Gebruiker:Zomerklokje/Rembrandt
Kunst
bewerkenKunst is de vervaardiging van voorwerpen met een figuratieve, abstracte of decoratieve voorstelling met een religieuze, symbolische of esthetische inhoud of betekenis. [met een verhalende of illustratieve betekenis.]
De voorstellingen
Eerst magisch of sjamanistisch -> religieus / symbolisch; daarnaast propaganda / politiek (met vergoddelijking van de koning/farao)
Griekse revolutie: aanzien van de kunstenaar stijgt; originaliteit, ontwikkeling van kunst en ontstaan van 'kunstgeschiedenis'
Middeleeuwen: religieuze kunst naast 'artisanale kennis' -> kunst als evenknie van natuurkennis -> eind 17e eeuw: geleidelijke scheiding van kunst en wetenschap -> eind 18e eeuw: begin van esthetica en kunsttheorie
De moderne betekenis waarin kunst in de eerste plaats de persoonlijke uiting van een kunstenaar is, is geleidelijk vanaf de 17e eeuw ontstaan, maar vooral in 19e en 20e eeuw.
Kunst is het vervaardigen van objecten met een religieuze, symbolische of decoratieve betekenis of inhoud. [Sinds wanneer esthetica ?] In de 20e eeuw werd het begrip uitgebreid tot alles "wat een kunstenaar kunst noemt" (objet trouvé). Ook conceptuele kunst is een modern begrip, maar de werkwijze, waarbij de kunstenaar met het idee komt en assistenten het kunstwerk grotendeels onder zijn of haar supervisie uitwerken, is al eeuwen oud; Leonardo da Vinci, Rafaël en Rubens werkten bijvoorbeeld vaak op deze manier. Voor Michelangelo werd in de loop van carrière het idee belangrijker dan de uitwerking ervan. Kunst kan uiteenlopende vormen hebben: tekening, schilderij, stenen of bronzen beeldhouwwerken, keramiek, gebrandschilderd raam, wandtapijt, en (in de moderne tijd) collages, installaties, film, video. Tot op zekere hoogte wordt ook architectuur tot de kunst gerekend. In architectuur is vaak een samenwerking tussen kunstenaar en ingenieur, al dan niet verenigd in dezelfde persoon. Andere mengvormen zijn strip (kunst en literatuur) ...
De kunstgeschiedenis wordt verdeeld in verschillende stijlperiodes, waarin kunstenaars een gemeenschappelijke beeldtaal en werkwijze deelden. Het boek Art & Illusion van E.H. Gombrich is een klassieke studie over de vraag waarom er überhaupt stijlen bestaan en hoe het mogelijk is dat we aan de meeste kunstwerken kunnen zien waar en wanneer ze gemaakt zijn (het zogenoemde connoisseurschap). Zijn antwoord is onder andere dat het tekenen of weergeven van de werkelijkheid op een plat vlak een ingewikkeld proces is dat aangeleerd moet worden en dat wezenlijk verschilt van de manier waarop het brein in het dagelijks leven de wereld ziet en informatie verwerkt (hij verwijst hierbij naar onder anderen Karl Popper en J.J. Gibson). Tekenen is altijd een combinatie van waarnemen en reproduceren van wat je weet. Gombrich vatte dit samen in de zin: "Making comes before matching". Kunstenaars die naar de natuur werken, beginnen altijd (in hun hoofd of op papier of doek) met een voorbeeld of schema dat ze vervolgens aanpassen aan wat ze waarnemen. Kunstenaars zullen daarom in eerste instantie de traditie volgen en alleen de grote genieën zijn in staat een andere wending aan hun werkwijze te geven en zo een nieuwe 'stijl' te introduceren. Omdat stijlen zich langzaam ontwikkelen en de meeste kunstenaars doorgeven wat ze van hun meesters hebben geleerd, is het mogelijk de kunstgeschiedenis in stijlperiodes in te delen.
