Gebruiker:Zomerklokje/VlaamsePrimitieven/Rogier

Literatuur

bewerken

+ Friedlander;

  • Campbell, Lorne; Jan Van der Stock (red.) (2009): Rogier van der Weyden. De Passie van de Meester, Leuven: Davidsfonds (catalogus van de tentoonstelling in Leuven)
  • De Vos, Dirk (1999): Rogier van der Weyden. Het volledige oeuvre, Antwerpen: Mercatorfonds
  • De Vos, Dirk (2002): De Vlaamse Primitieven. De meesterwerken, Antwerpen: Mercatorfonds / Amsterdam University Press
  • Friedländer, Max J.; Günther Busch (red.) (1916, heruitgave uit 1986): Von van Eyck bis Bruegel, Frankfurt am Main: S. Fischer Verlag
  • Kemperdick, Stephan (1999): Rogier van der Weyden. Meesters van de Lage Landen, Keulen: Könemann (vertaling uit het Duits)
  • Kemperdick, Stephan; Jochen Sander (red.) (2009): The Master of Flémalle and Rogier van der Weyden, Ostfildern: Hatje Cantz Verlag (catalogus van de tentoonstelling in Frankfurt en Berlijn)
  • Koldeweij, Jos e.a. (2006): De schilderkunst der Lage Landen. Deel 1. De middeleeuwen en de zestiende eeuw, Amsterdam University Press
  • Panofsky, Erwin (1953): Early Netherlandish Painting, Cambridge, Mass.: Harvard University Press (heruitgave uit 1971: Harper & Row Publishers / Icon Editions, New York)
  • Ridderbos, Bernhard; Henk van Veen (red.) (1995): Om iets te weten van de oude meesters, Sun, Nijmegen / Open Universiteit, Heerlen

  • Ainsworth, Maryan W.; Keith Christiansen (red.) (1998): From Van Eyck to Bruegel. Early Netherlandish Painting in The Metropolitan Museum of Art, The Metropolitan Museum of Art, New York; te lezen op www.metmuseum.org
  • Ainsworth, Maryan W. (red.) (2001): Early Netherlandish Painting at the Crossroads. A Critical Look at Current Methodologies, New York: The Metropolitan Museum of Art / Yale University Press; te lezen op www.metmuseum.org
  • Bauman, Guy (1986): Early Flemish Portraits: 1425–1525, The Metropolitan Museum of Art Bulletin 43, 4, p. 40–62. Te lezen op www.metmuseum.org
  • Hand, John Oliver; Martha Wolff (1986), Early Netherlandish Painting. The Collections of the National Gallery of Art. Systematic Catalogue, Washington: National Gallery of Art / Cambridge University Press; te lezen op ...

  • Borchert, Till-Holger e. a. (2011): Vorstelijk verzameld. Van Eyck Gossaert Bruegel. Meesterwerken uit het Kunsthistorisches Museum Wenen, Lannoo, Tielt
  • Campbell, Lorne (2005): Memling en de Oudnederlandse portrettraditie. In Borchert, Till-Holger e.a. (2005): De portretten van Memling, Ludion, Gent-Amsterdam
  • (en) Gombrich, E.H. (1950, heruitgave uit 1989): The Story of Art, Phaidon, Oxford (vertaald als: Eeuwige schoonheid)
  • Klerck, Bram de (2003): Een hemelse lichtbron, Kunstschrift 2003/6, p. 16-21 [p. 20-21]
  • (en) Kren, Thomas; Scot McKendrick (2003): Illuminating the Renaissance. The Triumph of Flemish Manuscript Painting in Europe, The J. Paul Getty Museum, Los Angeles. Te lezen op www.getty.edu
  • Run, Anton van (2003): Voorstellingen van de geboorte, Kunstschrift 2003/6, p. 7-15

Verloren werken

  • Gerechtigheidspanelen
  • Filips de Goede (campb 202 / cat. 12) + cat. 14
  • Isabella van P (cat. 15)
  • Karel de Stoute (cat. 16)

Kemperdick: p. 58

  • 1446 - Madonna-triptiek
  • ca. 1445-1450 Filips, Isabella en hun zoon vereren Maria

