Gebruiker:Haaftjlv/IMranKahn^buza
Op 17 augustus 2018 behaalde Khan 176 parlementszetels en werd hij de 22ste premier van Pakistan, terwijl zijn tegenstander en oppositieleider Shehbaz Sharif bleef steken op 96 zetels. Kahn werd beëdigd op 18 augustus. Khan zette onmiddellijk een herschikking aan de top van de nationale bureaucratie door, waaronder de benoeming van Sikandar Sultan Raja tot minister van Spoorwegen, van Rizwan Ahmed tot minister van Marine en van Sohail Mahmood tot minister van Buitenlandse zaken. In militair opzicht was de benoeming van luitenant-generaal Asim Munir in de sleutelpositie van Directeur-Generaal van de Inlichtingendiensten cruciaal.[1].
Khan met Ali Khamenei en Hassan Rouhani
Khan presenteerde zijn kabinet spoedig na zijn beëdiging en koos ervoor zelf het ministerie van Binnenlandse zaken te leiden. Het merendeel van de leden van zijn kabinet waren eerder minister geweest tijdens het Pervez Musharraf-tijdperk en enkele dienden onder het kabinet van de Pakistaanse Volkspartij, dat het tijdperk Musharraf opvolgde. Khan heeft verklaard dat Pakistan, ondanks de moord op de Saoedisch-Amerikaanse journalist Jamal Khashoggi, voorrang moet geven aan goede relaties met Saoedi-Arabië vanwege de economische crisis.[2]. Hij voegde daaraan toe dat de sancties, die de V.S. buurland Iran oplegt, ook Pakistan treffen. Ook zei hij dat "het laatste waaraan de Moslim Wereld behoefte heeft is nog een conflict". De Trump-administratie beweegt zich wel in die richting.
Khan geeft voorrang aan nauwe banden met China, bewerend dat hij "niet veel weet" over concentratiekampen voor Oeigoeren moslims in China. Khan sprak steun uit voor het Turkse offensief in 2019 in Noord-Syrië. Op 11 oktober zei Khan tegen de Turkse president Recep Erdoğan" dat Pakistan de Turkse bezorgdheid over terrorisme volledig begrijpt.[3].