Clair-obscur
bewerkenClair-obscur betekent letterlijk "licht-donker" en is een teken- en schildertechniek om volume te suggereren door zowel de belichte zijde als de schaduwzijde van een object weer te geven. De techniek [Egyptische voorbeelden ?] werd voor het eerst systematisch gebruikt in de klassiek oudheid, te weten in Griekenland vanaf de 4e eeuw voor Christus en later in het Romeinse Rijk. Tijdens de middeleeuwen raakte de techniek grotendeels in onbruik, afgezien van oplevingen onder invloed van Byzantijnse voorbeelden waar de techniek nog lang werd toegepast. In de 14e en 15e eeuw werd de techniek herontdekt en verder ontwikkeld door schilders als Giotto, Duccio en Masaccio.
Het begrip Clair-obscur wordt ook in engere zin gebruikt voor voorstellingen met sterke licht-donkercontrasten. Deze werkwijze was bedoeld om een dramatisch effect te bereiken en is vooral bekend uit de barok, met als bekendste voorbeelden Caravaggio en zijn navolgers, zoals de Utrechtse Caravaggisten, Rembrandt en de La Tour. De eerste experimenten hiermee vonden echter al in de 15e eeuw plaats door schilders als Gentile da Fabriano, Gebroeders van Limburg en vooral Hugo van der Goes en diens navolgers, zoals Geertgen tot Sint Jans.
Gombrich: Art & Illusion; The Heritage of Apelles; Boardman; Ling; Panofsky (renaissance & renascences)
, een werkwijze die vanaf de 15e eeuw werd gebruikt om een dramatisch effect te bereiken (Gentile da Fabriano, Gebroeders van Limburg, Hugo van der Goes) en die vooral bekend is uit de barok, met als bekendste voorbeelden Caravaggio en zijn navolgers, zoals de Utrechtse Caravaggisten, Rembrandt en de La Tour.
Houding (kunst)
bewerkenDe techniek is waarschijnlijk ontstaan als een atelierpraktijk in de 15e en 16e eeuw (vanaf Bouts ?; zie Lucas van Leyden).
(vgl. lichtval en schaduw clair-obscur)
Houding is een manier om in tekeningen en schilderijen een suggestie van diepte en ruimte te scheppen door middel van kleur, lichtval en tooncontrasten. De term is bekend uit 17e-eeuwse kunsttheoretische teksten, zoals die van Samuel van Hoogstraten, Willem Goeree, Gerard de Lairesse en Joachim von Sandrart. Deze werkwijze, die destijds vooral in Holland werd toegepast, was een alternatief voor of aanvulling op lijnperspectief.
Betekenis van de term
bewerkenIn de 20e eeuw was het lange tijd niet duidelijk wat er met de term "houding" werd bedoeld, totdat de Britse kunsthistoricus Paul Taylor in 1992 de betekenis achterhaalde door een gedetailleerde analyse van de originele teksten.
Toepassing
bewerkenDe techniek werd in de meeste 17e-eeuwse schildergenres toegepast, waaronder stilleven, landschap, interieurs ("kamergezichten" of genrevoorstellingen), schutter- en historiestukken. Een belangrijk doel van deze techniek was het scheppen van ruimte rond de figuren waardoor visueel los kwamen van zowel de achtergrond als de andere figuren of figuurgroepen. Het effect lijkt vaak op dat van een toneel met acteurs.
Tot de kunstenaars die de techniek toepasten behoorden Rembrandt (De nachtwacht), Jan Steen en Ruysdael (Bleekvelden). Rembrandt werd geprezen om zijn "houding", ook door de classicistische kunstenaars die kritisch tegenover zijn werk stonden, zoals De Lairesse.
Terwijl Rembracht "houding" waarschijnlijk belangrijker vond dan lijnperspectief, combineerden sommige kunstenaars deze twee technieken tot een bijna fotografisch realisme, zoals Johannes Vermeer, hoewel ook hij soms zondigde tegen de perspectiefregels, zoals op Het melkmeisje.
Het clair-obscur van "houding" is te vergelijken met de kunstmatige belichting van het theater, waarbij de zaken of personen waar de regisseur de aandacht op wil vestigen, met spots worden uitgelicht. Een kunstenaar als Johannes Vermeer brak met deze traditie en streefde eerder naar een meer realistische, bijna fotografische techniek, waarbij hij manieren zocht om het natuurlijke licht, inclusief direct zonlicht en felle weerkaatsingen ervan, weer te geven. Omdat dit in een meer egale belichting resulteerde en hij daardoor minder gebruik kon maken van licht-donkereffecten om zijn voorstelling overzichtelijk te houden, was hij genoodzaakt zijn composities sterk te vereenvoudigen en te beperken tot enkele figuren.