Atelierwerk: tekeningen (selectie)

bewerken
Afbeelding Titel Datering Techniek h × b (cm) Verblijfplaats Opmerkingen

Werk van navolgers (selectie)

bewerken
Afbeelding Titel Datering Techniek h × b (cm) Verblijfplaats Opmerkingen


Jean Wauquelin overhandigt zijn "Chroniques de Hainaut" aan Filips de Goede
Presentatieminiatuur in de Chroniques de Hainaut
 
Kunstenaar Rogier van der Weyden
Datering ca. 1447-1448
Tekenmateriaal miniatuur: verf, bladgoud en inkt
Drager vellum
Afmetingen 15,4 × 20 cm
Verblijfplaats Koninklijke Bibliotheek, Brussel
Inventarisnummer ms. 9242, fol. 1
Portaal      Kunst & Cultuur

Jean Wauquelin overhandigt zijn "Chroniques de Hainaut" aan Filips de Goede is een miniatuur door Rogier van der Weyden uit circa 1447-1448.

Literatuur

bewerken
  • Campbell, Lorne; Jan Van der Stock (red.) (2009): Rogier van der Weyden. De Passie van de Meester, Leuven: Davidsfonds (catalogus van de tentoonstelling in Leuven)
  • De Vos, Dirk (1999): Rogier van der Weyden. Het volledige oeuvre, Antwerpen: Mercatorfonds
  • Kemperdick, Stephan (1999): Rogier van der Weyden. Meesters van de Lage Landen, Keulen: Könemann (vertaling uit het Duits), p. 58-61
  • Kemperdick, Stephan; Jochen Sander (red.) (2009): The Master of Flémalle and Rogier van der Weyden, Ostfildern: Hatje Cantz Verlag (catalogus van de tentoonstelling in Frankfurt en Berlijn)
  • Panofsky, Erwin (1953): Early Netherlandish Painting, Cambridge, Mass.: Harvard University Press (heruitgave uit 1971: Harper & Row Publishers / Icon Editions, New York)

Referenties

bewerken

Categorie:Werk van Rogier van der Weyden


Portret van een jonge vrouw
 
Datering ca. 1440-1445
Tekenmateriaal zilverstift
Drager papier
Afmetingen 16,7 × 11,7 cm
Verblijfplaats British Museum, Londen
Inventarisnummer 1874-8-8-2266
Portaal      Kunst & Cultuur

Portret van een jonge vrouw is een tekening van Rogier van der Weyden uit circa 1440-1445. Het is de enige tekening die vrijwel unaniem aan hem wordt toegeschreven. Daarnaast bestaan er vrij veel tekeningen die door zijn ateliermedewerkers zijn gemaakt.

x[1]

bewerken

Literatuur

bewerken
  • Campbell, Lorne; Jan Van der Stock (red.) (2009): Rogier van der Weyden. De Passie van de Meester, Leuven: Davidsfonds (catalogus van de tentoonstelling in Leuven)
  • De Vos, Dirk (1999): Rogier van der Weyden. Het volledige oeuvre, Antwerpen: Mercatorfonds
  • Kemperdick, Stephan (1999): Rogier van der Weyden. Meesters van de Lage Landen, Keulen: Könemann (vertaling uit het Duits), p. 84-86
  • Kemperdick, Stephan; Jochen Sander (red.) (2009): The Master of Flémalle and Rogier van der Weyden, Ostfildern: Hatje Cantz Verlag (catalogus van de tentoonstelling in Frankfurt en Berlijn)

Referenties

bewerken
  1. Campbell (2009), p. 156, p. 335-339 (cat. 24)

Categorie:Werk van Rogier van der Weyden

In tegenstelling tot het meedogenloze realisme van Jan van Eyck is dit een gestileerd portret[ideaalbeeld] waarbij het [portret van een] particulier individu en het gewenste ideaalbeeld van een voorname, aantrekkelijke, maar toch zedige dame als lid van een [hiërarchisch] geordende samenleving vloeiend in elkaar overgaan. / moeiteloos samengaan.

