Franz Kinzl

dirigent uit Oostenrijk (1895-1978)

Franz Kinzl (Mettmach, 2 juli 1895Lambach, 23 oktober 1978) was een Oostenrijkse componist, dirigent, onderwijzer, hoboïst, organist en muziekcriticus. Hij was een zoon van het echtpaar Franz Kinzl sen. en Elise Kinzl; zijn vader was eveneens onderwijzer en dirigent van het plaatselijk harmonieorkest (Musikverein Altenhof am Hausruck).[1]

Franz Kinzl
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Volledige naam Franz Kinzl
Geboren 2 juli 1895
Overleden 23 oktober 1978
Land Vlag van Oostenrijk Oostenrijk
Nevenberoep onderwijzer, dirigent, hoboïst, organist en muziekcriticus
Instrument orgel, hobo, piano
Leraren Julius Polzer, Franz Neuhofer, Josef Gruber
Belangrijkste werken 3 symfonieën, Die Stadt, Scherzfuge "Wer niemals einen Rausch gehabt, der ist kein braver Mann", Der Ackersmann, Ein Krimi
(en) Discogs-profiel
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Levensloop

bewerken

Kinzl studeerde pedagogiek aan het bisschoppelijke lerarenseminaar in Linz waar hij ook het vak muziek studeerde bij Julius Polzer[2][3] en studeerde vanaf 1912 aan de school van de muziekvereniging Linz, de voorloper van de huidige Anton Bruckner Privatuniversität Linz, hobo.[4][5] Verder studeerde hij privé bij Franz Neuhofer (zang) en bij een leerling van Anton Bruckner met naam Josef Gruber (orgel).[2][4][3][5]

Als onderwijzer werd hij vanaf 1914 werkzaam in Andrichsfurt en later in Eberschwang.[2][4][3] Gedurende de Eerste Wereldoorlog werd hij op 4 juli 1915 ingelijfd in het "keizerschuttesregiment nr. 2" in Bozen en was dirigent van diverse militaire muziekkapellen, onder andere ook van de muziekkapel van het zijn regiment in Bozen.[2][4][3] Gedurende de oorlog was hij uitsluitend aan de Zuidelijke front en kwam in Italiaanse krijgsgevangenschap.[4] In het camp van de krijgsgevangenen in Servigliano werkte hij wederom als concert- en theaterdirigent.[6] Na de oorlog behaalde hij aan de Musikakademie Wien, nu: Universität für Musik und darstellende Kunst Wien, in Wenen zijn diploma als kapelmeester.[2][4][3][5]

Hij was onderwijzer in Atzbach, waar hij in 1921 het blaasorkest (her)oprichtte,[7] Hirschbach im Mühlkreis en Linz (vanaf 1938 aan de "Knabenvolksschule").[2][4] Aan alle plaatsen was hij eveneens organist, dirigent van het kerkkoor en het blaasorkest.[2][4][5] Tussendoor liet hij zich vanaf 1925 van de schooldienst dispenseren en werd militaire kapelmeester van de muziekkapel van het Alpen­jagersregiment nr. 12 in Innsbruck (1925-1928).[2][4][3] Daarnaar ging hij weer in de schooldienst terug.[2][4][3]

Kinzl heeft in tegenstelling tot vele andere Duitse en Oostenrijkse componisten nooit verloochend, dat hij lid van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij is geweest.[8] Hij werd al in april 1933 - samen met zijn broer Fritz (Friedrich)[9] - lid van de partij en had de ledennummer 1 619 526.[8] In februari 1937 werd hij lid van het nazi-onderwijzersbond (NS-Lehrerbund).[8] Na de Tweede Wereldoorlog voltrok hij een 180°-wending van zijn politieke aanzichten en werd lid van de communistische partij van Oostenrijk (KPÖ).[8] Na de oorlog richtte hij in Stadl-Paura een orkest van muziekonderwijzers op en werd hun dirigent.[6]

Hij was eveneens docent voor muziek aan de Opper-Oostenrijkse lerarenacademie en muziekconsulent van de stad Linz.[5] Verder werkte hij als muziekadviseur voor het studio Linz van de Oostenrijkse publieke omroep ORF.[5] Later werd hij muziekrecensent en muziekcriticus van het dagblad "Neue Zeit".[5]

Als dirigent van blaasorkesten had hij de behoefte aan authentieke concertante blaasmuziek voor de muziekverenigingen uitgemaakt. Met uitzondering van de marsen en dansen was er toen niet veel originele muziek voor deze formaties op de markt. Voor Oostenrijk werd hij een van de grote initiatiefnemers onder de componisten, die deze orkestvorm met authentieke, zelfstandige, symfonische blaasmuziek verzorgde.[4] Daarnaast schreef hij ook werken voor orkest, vocale muziek en kamermuziek. Hij ontving de Anton-Bruckner-prijs van de Oostenrijkse deelstaat Opper-Oostenrijk en werd in 1965 door de Oostenrijkse Bondspresident Franz Jonas tot professor benoemd. In 1970 vertrok hij naar Lambach en overleed aldaar op 23 oktober 1978. De landelijke Oostenrijkse federatie voor blaasorkesten ("Österreichischer Blasmusikverband") heeft een medaille naar hem vernoemd, de Prof.-Franz-Kinzl-Medaille, die aan blaasorkesten uitgereikt wordt, welke meer dan 10 jaar tijdens de landelijke wedstrijden van deze federatie voortreffelijke resultaten hebben behaald.