Literatuur
bewerken- Paul Taylor (1992): The Concept of Houding in Dutch Art Theory, Journal of the Warburg and Courtauld Institutes 55 (1992), p. 210-232
- Paul Taylor (2002): Hollandse houding. Over het geheim van de 17de-eeuwse ruimte, Kunstschrift 2002/3 ("Diepte"), p. 22-25
- Ernst van de Wetering (1997): Rembrandt. The painter at work, Amsterdam University Press
Walter Liedtke
bewerkenWalter Liedtke | ||||
---|---|---|---|---|
Persoonlijke gegevens | ||||
Volledige naam | Walter Arthur Liedtke jr. | |||
Geboortedatum | 28 augustus 1945 | |||
Geboorteplaats | Plainfield, New Jersey | |||
Overlijdensdatum | 3 februari 2015 | |||
Overlijdensplaats | Valhalla, New York | |||
Nationaliteit | Amerikaanse | |||
Academische achtergrond | ||||
Alma mater | Rutgers-universiteit Brown-universiteit | |||
Wetenschappelijk werk | ||||
Vakgebied | Kunstgeschiedenis | |||
Instituten | Courtauld Institute of Art, Londen Metropolitan Museum of Art, New York | |||
Onderzoek | Delftse school | |||
|
Walter Liedtke was een Amerikaanse kunsthistoricus. Vanaf 1980 tot aan zijn dood in 2015 was hij conservator van de collectie Europese schilderkunst van het Metropolitan Museum of Art in New York. Hij was gespecialiseerd in Johannes Vermeer en de 17e-eeuwse schilderkunst van Delft in het algemeen.
Biografie
bewerkenWalter Liedtke werd geboren in ... en groeide op in in New Jersey. [Hij behaalde zijn BA in 1965 aan Williams College in Williamstown. Direct na het behalen van zijn Ph. D. aan de Harvard-universiteit in 1973 kwam hij in dienst van de National Gallery of Art als "David E. Finley Fellow". In 1975 werd hij benoemd tot conservator Nederlandse en Vlaamse schilderkunst. Deze functie werd later uitgebreid tot het conservatorschap van Noord-Europese barokkunst. Hij heeft kunstgeschiedenis gedoceerd aan de Universiteit van Maryland, College Park met als specialiteit Nederlandse en Vlaamse kunst. Hij was betrokken bij overzichtstentoonstellingen over Johannes Vermeer, Jan Steen, Gerard ter Borch en Aelbert Cuyp.]
In 2001 was hij curator van de tentoonstelling Vermeer and the Delft School. Zijn laatste projecten waren de tentoonstelling El Greco in New York (in samenwerking met de Frick Collection) en de voorbereiding van de catalogus van de museumcollectie van Spaanse kunst uit de 15e-18e eeuw.
Overlijden
bewerkenWalter Liedtke overleed op 3 februari 2015 op 69-jarige leeftijd tijdens een ernstig metro-ongeluk bij Valhalla, in de staat New York, waarbij ook de machinist en vier andere passagiers om het leven kwamen.
Walter Liedtke was getrouwd met de kunstenares Nancy Liedtke en woonde in Bedford Hills in Westchester County, ten noorden van de stad New York.