Het nietsverhullende realisme van Jan van Eyck verandert bij Rogier in een gestileerd realisme waarbij de individuele gelaatstrekken vloeiend overgaan in het ideaalbeeld van een voornaam lid van een geordende, Bourgondische maatschappij.

x[1]

Literatuur

bewerken
  • Campbell, Lorne; Jan Van der Stock (red.) (2009): Rogier van der Weyden. De Passie van de Meester, Leuven: Davidsfonds (catalogus van de tentoonstelling in Leuven)
  • De Vos, Dirk (1999): Rogier van der Weyden. Het volledige oeuvre, Antwerpen: Mercatorfonds
  • De Vos, Dirk (2002): De Vlaamse Primitieven. De meesterwerken, Antwerpen: Mercatorfonds / Amsterdam University Press
  • Kemperdick, Stephan (1999): Rogier van der Weyden. Meesters van de Lage Landen, Keulen: Könemann (vertaling uit het Duits), p. 98-100
  • Kemperdick, Stephan; Jochen Sander (red.) (2009): The Master of Flémalle and Rogier van der Weyden, Ostfildern: Hatje Cantz Verlag (catalogus van de tentoonstelling in Frankfurt en Berlijn)
  • Panofsky, Erwin (1953): Early Netherlandish Painting, Cambridge, Mass.: Harvard University Press (heruitgave uit 1971: Harper & Row Publishers / Icon Editions, New York)

Stijl en techniek

De voor Zuid-Nederlandse portretten ongebruikelijke witte achtergrond verwijst mogelijk naar de heraldische kleuren van de Este-familie: wit, rood en groen.

Panofsky[2]

Het portret van een vrouw in de National Gallery in Londen, dat meestal aan Robert Campin wordt toegeschreven, wordt door Kemperdick en Sander beschouwd als een vroeg werk van Rogier van der Weyden en een voorloper van dit schilderij.

+ Techniek: tekening een 'tussenfase', een synthese van een schets naar de natuur en een standaardschema van een gezicht dat als hulpmiddel werd gebruikt. / De tekening bevindt zich halverwege tussen een schema en een portret naar de natuur. / De tekening is een mengvorm van een schema en een portret naar de natuur. Rogier lijkt een standaardpatroon van een vrouwenhoofd als basis te hebben gebruikt en [hij heeft] dat vervolgens aangepast aan de individuele gelaatstrekken van de geportretteerde.

x[3]


  1. Campbell (2009), p. 140, 313-314
  2. Panofsky (1953), p. 289v, 292
  3. Campbell (2009), p. 154

Hij stond bekend als een knappe man en was volgens kroniekschrijver George Chastelain "pompeux merveilleusement", wat waarschijnlijk wil zeggen dat hij geen moeite had met de Bourgondische levensstijl. / dat hij op briljante wijze zijn rol wist te spelen in het Bourgondische milieu. ref>Campbell (2009), p. 313

De pijl en de kraag vormen diagonalen, evenals bij / vergelijkbaar met de kleding van Portret van een dame.

(pijl) , maar moet vrijwel zeker macht en gezag uitstralen / De pijl symboliseert ridderschap en oorlogssuccessen en was ook een ceremonieel attribuut dat gebruikt werd bij officiële functies aan het hof, zoals scheidsrechter bij toernooien, vergelijkbaar met de hamer op het Portret van Francesco d'Este.

weelderig/kostbaar

Hij had belangstelling voor kunst en cultuur en gaf opdracht tot de vervaardiging van kostbare handschriften. / Hulin de Loo omschreef de voorstelling met het Christuskind als: / Hij overleed in 1482/1483 en werd begraven in Bergen (Mons).

Jean Gros was heer van Nieuwlande (Zuid-Beveland), van Tarte-le-Chatel en Marliens (bij Dijon), en van Crissey (bij Dôle).

belangrijke functies (eerste secretaris, minister van Financiën) onder / Vanaf 1469 was hij een vertrouweling van Karel de Stoute. Tot diens dood in 1477 was hij minister van Financiën. / Hij werd daar begraven in de Groskapel in de Saint-Médardkerk, die in de 16e eeuw werd afgebroken.

