Eje, Eye of Iyi was een farao uit de 18e dynastie van het oude Egypte. De naam Eje is onduidelijk vertaald, eigenlijk staat er Itefnetjer-iyi, hetgeen betekent: "Goddelijke vader, Eje". Zijn tweede naam luidt Chepercheperoere-Irimaat en betekent "Langdurig zijn de manifestaties van Re, dat doet wat goed is".

Eje
Eye, Iyi
Studie portret van een man, mogelijk farao Eje Altes Museum
Studie portret van een man, mogelijk farao Eje
Altes Museum
Farao van de 18e dynastie
Periode ca. 1323-1319 v.Chr.
Voorganger Toetanchamon
Opvolger Horemheb
Vader Yuya
Moeder Thuya
Namen van de farao in Egyptische hiërogliefen
Serech of Horusnaam
G5
E1
D40
S15N28
THREE
Nebtynaam
G16
S42F9
F9
d
r
D40
S22
t t
N25
Gouden Horusnaam
G8
S38qC10sL1r
N16
N16
Praenomen of troonnaam
M23
t
L2
t
raxprxprZ3D4
Aa11
t
Nomen of geboortenaam
G39N5
 
R8it
f
iA2ii
Portaal  Portaalicoon   Egyptologie

Familie

bewerken

De egyptoloog Nicholas Reeves somt in één adem de familie van Eje op:[1]

Aton-priester

bewerken

De koning was eerst een priester in de Aton-cultus, toen volgde hij de koning op. Eje was een van de belangrijke figuren in de Aton-cultus, hij had de titel superintendant van de koninklijke paarden en Gods vader, een priesterlijke titel. Hij had waarschijnlijk bloedbanden met Achnaton. Mogelijk was hij de broer van Teye en/of de vader van Nefertiti, maar dit is echter niet zeker.[2] In Amarna liet hij een groot graf voor zichzelf bouwen, maar dit is echter onafgewerkt. Na de dood van Achnaton was hij een van de vertrouwensmannen van Toetanchamon en had hij hoogstwaarschijnlijk het bestuur van het rijk in handen.

Na de dood van Toetanchamon volgde Eje hem op, al zou hij aanvankelijk mogelijk enkel regent zijn geweest voor Toetanchamons weduwe Anchesenamon.[3] Uit een brief, teruggevonden in de Hettitische hoofdstad Hattusa, blijkt dat Anchesenamon de Hettitische koning Suppiluliuma I had verzocht om een zoon te sturen om het bewind van Egypte over te nemen.[3] Dit verzoek werd met het nodige wantrouwen ontvangen in Hattusa, maar na een gezant te hebben uitgestuurd om de zaak te onderzoeken, stuurde Suppiluliuma inderdaad een van zijn zoons.[4] Maar deze prins Zannanza werd onderweg vermoord, hetgeen mogelijk werd gedaan door strijdkrachten trouw aan generaal Horemheb, wat tot een langdurige strijd met de Hettieten zou leiden.[4] Dit is duidelijk zichtbaar in het graf van Toetanchamon, waar hij de mondopeningsceremonie verricht bij de overleden farao. Hij huwde met de vrouw van Toetanchamon, Anchesenamon, die eveneens de zus van Toetanchamon was en hij volgde dezelfde politiek van zijn voorganger.

Eje was echter al oud toen hij de troon besteeg en hij was zich bewust van de ambities van de generaal Horemheb.[5] Daarom benoemde hij de militair Nachtmin - mogelijk zijn kleinzoon - tot zijn opvolger.[5] Dit bleek echter een maat voor niets, want nog voor Eje's derde regeringsjaar was Nachtmin al uit de documenten verdwenen (en mogelijk dus gestorven).[5] Horemheb zou hem, nadat Eje vier jaar had geregeerd, opvolgen en een damnatio memoriae over hem en zijn voorgangers uitspreken.

Bouwwerken

bewerken

Galerij

bewerken
Zie de categorie Eje van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.