een klein beetje aan te drukken.

 
Getrokken diepwoeler met twee rijen woelpoten en een dubbele profielringrol in Saffron Walden, Verenigd koninkrijk. Dit type nalooprol zorgt voor de diepteregeling.

De werkdiepte van een woeler ligt ongeveer rond de 30 à 60 cm en is, indien de akker jaarlijks geploegd wordt, liefst een vijftal cm dieper dan de gebruikelijke ploegdiepte. Sommige woelers kunnen de grond tot 80 cm diep los trekken.[3] De werkdiepte van het werktuig is instelbaar met behulp van de achterhef van de tractor, de aanwezige dieptewielen, of de aanwezige nalooprol. Een woeler, gedragen door een tractor, heeft typisch een werkbreedte van 3 meter en vraagt een vermogen van ongeveer 150 pk. Er bestaan ook getrokken diepwoelers, meestal hydraulisch opklapbaar, die werkbreedtes tot acht meter kunnen hebben.[4]

De minder diepgaande vorm van een woeler is een cultivator met diepe tanden, ook wel grondbreker genoemd. Een woeler bewerkt de bovenste grondlaag amper terwijl een grondbreker dat meestal wel doet. Beiden types landbouwwerktuigen lopen echter in elkaar over waardoor hybride uitvoeringen tussen woelers en diepgaande cultivatoren veelvuldig beschikbaar zijn.

Een extreme vorm van een woeler is een ondergronder, ook wel ripper genoemd. Deze heeft meestal slechts één woelpoot, maar werkt dieper in de grond. Een ondergronder kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor het plaatsen van ondergrondse leidingen. Het gebruik van een ondergronder kan een aanwezig drainagesysteem beschadigen als de bewerkingsdiepte te groot is.

Galerij

bewerken
bewerken

Referenties

bewerken
  1. Sander Bernaerts, Marije van Beek (november 2009). Test zes voorzetwoelers: verschillen zijn groot. LandbouwMechanisatie 2009
  2. Nutriënten Management, Instituut NMI (september 2019). bodemleven en (bodem)biodiversiteit. Kans voor Klei 2019
  3. Cultermatic. www.imants.com. Geraadpleegd op 29 juli 2024.
  4. (en) Cultiplow Platinum Foldable — Agrisem — Soil looseners. Agrisem. Geraadpleegd op 7 september 2024.
Zie de categorie Diepwoelers van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.