Bibliografie (selectie)
bewerken- Publicaties
- x
- Catalogi (als eind- of mederedacteur)
- x
Bron
bewerken- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Walter Liedtke op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
Portaal Rembrandt
bewerkenIntro / Rembrandt etc. | |
Een Contrefeitsel van Rembrandt door hem selffs gedaen | |
Uitgelicht [={{/Schilderij}}] De schilder in zijn atelier (ca. 1628) Idea | |
Ets van de week [={{/Ets}}] niet gedefinieerd (6) | |
De dagelijkse krabbel [={{/Tekening}}] |
Tijdgenoten en geestverwanten |
De kunstenaar aan het woord [={{/Woord}}] | |
Plaatsen (kaart): Light coral (lightcoral) | |
Nieuwste artikelen | De artikelen op Wikipedia
Lijsten |
Andere portalen |
Rembrandt
bewerkenDe Nachtwacht | ||||
---|---|---|---|---|
De jonge heer van Purmerland als kapitein geeft zijn luitenant, de heer van Vlaardingen, bevel om zijn compagnie burgers te laten uitmarcheren | ||||
Kunstenaar | Rembrandt van Rijn | |||
Signatuur | Rembrandt f 1642 | |||
Jaar | 1642 | |||
Ontstaan in | Amsterdam | |||
Stijl | barok | |||
Genre | schuttersstuk | |||
Techniek | olieverf op doek | |||
Afmetingen | (huidig) 379,5 × 453,5 cm | |||
Opdrachtgever | de compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq | |||
Originele locatie | Kloveniersdoelen, Amsterdam | |||
Museum | Rijksmuseum | |||
Locatie | Amsterdam | |||
Inventarisnummer | SK-C-5 | |||
Schilderijen van Rembrandt | ||||
Vorige | W189 - Zelfportret (Windsor Castle) | |||
Volgende | W191a - Portret van een man met een havik | |||
RKD-gegevens | ||||
|
De Nachtwacht
-
De Nachtwacht in HD
-
Claes Jansz Visscher, Swygh Utrecht (Kloveniersdoelen), Stadsarchief Amsterdam
-
Fragonard naar De Nachtwacht
- Sprong
- Licht en donker: vooruitspringen en wegwijken
De 16e-eeuwse kleding heeft twee functies in het schilderij. Enerzijds verwijst ze naar de historie en het bestaansrecht van de burgerwacht, namelijk de strijd tegen de Spanjaarden en voor de vrijheid. Want in 1642 liep de Tachtjarige Oorlog weliswaar op zijn einde, maar hij nog niet geëindigd. Pas zes jaar later zou de Vrede van Münster worden getekend. Op deze beschermende taak van de schutterijen wijst Rembrandt op subtiele manier door middel van de schaduw van de hand van Banninck Cock, die op Ruytenberg valt: tussen zijn duim en wijsvinger houdt hij als het ware een klimmende leeuw vast, die op de gedecoreerde zoom van Ruytenbergs kleding is afgebeeld.
De tweede functie van de 16e-eeuwse fantasiekleding en andere op het eerste vreemde details is allegorisch van aard: zowel de dode kip aan de gordel van het zonovergoten meisje als de eikenbladeren op de helm van de schutter die achter Banninck Cock zijn geweer afvuurt, zijn ontleend aan het wapen van de schutters, waarin klauwen en eikenbladeren voorkomen. Bovendien komt links een wel heel jonge schutter aanhollen met de kostbare drinkhoorn van de compagnie. Al deze figuren zullen in het echt nooit tussen de schutters hebben door gelopen als ze uitrukten, maar hebben een symbolische en allegorische betekenis. Volgens Tümpel is Rembrandt waarschijnlijk op het idee gekomen om de twee meisjes in het gezelschap op te nemen, omdat op 16e-eeuwse afbeeldingen de soldaten vaak vergezeld werden door marketentsters die voor de catering zorgden. Daarom is het ook niet zo vreemd dat ze een kip bij zich draagt.
De schietende schutter maakt verder deel uit van een bijna filmische scène waarin wordt gedemonstreerd hoe destijds een geweer werd afgeschoten. We zien van links naar rechts ... die zijn geweer (klover) laadt, de schutter met eikenloof die zijn geweer afvuurt, en ... die het achtergebleven kruit van zijn wapen blaast.
Tekening Maria Trip
De tekening wordt vaak een voorstudie voor het portret van Maria Trip genoemd, waarmee dan bedoeld wordt dat het Rembrandt eerst de compositie op papier heeft uitgewerkt voordat hij begon te schilderen. Maar het is ook mogelijk – zoals onder anderen Ernst van de Wetering denkt – dat Rembrandt meteen op het doek of paneel begon te schetsen. In dat geval is het waarschijnlijker dat de tekening een zogeheten vidimus was: een vlugge schets van het nog onvoltooide schilderij om de (wellicht ongeduldige) opdrachtgever een indruk te geven van het eindresultaat. Een andere mogelijkheid is dat het een schets is om een wijziging in het portret uit te werken, zoals Rembrandt wel vaker deed. (zie Schatborn, div.)
