Maria Simonsdr de Knuijt (ca. 16131681) was een rijke burgeres uit Delft en de echtgenote van Pieter Claesz van Ruijven, een welgestelde bierbrouwerszoon. Lange tijd werd gedacht dat zij de vrouw was van de belangrijkste beschermheer van schilder Johannes Vermeer voordat ontdekt werd dat het vooral De Knuijt was die de rol van mecenas vervulde met de verzameling van Vermeers werken en mogelijk heeft ze zelfs Vermeers artistieke ontwikkeling beïnvloed.

Biografie

bewerken

De Knuijt groeide enkele huizen van herberg Mechelen af, het huis waar de zes jaar jongere Vermeer woonde en kende hem waarschijnlijk al vanaf zijn jeugd. Ze begon rond 1657, het moment waarop Vermeer zijn stijl veranderde van traditionele religieuze en mythologische onderwerpen naar intieme taferelen van vrouwen in huiselijke interieurs, zijn werk te verzamelen. Dit suggereert dat zij hem mogelijk aanmoedigde in deze artistieke koers. Uit haar testament blijkt ook een nauwe band met Vermeer; ze liet hem 500 gulden na, wat wijst op een hechte vriendschap en wellicht zakelijke relaties, hoewel dit bedrag nooit werd uitbetaald omdat hij voor haar overleden was.

Na haar overlijden in 1681 en het overlijden van haar dochter Magdalena in 1682, werden zo’n 20 schilderijen van Vermeer geïnventariseerd in de nalatenschap van de familie.