Gerrit Laurens Keultjes
Gerrit Laurens Keultjes (Utrecht, 10 augustus 1786 - Bogor, Nederlands-Indië, 16 september 1821) was een Nederlands kunstschilder en illustrator.
Gerrit Laurens Keultjes | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Gerardus Laurentius Keultjes | |||
Geboren | 10 augustus 1786 Utrecht | |||
Overleden | 16 september 1821 Bogor (Buitenzorg) | |||
Nationaliteit(en) | Nederland | |||
Beroep(en) | Kunstschilder, illustrator | |||
|
Biografie
bewerkenKeultjes verbleef tussen zijn 16de en 22ste levensjaar in een katholiek weeshuis in Utrecht en leerde daar schilderen.[1] Eerst was hij vooral actief als schilder van portretten en genrestukken. Na een zeereis door de Middellandse Zee besloot hij zich verder te bekwamen als schilder van zeegezichten. Zijn werk bestond daarna uit tekeningen en schilderijen met schepen en zeegezichten.[2]
Natuurkundige Commissie voor Nederlands-Indië
bewerkenIn 1820 werd hij lid van de Natuurkundige Commissie voor Nederlands-Indië. Hij werd toegevoegd aan het team van de natuuronderzoekers Heinrich Kuhl en Johan Coenraad van Hasselt als tekenaar om de natuurhistorische en etnografische specimens die werden verzameld te documenteren en af te beelden. Na aankomst op Java werd het team onmiddellijk op expeditie gestuurd naar de omgeving van Bogor. Daar onderzochten zij de hellingen van de 3019 m hoge vulkaan de Gunung Pangrango en klommen als eersten naar de top. In augustus 1821 werden Keultjes en ook teamleider Heinrich Kuhl ziek door de inspanningen en het gebrek aan tijd om aan het tropische klimaat te wennen.[3] Op 16 september 1821 overleed Keultjes aan een tropische ziekte, welke aandoening precies werd niet duidelijk. De tien jaar jongere Kuhl overleed aan een leverinfectie.[4]
Nalatenschap
bewerkenIn de verzameling materiaal die na zijn overlijden van Java naar het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie (nu: Naturalis Biodiversity Center) in Leiden was gezonden, bevonden zich 1200 tekeningen die door Keultjes zijn gemaakt maar die in in de jaren daarna in het museum verloren zijn gegaan. De plantkundige prof. Jacob van Breda (1788–1867) was nog in staat om steendrukken te maken aan de hand van origineel werk van Keultjes.
Oeuvre (selectie)
bewerkenRijksmuseum Amsterdam: (Schilderijencollectie Rijksmuseum):
- De heilige Petrus, 1816, 65 x 53 cm, olieverf op linnen.
- De aanval van het verenigd Engels-Nederlands eskader op Algiers in 1816, 1817, 61 x 86 cm, olieverf op linnen.
In particulier eigendom
- De muziekles, 32 x 26 cm, olieverf op hout
- ↑ Roeland van Eijnden & Adriaan van der Willigen: Geschiedenis der Vaderlandsche Schilderkunst. Hrsg. De Wed A. Loosjes, Pz., Haarlem, 3. Band, 1820: 526 S.
- ↑ G. K. Nagler: Neues allgemeines Künstler-Lexicon oder Nachrichten von dem Leben und den Werken der Maler, Bildhauer, Baumeister, Kupferstecher, Formschneider, Lithographen, Zeichner, Medailleure, Elfenbeinarbeiter, etc.. E. A. Eichmann, München, Band 6, Haspel-Keym, 1820: 572 S.
- ↑ "De vlijt der Heeren Keultjes en van Raalten kunnen wij niet genoeg prijzen; eerstgenoemde heeft zich volkomen tot een' teekenaar van natuurlijke voorwerpen gevormd." Heinrich Kuhl & Johan Coenraad van Hasselt: Uittreksels uit een brief van de heeren Kuhl en van Hasselt, aan Zijne Excellentie den Ministerie voor het openbaar Onderwijs, de Nationale Nijverheid en de Kolonien. Buitenzorg den 10 Augustus 1821. In: Algemeene Konst- en Letter-Bode. Bij de Wed. Adriaan Loosjes Pz., Haarlem, 1822. Band 1: 149-152. on line. Gearchiveerd op 15 juli 2023.
- ↑ Johan Coenraad van Hasselt (1822): Auszug eines Briefes von J. C. van Hasselt an Professor van Swinderen in Gröningen. In: ISIS oder Encyklöpädischen Zeitschrift, vorzüglich für Naturgeschichte, vergleichende Anatomie und Physiologie. F. A. Brockhaus, Leipzig, 1822, Band 2: S. 903-904.
- Link
- Literatuur
- Jakob Gijsbert Samuel van Breda: Genera et species orchidearum et asclepiadearum quas in itinere per insulam Java / Collegerunt H. Kuhl et J. C. Van Hasselt; ed. et descriptiones curavit J. G. S. Van Breda. Lith. Franciscus M. J. Kierdorff & François de Keghel, Gent, 1827: 88 S.