Campbell (2009): wapen met katrol ook in manuscripten en Sint-Jakobskerk; diptiek geinspireerd op Franse voorbeelden van ca. 1400 (p. 324); geboren rond 1430, in 1450 secretaris van Filips de Goede; werkt ook voor Karel de Stoute; schatbewaarder Gulden Vlies; in 1482 naar Dijon, Lodewijk XI; trouwt in 1472 met Guye de Messeye, nicht van Guillaume Hugonet (overl. 1477); arr. Gros (Bergen)

portret minder ambitieus dan van De Croy; blauwe achtergrond, oorspronkelijk met rood glacis; voorbereidende werk door atelier, correcties en afwerking door Rogier; Madonna is sterk gerestaureerd

De compositie van de Madonna is ontleend aan een eerste ontwerp van de Durán-Madonna, dat waarschijnlijk als tekening in het atelier werd bewaard.

Het gezichtstype van Maria met het hoge voorhoofd komt eerder overeen met andere niet-eigenhandige werken uit zijn atelier, zoals de Clugny-annunciatie die door sommigen wordt toegeschreven aan de jonge Hans Memling, die destijds als gezel werkzaam was in het atelier van Rogier van der Weyden. (zie ook Columba-altaarstuk)

x[1]

Referenties

bewerken
  1. Campbell (2009), p. 127

uitvoering atelier

Houston

x[1]

  • d:Q286096
  • Jean Delemer : Annunciatie, gepolychromeerd door Robert Campin (zie ook Panofsky p. 162, 254, 291 (noot 4))

(Met NY: Ainsworth (1998), p. 226-227; volgende blz. over anjer en nagelbloem...)

die een tekening van hen maakt, als voorbereiding van het schilderij dat hij zal maken.

--- KEMPERDICK 1999:

... [2]

---

Panofsky[3]

- evangelist als 'engel'/boodschapper die de goede boodschap aan de wereld verkondigt [de wereld is 'aardser' dan op Rolin-Madonna omdat het om de direct waarneembare wereld gaat en niet om het abstracte universum?] -> de voorstelling lijkt op een annunciatie, met Lucas in de rol en glijdend/zwevende houding van Gabriël: Gabriël verkondigde de goede boodschap namens God aan Maria, Lucas namens Maria en Jezus aan de mensheid. - rechts studeerkamer met het evangelie dat hij aan het schrijven en de os met banderol als symbool van de goddelijke inspiratie - 'realistisch visioen' met de Madonna en haar hemelse troon dat aan hem verschijnt (zittend op de voetenbank zoals bij Flémalleske voorbeelden); hij tekent (in plaats van schildert), omdat tekenen een activiteit dichter ligt bij schrijven en geestelijke activiteit staat dan het handvaardige ambacht 'schilderen' -> pleidooi om beeldende kunst serieus te nemen als een vrije kunst [en de reden waarom Rogier meer waarde hechtte aan 'inventie' dan aan uitvoering?]

---

tekening hoofd: Campbell (2009), p. 372-375 (cat. 32)

navolging[4]

Het tafereel speelt zich niet af in een hemels paleis zoals bij Van Eyck, maar in de woning van arts en schrijver Lucas, waar Maria, die het Christuskind de borst geeft, als in een realistisch visioen aan hem verschijnt.

Maria is in de eerste plaats uitgebeeld als de moeder van God, en minder als de hemelse koningin die met haar zoon regeert over de wereld. De troon achter haar verwijst naar haar toekomstige tenhemelopneming, maar vooralsnog zit ze, als teken van haar nederigheid, . Uit de ondertekening blijkt dat Rogier aanvankelijk, in navolging van de Rolin-Madonna, boven haar een zwevende engel had afgebeeld die de baldakijn vasthoudt, maar die heeft hij uiteindelijk weggelaten.(website vlaamseprimitieven)

In de twee personen die we op de rug zien, zijn wel Joachim en Anna, de ouders van Maria, herkend.