W271
Christopher Brown noemde het in 2006 a mediocre copy ("een middelmatige kopie"). Ernst van de Wetering bracht daartegenin dat Brown het schilderij te veel als een zelfstandig, voltooid kunstwerk beoordeelde en geen rekening hield met de oorspronkelijke functie ervan, namelijk een vlugge, rake schets waarin Rembrandt met een paar penseelstreken de kenmerken van het gezicht heeft vastgelegd als voorbereiding op het definitieve portret dat hij waarschijnlijk in afwezigheid van de geportretteerde zou maken. Verder wees Van de Wetering erop dat de combinatie van een olieverfschets in driekwart en een uitgewerkt portret en face niet uniek is in Rembrandts oeuvre. De twee portretten van Margareta de Geer hadden volgens hem dezelfde relatie. In de schets legde Rembrandt vooral het reliëf van het gezicht vast om zo genoeg informatie te hebben voor het uitgewerkte portret.
Literatuur
bewerken- (nl) Hoogstraten, Samuel van, 1678, Inleyding tot de hooge schoole der schilderkonst: anders de zichtbaere werelt, Rotterdam, Fransois van Hoogstraeten; te lezen op DBNL (KB)
- (nl) Houbraken, Arnold, 1718-1721 (1753), "Jakob van Kampen", in: De groote schouburgh der Nederlantsche konstschilders en schilderessen. Eerste deel, Den Haag, Swart, Boucquet en Gaillard, p. 254-273; te lezen op DBNL (KB)
- (nl) Ainsworth, Maryan Wynn et al., 1987, Art and Autoradiography: Insights into the Genesis of Paintings by Rembrandt, Van Dyck and Vermeer (2e druk), New York, The Metropolitan Museum of Art
- (nl) Bevers, Holm; Peter Schatborn & Barbara Welzel, 1991, Rembrandt. De meester & zijn werkplaats. Tekeningen & etsen, Amsterdam, Rijksmuseum / Zwolle, Waanders
- (nl) Brown, Christopher; Jan Kelch & Pieter van Thiel, 1991, Rembrandt. De meester & zijn werkplaats. Schilderijen, Amsterdam, Rijksmuseum / Zwolle, Waanders
- (nl) Bikker, Jonathan & Gregor J.M. Weber (red.), 2014, Late Rembrandt, Londen, National Gallery / Amsterdam, Rijksmuseum
- (nl) Bikker, Jonathan, 2019, Rembrandt. Biografie van een rebel, Amsterdam, Rijksmuseum
- (en) Blankert, Albert (red.), 1997, A genius and his impact, Melbourne, National Gallery of Victoria / Zwolle, Waanders
- (nl) Boogert, Bob van den, 2011, "Rembrandt als tweede Lucas. Kroniek van een onalledaagse bewondering", in: Kunstschrift 2011/2 (Lucas van Leyden. Een uitbundige poppenkast), p. 42-47
- (en) Bruyn, J. et al., 1982, A Corpus of Rembrandt Paintings I 1625-1631, Den Haag/Boston/Londen, Martinus Nijhoff Publishers; te raadplegen op rembrandtdatabase.org
- (en) Bruyn, J. et al., 1986, A Corpus of Rembrandt Paintings II 1631-1634, Dordrecht/Boston/Lancaster, Martinus Nijhoff Publishers; te raadplegen op rembrandtdatabase.org
- (en) Bruyn, J. et al., 1989, A Corpus of Rembrandt Paintings III 1635-1642, Dordrecht/Boston/Londen, Martinus Nijhoff Publishers; te raadplegen op rembrandtdatabase.org
- (nl) Bull, Duncan (red.), 2006, Rembrandt Caravaggio, Amsterdam, Rijksmuseum / Zwolle, Waanders
- (nl) Ornstein-Van Sloten, Eva (red.), 1991, Het Rembrandthuis. De prenten, tekeningen en schilderijen, Zwolle, Waanders
- (nl) Schatborn, Peter, 1985, Tekeningen van Rembrandt, zijn onbekende leerlingen en navolgers, Den Haag, Staatsuitgeverij
- (nl) Schwartz, Gary, 1984, Rembrandt, zijn leven, zijn schilderijen, Maarssen, Gary Schwartz
- (en) Schwartz, Gary, Schwartzlist, weblog
- (nl) Six, Jan, 2018, Rembrandts Portret van een jonge man, Amsterdam, Prometheus