Composities

bewerken

Werken voor orkest

bewerken
  • 1936: - Scherzfuge "Wer niemals einen Rausch gehabt, der ist kein braver Mann", symfonische variaties
  • - Concert, voor fagot en orkest
  • - Die Stadt, symfonisch gedicht
  • - 3 symfonieën

Werken voor harmonieorkest

bewerken
  • 1953: - Vino santo, ouverture
  • 1956: - Der Ackersmann, ouverture
  • 1958-1959: - Symfonie in c mineur, voor harmonieorkest - première: 15 mei 1960 in het "Landestheater Linz" door de "Militärmusik Oberösterreich" o.l.v. Rudolf Zeman[10]
  • 1961: - Froschmärchen, romantische ouverture vrij naar de Gebroeders Grimm
  • 1961: - Singendes Land, ouverture naar een lied uit Opper-Oostenrijk
  • 1962: - Concert, voor trompet en harmonieorkest
  • 1962: - Concertino
  • 1962: - Feierliches Einspiel
  • 1962: - Harmlose Scherze, ouverture
  • 1962: - Hubertusritt, ouverture
  • 1962: - Pilgerfahrt, ouverture
  • 1969: - Festlicher Gesamtchor, voor harmonieorkest
  • 1970: - Ein Krimi, symfonische story voor harmonieorkest
    1. Das Verbrechen
    2. Recherchen
    3. Indizienbeweis
  • 1970: - Feierliches Präludium, voor harmonieorkest
  • 1972-1973: - Skizzen zu einer Geschichte von Stadl-Paura
  • - A lustigö Eicht, kleine parafrase
  • - Die Waldruine, ouverture
  • - Jubiläums-Ouvertüre
  • - Manifestation, feestelijk voorspel
  • - Musik zum Frankenburger Würfelspiel
  • - Prologus brevis, ouverture
  • - Romantische Skizze

Missen en andere kerkmuziek

bewerken
  • - 6 Missen

Muziektheater

bewerken

Opera's

bewerken
Voltooid in titel aktes première libretto
1956 Die Jubilarin
Keuschheitsgürtel
Voltooid in titel aktes première libretto choreografie
1965 Seance 7 mei 1965, Linz, Landestheater[11]

Vocale muziek

bewerken

Cantates

bewerken
  • - Osterkantate, voor solisten, gemengd koor en orkest

Werken voor koor

bewerken
  • 1930: - Der Krug, voor gemengd koor

Liederen

bewerken
  • 1972: - Was ist Liebe?, voor zangstem en piano - tekst: Doris Dematté

Kamermuziek

bewerken
  • 1935: - Divertimento, voor klarinet, hoorn en fagot
  • 1937: - Bläserserenade, voor 12 blazers
  • 1938: - Trauersuite "In memoriam", voor hoornkwartet
  • 1961: - Konzert auf der Hausbank, 8 kleine Spelstukken voor 3 blaasinstrumenten
  • - Intrade, voor koperensemble en pauken
  • - Suite, voor hoornkwartet

Bibliografie

bewerken
  • Hartmut Krones: Die österreichische Symphonie im 20. Jahrhundert, Wien: Böhlau Verlag, 2005. 224 p., ISBN 978-3-205-77207-1
  • Wolfgang Suppan, Armin Suppan (1994). Das Neue Lexikon des Blasmusikwesens, 4. Ausgabe. Blasmusikverlag Schulz GmbH, Freiburg-Tiengen, p. 374. ISBN 3-923058-07-1. Geraadpleegd op 2 april 2014.
  • Eugen Brixel (1984). Das große oberösterreichische Blasmusikbuch - Mit Ehrentafel der oberösterreichischen Blasmusikkapellen, 1. Wien: Verlag Christian Brandstätter. ISBN 3-85447-031-2. Geraadpleegd op 2 april 2014.
  • Orchesterkatalog zeitgenössischer österreichischer Komponisten, Vienna: Österreichsicher Konmponistenbund, 1982.
  • Paul Frank, Burchard Bulling, Florian Noetzel, Helmut Rosner: (1974). Kurzgefasstes Tonkünstler Lexikon - Zweiter Teil: Ergänzungen und Erweiterungen seit 1937, 15. Auflage. Wilhelmshaven: Heinrichshofens Verlag. ISBN 3-7959-0083-2 (Band 1: A-K); ISBN 3-7959-0087-5 (Band 2: L-Z). Geraadpleegd op 2 april 2014.
  • Hans Kinzl, Franz Fliri, Herbert Paschinger u. a.: Festschrift für Hans Kinzl zum siebzigsten Geburtstag, Innsbruck, Österreichische Kommissionsbuchhandlung in Kommission, 1968. 160 p.
bewerken