De compositie van de Lucas-Madonna is geïnspireerd op de Rolin-Madonna die Jan van Eyck kort ervoor had gemaakt. Ten opzichte van zijn voorbeeld heeft Rogier van der Weyden de figuren verwisseld. / Juist doordat Rogier van der Weyden zich zo duidelijk baseerde op een belangrijk werk van zijn oudere collega, komen de verschillen in hun benaderingen goed tot uiting. Terwijl Van Eyck door de gedetailleerde weergave van het landschap met virtuoze lichteffecten de nadruk legt op de rol van Maria en Jezus als koning en koningin van de hele wereld (en impliciet ook de heerschappij van kanselier Rolin legitimeert), houdt Van der Weyden het landschap schematischer en vormt het eerder een kader voor de uitbeelding van Maria als de moeder van God.

---

Het benaming evangelist is immers afgeleid van de Griekse woorden "eu" (goed) en "aggelos" (boodschapper of engel). / Ze zijn tenslotte beiden de brenger van een goede boodschap: Gabriël aan Maria en Lucas aan de mensheid.

Herkomst == Er wordt vaak verondersteld dat de Lukas-Madonna die Albrecht Dürer in 1520 in Brussel zag, het schilderij van Rogier van der Weyden was, maar meerdere kunsthistorici hebben erop gewezen dat Dürer dan zeker erbij vermeld zou hebben dat het door Van der Weyden was geschilderd, aangezien hij dat bij andere werken van hem, zoals de Gerechtigheidspanelen in het stadhuis van Brussel, wel deed. Het is waarschijnlijker dat hij het schilderij van Hugo van der Goes zag.


  1. Campbell (2009), p. 376-379 (cat. 33)
  2. Kemperdick (1999), p. 88
  3. Panofsky (1953), p. 252-254
  4. Campbell (2009), p.

Dendro: ca. 1445

Indrukwekkende compositie, waarvan de meeste motieven originele vondsten zijn van Rogier van der Weyden en atelier. De ondertekening en uitvoering is mogelijk deels uitgevoerd door een of meer assistenten.

De drogere, meer lineaire stijl wijkt af van zijn eerdere plastische, sculpturale werken zoals de Kruisafneming. Dit is verschillend geïnterpreteerd: enerzijds als een bewuste keuze van Rogier van der Weyden voor een meer sobere stijl, anderzijds doordat het schilderwerk grotendeels is uitgevoerd door een getalenteerde medewerker.

de diepbedroefde Moeder Gods (van de Miraflorestriptiek).

Sindsdien wordt aan de eigenhandigheid van het werk niet meer getwijfeld.

Het schilderij was vermoedelijk een opdracht van een lid van de Medici-familie en bevond zich mogelijk in de Casa Guicciardini in Florence.

---

In de figuren zijn de Bourgondische hovelingen Le Fèvre & Beffremont herkend, die Rogier van der Weyden mogelijk rond 1450 heeft geportretteerd en van wie hij de gelaatstrekken op de geïdealiseerde wijze heeft hergebruikt in andere schilderijen, die waarschijnlijk geen band hebben met de oorspronkelijke personen.[3][4]

Le Fèvre & Beffremont vgl. [5]

open graf (laatste afscheid) < Fra Angelico, Alte Pinakothek: predella San Marco-altaarstuk, opdracht van Cosimo de' Medici

iconografie < Toscaanse traditie: Romaanse voorstellingen van de Kruisafneming waarbij een of twee handen al losgemaakt zijn, maar nog niet de voeten.

  • Romaanse miniaturen van Kruisafneming (Albani Psalter)
  • nagevolgd in kathedraal van Volterra (1228)
  • geleidelijk verdwenen de verhalende elementen: San Antonio (Pescia), San Miniato al Tedesco (eind XIII) - Christus zweeft voor het kruis, zijn voeten nog vast
  • volgeling Bernardo Daddi: achter sarcofaag als een Man van Smarten
  • los van kruis: Masolino's Pieta, Empoli; deposition in Princeton (Lorenzo Monaco ?)
  • Geïnspireerd door voorstellingen als de Pietà van Masolino, verplaatste Fra Angelico de groep van Golgotha naar het graf. / veranderde F.A. de kruisafneming in een laatste afscheid tijdens de graflegging.