- (nl) Tümpel, Christian, 1988, "De Amsterdamse schuttersstukken", in: M. Carasso-Kok & J. Levy-van Halm (red.), Schutters in Holland. Kracht en zenuwen van de stad, Zwolle, Waanders / Haarlem, Frans Halsmuseum, p. 74-103
- (en) Tümpel, Christian, 2006, Rembrandt. Images and metaphors, Londen, Haus Publishing
- (nl) Wetering, Ernst van de, 1982, "Ontrouw aan Rembrandt", in: Kunstschrift 5/1982, p. 166-171; herdrukt in: Ontrouw aan Rembrandt en andere verhalen, 1991, Amsterdam, Sdu/Openbaar kunstbezit, p. 99-106
- (en) Wetering, Ernst van de, 1997, Rembrandt. The painter at work, Amsterdam, Amsterdam University Press
- (en) Wetering, Ernst van de (red.), 2005, A Corpus of Rembrandt Paintings IV The self-portraits, Dordrecht, Springer; te raadplegen op rembrandtdatabase.org
- (en) Wetering, Ernst van de (red.), 2011, A Corpus of Rembrandt Paintings V Small-scale history paintings, Dordrecht, Springer; te raadplegen op rembrandtdatabase.org
- (en) Wetering, Ernst van de, 2014, A Corpus of Rembrandt Paintings VI - Rembrandt's Paintings Revisited. A Complete Survey (herdrukt in 2017), Dordrecht, Springer
- (en) Wetering, Ernst van de, 2016, Rembrandt. The painter thinking, Amsterdam, Amsterdam University Press
- (nl) White, Christopher & Quentin Buvelot (red.), 1999, Rembrandt zelf, Zwolle, Waanders / Den Haag, Mauritshuis / Londen National Gallery
Zelfportretten
bewerkenEr wordt wel de vergelijking gemaakt met een moderne kunstenaar als Max Beckmann, die ook tientallen zelfportretten heeft geschilderd. Het verschil is dat Rembrandt de meeste zelfportretten maakte als studies om een artistiek probleem op te lossen (zoals een gezichtsuitdrukking of lichtval). Daarnaast zijn de meeste late zelfportretten in opdracht van verzamelaars gemaakt, die op deze manier twee vliegen in een klap sloegen: ze hadden een portret van een vermaarde kunstenaar én een voorbeeld van zijn techniek/werk. Het idee dat Rembrandt geobsedeerd was door zijn eigen gezicht en zichzelf zijn leven lang als een miskend, gekweld genie in de spiegel analyseerde, is een verzinsel van 19e-eeuwse kunstenaars en historici die het slachtoffer waren van het Koelesjov-effect: op de neutrale blik van Rembrandt die geconcentreerd stond te schilderen, projecteerden ze allerlei diepzinnige emoties, die Rembrandt er zelf niet in had gestopt. (Gombrich...; Rembrandt Zelf; Wetering: Painter thinking;)
Reflectie
bewerkenRembrandt was [een tijdje] geobsedeerd door "reflectie", dat wil zeggen: de weerkaatsing van zonlicht (via bijvoorbeeld een muur) op een figuur in de schaduw. [Wetering, Survey: lezende profetes e.a.; Hoogstraten: schildersdefinitie]
Veren en vleugels
bewerkenWetering, Survey: studies van fazanten en roerdomp. "Voor en na": later zien bijv. engelenvleugels er overtuigender uit.
Honderdguldenprent
bewerken-
detail met Erasmus en Socrates
-
studie, 1649, Louvre
-
studie voor de zieken
Sprezzatura
bewerkenSprezzatura is een Italiaans begrip uit de renaissance dat lastig te vertalen is, maar in het Nederlands omschreven kan worden als "bestudeerde nonchalance" of "moeiteloze gratie". In de zeventiende eeuw sprak men van "lossigheydt".[1] Het woord verwijst naar een houding – zowel letterlijk als figuurlijk – die aangeeft dat je niet van de straat bent, maar deel uitmaakt van een elite die weet hoe het hoort. In de kunst wordt de term gebruikt voor de losse, ogenschijnlijk geïmproviseerde schildertechniek van onder anderen Titiaan, Frans Hals, Velázquez en Rembrandt.
