Gebruiker:Chescargot/Toevoegingen voor Pastoraal Concilie van de Nederlandse Kerkprovincie
De Nederlandse katholiek kerk liep in de 1950er jaren nogal uit de pas van de doctrine van het Vaticaan in Rome. De Nederlandse kerkgemeenschap had grote moeite met de conservatieve ideeën van de wereldkerk, de hiërarchische structuren waarin nagenoeg geen rekening gehouden werd met de Nederlandse opinie over diverse maatschappij gerelateerde religieuze zaken die in het progressieve Nederland afweken van die in de wereldkerk.
In de jaren vijftig kreeg Nederland overwegend bisschoppen die minder gericht waren op behoud en disciplinering als voorheen, en die de overtuiging hadden dat hervorming nodig was van zowel de Nederlandse kerkprovincie én de Wereldkerk. Johannes Huibers verwoordde dat in 1960 met "Wij staan als tussen twee werelden op de drempel van een nieuwe tijd, die voor de hele wereld schijnt aangebroken. Er worden veranderingen en vernieuwingen gevraagd op alle gebied. En inderdaad, er zullen ook op kerkelijk gebied diep ingrijpende veranderingen moeten worden aangebracht over heel de wereld en ook in ons vaderland." Het was een uitspraak naar aanleiding van de aankondiging van het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965), welke een periode van revolutie in katholiek Nederland inluidde.
Bekkers zei in 1963 dat het gebruik van geboortebeperking een kwestie van het individuele geweten was. Daarmee nam hij afstand van het officiële katholieke standpunt dat anticonceptie niet toegestaan was. Het Vaticaanse concilie dat gericht was op hervormingen, werd dan ook door het Nederlandse episcopaat met open armen ontvangen. In De Nederlandse bisschoppen over het Concilie (1961), vermoedelijk geschreven door Edward Schillebeeckx, maar gepubliceerd in naam van de bisschoppen, werd kritiek geuit op het centralistische beleid dat het Vaticaan sinds de negentiende eeuw voerde. De bisschoppen legden de nadruk op het gelovige volk dat de basis vormde voor het handelen van de geestelijke hiërarchie. Het benoemingenbeleid na 1965 werkte door tot op het niveau van de leken. Brede consultaties van priesters en leken, soms zelfs niet-katholieken, lagen ten grondslag aan de voordrachten voor nieuwe bisschoppen.
Een tweede gevolg van het Vaticaanse concilie was een grote nadruk op dialoog, discussie en democratisering, iets waarin Nederland voorop liep vergeleken met de rest van de katholieke wereld. Overigens had de Nederlandse episcopaat een probleem: eensgezindheid tussen de bisschoppen en onder de gelovigen was ver te zoeken, hetgeen aan het licht kwam door juist deze openheid.[1] Het feit dat het aantal actieve gelovigen in Nederland onstopbaar aan het kelderen leek versterkte de schijn dat de openheid en democratisering hieraan bijdroegen.
Om deze zaken aan te pakken werd op initiatief van Kardinaal Alfrink het pastoraal concilie georganiseerd. Deze concilie vond plaats in zes plenaire zittingen in Noordwijkerhout en verspreid over een periode van 1968 tot 1970. Een dergelijke vergadering binnen een kerkprovincie was in de katholieke wereldkerk een primeur. De bisschoppen gingen hier het debat aan met een brede groep katholieken, over uiteenlopende thema’s die voorbereid waren door vijftien commissies.[2]
- ↑ Schalkwijk, Hilda van (april 2018). Toekomst van de kerk. Groene Blad 26 (105): 7-8
- ↑ Mulligen, Remco van (ed.), Bisschoppelijke hiërarchie - Pastoraal concilie. Tilburg University-Lucepedia. Geraadpleegd op 17 april 2021.