RvdW's versie werd nagevolgd door/was van invloed op Florentijnen als Andrea del Castagno, Jacopo del Sellaio en Michelangelo. RvdW's versie klinkt door in de de Graflegging die aan Michelangelo wordt toegeschreven.

De bewening van Christus (Mauritshuis) / De bewening van Christus (Rogier van der Weyden, Mauritshuis)

Dit komt overeen met de stijl en techniek van het werk, dat wel in de traditie van Van der Weyden is uitgevoerd, maar afwijkt van zijn eigenhandige werken.


  1. Campbell (2009), p. 123, 469-470 (cat. 63)
  2. Campbell (2009), p. 476-477 (cat. 66)
  3. Kemperdick (1999), p. 116
  4. Panofsky (1953), p. 266-267
  5. Panofsky (1953), p. 275, 294

Scheut: Het lichaam van Christus is daar naar de apostel Johannes gewend en zijn hoofd naar Maria, als herinnering aan de laatste woorden die hij tot hen beiden richtte (Johannes 19:27).

[overlijden], toen de zon werd verduisterd (Marcus 15:33; Lucas 23:44), de aarde beefde (Matteüs 27:51), en het voorhangsel in de tempel doormidden scheurde (beide; Marcus 15:38)

Volgens sommigen, zoals Lorne C., is het vooral een product van zijn werkplaats, omdat de voorstellingen atypisch en de uitvoering te zwak voor RvdW zouden zijn. [-> i.t.t. vroege atelierwerken, zoals De droom van Sergius, is dit juist een teken van Rogiers betrokkenheid: in deze tijd zou een assistent juist proberen Rogier zo goed mogelijk te imiteren en niet zelf nieuwe dingen gaan verzinnen; vgl. Rafaëls derde Stanze]

Hij zal een dergelijke belangrijke opdracht niet volledig aan een assistent hebben overgelaten.

De dieptewerking met doorkijkjes naar achterliggende kamers (en de rivieroevers -> Sint-Christoffel) wijzen op invloed van Jan van Eyck. Deze voorstellingen zijn vaak in verband gebracht de miniatuur met de geboorte van Johannes de Doper in Turijns-Milanees getijdenboek, maar de precieze relatie is onduidelijk. [en verder ook Campins interieurs] / doorkijkjes a la Van Eyck

Het is daarom waarschijnlijk dat ook deze kopie bestemd was voor de in 1517 voltooide Capilla Real in de Kathedraal van Granada, waar ze in 1521 werd bijgezet met haar man.

Het kleurgebruik is altijd belangrijk bij Rogier van der Weyden, maar hier is de kleursymboliek overduidelijk, zoals bij zijn keuze voor de kleuren van zijn Maria's mantel op de verschillende panelen: wit staat voor haar zuiverheid, rood voor haar pijn en blauw voor haar verdriet.

derde paneel: Terwijl ze zich naar Christus omdraait, verraadt haar gebaar een mengeling van eerbied, verbazing en vreugde. / De vorm van deze rechterhand is vrijwel identiek aan die van Johannes de Doper op het Werl-altaarstuk uit 1438 dat waarschijnlijk in het atelier van Rogier van der Weyden is ontstaan. [...]

Stijl en techniek== De stijl is vloeiende en zachter dan bijvoorbeeld de vroege Kruisafneming en sluit aan bij het portret van een vrouw.

Een belangrijke Italiaanse voorloper was het Strozzi-altaarstuk uit 1423 door Gentile da Fabriano, een kunstenaar die volgens een Italiaanse tijdgenoot door Rogier van der Weyden werd bewonderd.

De plooival van Gabriëls gewaad is zo sierlijk en beweeglijk weergegeven dat de engel lijkt te zweven.