De hoveling
bewerkenHet begrip werd vooral verspreid door het boek Il cortegiano van Baldassare Castiglione, dat werd gepubliceerd in 1528 in Venetië. In de Nederlanden werd het boek zowel in het Italiaans en Spaans als in de Franse vertaling uit 1585 (Le parfait courtier) gelezen. De eerste Nederlandse vertaling verscheen pas in 1662 en was opgedragen aan Jan Six.[2] In de Nederlandse zeventiende eeuw bracht in het bijzonder Constantijn Huygens, die zich als secretaris van Frederik Hendrik zelf een hoveling kon noemen, de lessen van Castiglione in de praktijk bij de opvoeding van zijn kinderen. Zo leerden Christiaan Huygens en zijn broers schermen en paardrijden (enz.)
De quasi-nonchalante houding
bewerkenToen het Ariosto-portret en het portret van Castiglione zich rond 1639-1641 tijdelijk in Amsterdam bevonden als onderdeel van de collectie van de kunsthandelaar Alphonso Lopez, grepen diverse kunstenaars hun kans om de portretten van twee sleutelfiguren uit de renaissance te bestuderen en te kopiëren. Voor Rembrandt was het aanleiding om een geëtst en een geschilderd zelfportret te maken waarmee hij zelfverzekerd de competitie aanging met Rafaël en Titiaan.[3]
-
Rembrandt, Zelfportret op 34-jarige leeftijd, 1640, National Gallery, Londen
-
Titiaan, Portret van Federico II Gonzaga, circa 1525, Museo Nacional del Prado, Madrid
De schilder
bewerkenKarel van Mander besteedde in navolging van Vasari uitgebreid aandacht aan de schilderstijl van
In de schilderkunst is het begrip sprezzatura vooral verbonden met het late werk van Titiaan, die aan het begin van zijn carrière glad en precies werkte en daar veel succes mee had, maar aan het eind van zijn leven een ruwere, spontane stijl ontwikkelde en zijn vakmanschap verborg achter losse penseelstreken - iets waar veel collega's zich op verkeken en dachten: dat kan ik ook. Karel van Mander beschreef de sprezzatura-stijl van de late Titiaan in zijn Schilder-boeck, waar onder anderen Rembrandt zijn inspiratie uit haalde.[4][-> Gombrich, Art & Illusion, p. 165: Dou vs Hals & de late Rembrandt]
In de portretten van Willem van Heythuijsen en Jan Six, door respectievelijk Frans Hals en Rembrandt, is zowel de schilderstijl als de pose van de geportretteerde een voorbeeld van sprezzatura.
-
Titiaan, Zelfportret, 1566, Madrid, Museo Nacional del Prado
-
Frans Hals, Portret van Willem van Heythuijsen, circa 1635, privécollectie
-
Rembrandt, Portret van Jan Six, 1654, Collectie Six, Amsterdam
-
Diego Velázquez, Portret van Juan Martínez Montañés, bezig aan een buste van Filips IV van Spanje, circa 1635, Museo Nacional del Prado, Madrid
- (nl) Mander, Karel van, 1604 (1969), Het Schilder-boeck; geraadpleegd op DBNL (KB)
- (en) Gombrich, E.H., 1960 (1991), The Image in the Clouds, in: Art & Illusion, Oxford, Phaidon, ISBN 0714817562, p. 154-169
- (en) Haverkamp-Begemann, Egbert & Logan, Carolyn, 1988, Creative Copies. Interpretative Drawings from Michelangelo to Picasso, Londen, Sotheby's / Amsterdan, Meulenhoff/Landshoff, ISBN 9029080450
- (en) Wetering, Ernst van de, 1997, Rembrandt. The painter at work, Amsterdam, Amsterdam University Press, ISBN 9052562397
- (en) Roodenburg, Herman, 2004, The Eloquence of the Body, Zwolle, Waanders, ISBN 9789040094743
- (en) Roodenburg, Herman, 2006, "", , in: Golahny, A. e.a. (red.), In his milieu. Essays on Netherlandish art in memory of John Michael Montias, Amsterdam University Press, ISBN 9789053569337, p.
