Bosogentroost

soort uit het geslacht ogentroost
(Doorverwezen vanaf Euphrasia nemorosa)

De bosogentroost (Euphrasia nemorosa, synoniem: Euphrasia curta) is een eenjarige plant uit de bremraapfamilie (Orobanchaceae) en is een halfparasiet. De soort komt van nature voor in Noordwest- en Midden-Europa en Azië en is van daaruit verspreid naar Noord-Amerika. De soort is inheems in Nederland en België. In Nederland is het een zeldzame soort. Het aantal chromosomen is 2n = 44.[1] De bosogentroost lijkt veel op de stijve ogentroost (Euphrasia stricta) en wordt door Heukels als een synoniem beschouwd van de stijve ogentroost. De stengel van de stijve ogentroost is niet behaard, terwijl die van bosogentroost wel behaard is.

Bosogentroost
Bosogentroost
Taxonomische indeling
Rijk:Plantae (Planten)
Stam:Embryophyta (Landplanten)
Klasse:Spermatopsida (Zaadplanten)
Clade:Bedektzadigen
Clade:'nieuwe' Tweezaadlobbigen
Clade:Lamiiden
Orde:Lamiales
Familie:Orobanchaceae (Bremraapfamilie)
Geslacht:Euphrasia (Ogentroost)
Soort
Euphrasia nemorosa
(Pers.) Wallr. (1815)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Bosogentroost op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De plant wordt 10-40 cm hoog met vertakte, fijn behaarde stengels. De brede, elliptische tot langwerpig-driehoekige, donker- of paarsgroene, tot 12 mm lange bladeren zijn vaak behaard en hebben een getande bladrand. Aan de onderkant van het blad springen de nerven iets uit. De afstaande, eironde schutbladen hebben aan beide kanten vier tot zes spitse of kort genaalde tanden.

De bosogentroost bloeit vanaf juni tot in oktober met witte, 5-8 mm grote, tweelippige bloemen, waarvan de bovenlip soms blauw aangelopen of lila is. De onderlip heeft als honingmerk een gele vlek. De buitenzijde van de bloemkroon is behaard. De kelk is 4-6 mm lang en heeft eivormige, 2-3 tandige lobben. De bloemkroonbuis steekt niet of nauwelijks uit de kelkbuis. De helmknoppen zijn donkerbruin.

De vrucht is een 4-6 mm lange doosvrucht, die iets korter dan of even lang is als de nog aanwezige kelk. Het 1,2–1,6 mm lange, smal ellipsoïd-langwerpige zaad is geribbeld.

De bosogentroost groeit op vrij droge, voedselarme grond in grasland, heide, zeeduinen en bosranden.

bewerken
Zie de categorie Euphrasia nemorosa van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.
Wikispecies heeft een pagina over Euphrasia nemorosa.