Geluksklokje
Het geluksklokje (Cortusa matthioli) is een overblijvende plant uit de sleutelbloemfamilie (Primulaceae) die te vinden is in de gebergtes van Midden-, Oost- en Zuid-Europa en van Azië.
Cortusa matthioli | |||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||||
Cortusa matthioli L. (1753) | |||||||||||||||||||
Geluksklokje, habitus | |||||||||||||||||||
|
Naamgeving en etymologie
bewerken- Synoniem: Primula matthioli (L.) V.A.Richt
- Frans: Cortuse de Matthioli
- Duits: Alpenheilglöckchen, Heilglöckel
De botanische naam Cortusa is een eerbetoon vanwege de botanicus Pietro Andrea Mattioli aan zijn vriend Giacomo Antonio Cortuso (1513–1603), professor plantkunde in Padua en de ontdekker van deze soort. De soortaanduiding matthioli is dan weer een eerbetoon van Linnaeus aan Mattioli zelf.
Kenmerken
bewerkenHet geluksklokje is een tot 40 cm hoge, overblijvende, bladverliezende, kruidachtige plant met een onvertakte bloemsteel en een basaal bladrozet van tot 8 cm brede, diepgroene, gesteelde, min of meer hartvormige bladeren met een diep gelobde en getande bladrand. De plant is behaard. Het is een hemikryptofyt, die overwintert met een vlezige wortelstok.
De bloemen staan in een klein, ijl enkelvoudig scherm op een lange, overhangende, onbebladerde en behaarde bloemsteel. De knikkende, tweeslachtige bloemen zijn tot 12 mm in diameter, klokvormig, met een vijftallige, groene, behaarde kelk en een eveneens vijftallige purperroze kroon. De kroon is tot in het midden ingesneden, de kroonblaadjes langwerpig tot eirond met teruggebogen top en een groenwitte binnenzijde. De bloem draagt 5 meeldraden, die aan de voet gefuseerd zijn met de kroonbladen, en een centrale, bolvormige stamper met een tot 1 cm lange stijl.
Na de bloei vormt zich een rechtopstaande, vijftallige doosvrucht.
De plant bloeit van mei tot augustus.
Het geluksklokje groeit voornamelijk op vochtige, schaduwrijke plaatsen in bossen en, langs beekjes en in ravijnen, vooral op kalksteen, in de montane en subalpiene zone van het gebergte, tot op 2.200 m hoogte.
De plant komt voor in de meeste gebergtes van Midden-, Oost- en Zuidoost- en Zuid-Europa, voornamelijk in de Alpen, de Karpaten, het Oeralgebergte en de Balkan, en verder de Aziatische gebergtes tot in Oost-Azië.
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Alpenheilglöckchen op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- C.Grey-Wilson & M.Blamey, 2003: Bergflora van Europa. Tirion Natuur, De Fontein/Tirion uitgevers bv, Baarn.
- (en) IPNI, The International Plant Names Index
- (fr) TelaBotanica
- (it) Flora Italiana