- (en) Wetering, Ernst van de, 2016, Rembrandt. The painter thinking, Amsterdam, Amsterdam University Press, ISBN 9789462981522 (paperback: ISBN 9789089645616)
Sprezzatura (bij Rembrandt)
bewerkenIn navolging van Vasari haalt Karel van Mander het voorbeeld van Titiaan aan die aan het begin van zijn carrière glad en precies werkte en daar veel succes mee had, maar aan het eind van zijn leven een ruwere stijl ontwikkelde en zijn vakmanschap verborg achter losse penseelstreken - iets waar veel collega's zich op verkeken en dachten: dat kan ik ook. [-> Gombrich, Art & Illusion, p. 165: Dou vs Hals & de late Rembrandt] Karel van Mander trekt hieruit de conclusie dat er twee manieren van werken zijn die evenwaardig zijn en dat elke (beginnende) kunstenaar de werkwijze moet kiezen die het beste bij hem past./die hem het beste ligt.[1]
Rembrandt zou zich in de loop der jaren diverse keren met Titiaan meten, zoals in zijn zelfportret uit 1641 waarin hij zowel Rafaëls 'Castiglione' als Titiaans 'Ariosto' naar de kroon steekt.
De nachtwacht
bewerken- (nl) Wetering, Ernst van de, 1982, Ontrouw aan Rembrandt, in: Kunstschrift 5/1982, p. 166-171; herdrukt in: Ontrouw aan Rembrandt en andere verhalen, 1991, Amsterdam, Sdu/Openbaar kunstbezit, ISBN 9065150811, p. 99-106
- (en) Wetering, Ernst van de, 1997, Rembrandt. The painter at work, Amsterdam, Amsterdam University Press, ISBN 9052562397
Portaaltest
bewerkenIntro / Rembrandt etc. | ||||
Intro / | ||||
Uitgelicht De schilder in zijn atelier (ca. 1628) Idea | ||||
Ets van de week niet gedefinieerd (6) [={{/Ets}}] | ||||
Tekening van de nacht Olifant | ||||
Nieuwste artikelen | Alle artikelen op Wikipedia
Lijsten | |||
Woord van de week SmaltbewerkenSmalt is een pigment enzovoorts... [={{/Woord/45}}] Plaatsen (kaart): Light coral | ||||
Rembrandt f / 1641 Landschap met boerderij en hooimijt: liggend formaat, Rijksmuseum Uitgelicht Uitgelicht/12-23 (als een dagstrip op z'n Amerikaans) |
De vlucht naar Egypte Het oversteken van een beek
Rembrandts Woord van de Week: Ets Week 45 | |||
Gebruiker:Zomerklokje/Rembrandt/Persoon | ||||
Nieuwe artikelen | Categorieën en lijsten
Overzichten: Uitgelicht – Woord van de week – Personen | |||
Oproep |
Testtabel
bewerkenRembrandt van Rijn | |||
---|---|---|---|
Intro Rembrandt etc. |
Uitgelicht Schilderij Ets Tekening Uitgelicht/12-23 (als een dagstrip op z'n Amerikaans) | ||
De vlucht naar Egypte Het oversteken van een beek
Rembrandts Woord van de Week: Ets | |||
Gebruiker:Zomerklokje/Rembrandt/Persoon | |||
Plaatsen (kaart): Light coral | |||
Nieuwe artikelen | Categorieën en lijsten | ||
Oproep |
Test infobox prent
bewerkenDe schelp | ||||
---|---|---|---|---|
onderschrift
| ||||
Originele titel | Orig naam | |||
Bijnaam | Het schelpje | |||
Graveur | Rembrandt | |||
Tekenaar | tekenaar | |||
Uitgever | uitgever | |||
Jaar | 1650 | |||
Techniek | ets, droge naald | |||
Taal | Nederlands | |||
Volgnummer | Bzoveel | |||
Afmetingen | 20 × 30 cm | |||
Aantal staten | 3 | |||
Latere afdrukken | later | |||
Artistieke context | ||||
Genre | stilleven | |||
Stijl | barok | |||
Voorstudie | voorstudie | |||
Voorbeeld | Holger | |||
Verwant | verwant | |||
Collecties | ||||
| ||||
Etsen van Rembrandt | ||||
Vorige | vorige | |||
Volgende | volgende | |||
Prediking
| ||||
RKD-gegevens | ||||
|