Zo kan het dat de figuur in het wit, die de beker aanreikt aan de middelste koning, eigenlijk te klein is afgebeeld, zonder dat dit ook voor de moderne kijker opvalt. [een principe dat Hugo van der Goes in het Monforte-retabel toepast]

In de tweede helft van de 15e eeuw werd hun voorbeeld gevolgd door schilders als Hans Memling, Hugo van der Goes en Geertgen tot Sint Jans.

d:Q881025


Houding 'astroloog'; Panofsky p. 278 (+ noot 3): Pesellino (Florence c. 1422-Florence 1457) - Saints Mamas and James (A fragment) - RCIN 407613 - Royal Collection

Zie ook: P. Hendy, 'Pesellino', Burlington Mag LIII, 1928, p. 67

Het middenpaneel stelt de geboorte van Christus voor. Rogier liet zich hiervoor inspireren door het visioen van de heilige Birgitta van Zweden en door de uitbeelding daarvan door zijn leermeester Robert Campin. Ze is net als op de Miraflorestriptiek in het wit gekleed, maar ze maakt een minder eenzame indruk. De sfeer is warmer en gemoedelijker.

Pseudo-Bonaventura en Birgitta beschrijven dat de geboorte van Jezus pijnloos en in een oogwenk verliep. Als bij toverslag verliet Jezus haar schoot en verscheen voor haar, "liggend op de grond, naakt en wonderschoon" (Birgitta: iacentem in terra nudum et nitidissimum).

Achter de Heilige Familie staan de os en de ezel, die in de christelijke traditie vaak de kerk en de synagoge vertegenwoordigen. De blindheid van de synagoge, oftewel de Joden die in Jezus niet de messias herkenden, is hier verbeeld doordat de ogen van de ezel schuil gaan achter de kop van de os.[1]

De drie voorstellingen op het altaarstuk spelen zich gelijktijdig af.

LEGENDA AUREA

De wijzen zien een ster in de vorm van een kind ("..."), en op het linkerpaneel rust de troon van Maria letterlijk op een hemels altaar. / Augustus bevindt zich in een kamer en rechts van hen staan drie boodschappers/getuigen. / de verdwijnpunten komen ongeveer samen in het visioen. (?)

Legenda Aurea (p. 43/44): Nam in ipsa die navitatis (...) magis super quendam montem orantibus, stella quaedam juxta eos apparuit, quae formam pueri pulcherrimi habebat et in ejus capite crux splendebat. Qui magos alloquens dixit, ut in

Het verhaal van de drie wijzen in het hoofdstuk De epiphania domini bevat extra een detail dat op het schilderij is uitgebeeld, namelijk de zelden uitgebeelde opmerking dat de wijzen zich wasten voordat ze God verzochten de ster aan hen te tonen.

Legenda Aurea (p. 89 - De epiphania domini): Illi ergo per singulos annos post mensem ascendebant super montem victorialem et tribus diebus ibidem morantes se lavabant et orabant Deum, ut iis illam stellam, quam Balaam praedixerat, ostenderet. Quadam autem vice, scilicet in die natalis domini, dum sic ibidem manerent, Stella quaedam ad eos super montem venit, quae habebat forman pulcherrimi pueri, super cujus capite crux splendebat, quae magos allocuta est dicens: Ite velocius in terram Judam et ividem regem, quem quaeritis, natum invenietis. (... Zij wasten zich en baden tot God dat hij de ster, die Balaam had voorspeld, aan hen zou tonen. ...)

Legenda Aurea (p. 44): De drievoudige zon verscheen na de dood van Julius Caesar. Octavianus raadpleegde het orakel van de sibille. -> Sibylla in de kamer van de keizer; er verscheen midden op de dag een gouden cirkel rond de zon en midden in de cirkel een bloedmooie maagd met een kind liggend in haar schoot. Toen toonde/voorspelde/uitlegde de sibille dit aan de keizer, en terwijl de keizer het visioen bewonderde, hoorde hij een stem tegen hem zeggen: Haec est ara coeli, en de sibille zei tegen hem: Dit kind is groter dan u en aanbid hem daarom. Deze kamer werd gewijd aan de Heilige Maria en wordt tot heden Sancta Maria Ara Coeli genoemd. Omdat de keizer begreep dat dit kind groter was dan hij, offerde hij wierook aan hem (ei thura obtulit)

(p. 45 : os en ezel)

Zo werd onder andere de hemelse stem die de woorden "Haec est ara coeli" ("Dit is het hemelaltaar") sprak, uitgebeeld. (?)

  1. Panofsky