Geschiedenis van Melilla

De geschiedenis van Melilla gaat terug tot het eerste millennium voor Christus, toen de Fenici zich vestigden op een plek die ze Rusadir noemden, wat in het Fenicisch "imposante kaap" betekent. De stad speelde door de eeuwen heen een strategische rol vanwege haar gunstige geografische ligging in de Middellandse Zee.[1]

Versterkte omheiningen van Melilla in 1849

In de 3e eeuw v.Chr. maakte Rusadir deel uit van het Carthaagse rijk. Na de val van Carthago kwam de regio in 42 v.Chr. onder Romeins bestuur en werd het onderdeel van de provincie Mauritania Tingitana, die deel uitmaakte van Hispania Transfretana. Na de val van het West-Romeinse Rijk kwam de stad onder Visigotisch bestuur en werd het onderdeel van Hispania Visigothica.

In de 6e eeuw, in 534, veroverde de Byzantijnse keizer Justinianus I Melilla en voegde het toe aan het Byzantijnse rijk. In 615 werd de stad echter heroverd door de Visigotische koning Sisebut. In 700 veroverde het moslimleger onder leiding van Moessa bin Noessair Rusadir, waarmee het begin werd gemaakt van de islamitische overheersing van de regio.

De situatie van Melilla bleef relatief stabiel tot 1497, toen de stad, die verlaten was door conflicten met het koninkrijk Fès, werd ingenomen door Pedro de Estopiñán y Virués, namens de hertog van Medina Sidonia en met steun van de Catholieke Koningen. Deze bezetting markeerde het begin van het Spaanse tijdperk in Melilla.

In de 18e eeuw werd Melilla belegerd door de sultan Muhammad III tussen 1774 en 1775. Het beleg mislukte echter door de weerstand van de stad, geleid door generaal Juan Sherlock, ondersteund door de Britten, wat dit conflict een internationale dimensie gaf.

Melilla werd in het verdrag van 1767 officieel erkend als Spaanse enclave. Andere verdragen, ondertekend in 1767, 1780 en 1785, noemden de stad in de context van vredesovereenkomsten tussen Spanje en andere Europese en Afrikaanse machten. Het Spaanse grondgebied van Melilla werd officieel afgebakend in het verdrag van 14 november 1863, wat de positie van Spanje in deze strategische enclave in Noord-Afrika verstevigde.

Oudheid

bewerken

De eerste tekenen van menselijke bewoning in Melilla dateren uit de Oudheid, ver voordat de stad onder Spaanse heerschappij werd versterkt. Archeologische vondsten suggereren dat de regio werd bewoond door de Feniciërs en later door de Carthagers. Deze volkeren, aangetrokken door de strategische ligging van de stad, gebruikten het waarschijnlijk als een handelscentrum en visserijstation.

Vanaf de 1e eeuw v.Chr. kwam de regio onder Romeins gezag, wat het begin markeerde van een periode van integratie in het Middellandse-Romeinse rijk. Melilla maakte toen deel uit van de provincie Mauritania Tingitana, een gebied dat het grootste deel van het huidige noorden van Marokko besloeg. De Romeinen bouwden commerciële en maritieme installaties en gebruikten de stad om de scheepvaartroutes in de Middellandse Zee te controleren.

Middelleeuwen

bewerken

De komst van de Arabieren en Berbers in 711, na de verovering van Spanje door de moslimlegers, gaf Melilla een grotere strategische rol. In 777 kwam de regio definitief onder controle van het Idrisidische koninkrijk, een Berberse dynastie die grote invloed uitoefende op de Middellandse handel en de uitbreiding van de islam in Noord-Afrika. Melilla werd zo een welvarende havenstad, die strijd voerde tegen de Barbarijse piraten, maar ook een centrum van handelscontacten met de rest van de Middellandse wereld.

In 1497, tijdens de Spaanse Reconquista, werd Melilla ingenomen door de troepen van het koninkrijk Castilië onder Ferdinand de Katholieke. Deze inname maakte deel uit van een reeks Spaanse uitbreidingen langs de Afrikaanse kusten. De stad werd versterkt en werd een vesting tegen invallen van de Ottomanen en Barbarijse piraten. Dit markeerde het begin van een lange periode van Spaanse overheersing die zou duren tot heden.[2]

Moderne Tijd

bewerken

De moderne periode van Melilla begon in de 16e eeuw, toen de stad een strategisch punt werd voor de Spanjaarden in hun strijd tegen de Barbarijse piraten. In deze tijd versterkten de Spanjaarden de vestingwerken van de stad, bouwden muren en torens die vele belegeringen en aanvallen in de komende eeuwen zouden doorstaan.

In de 19e eeuw werd Melilla een militaire stad van groot belang. In 1859, tijdens de Spaans-Marokkaanse Oorlog, veroverde het Spaanse leger de stad Tanger, waarna Melilla weer volledig onder Spaanse controle kwam. Dit conflict markeerde een keerpunt in de uitbreiding van de Spaanse invloedssfeer in Noord-Afrika. In 1860 werd Melilla een sleutelpunt in de verdediging van de Spaanse kolonies en bleef het onder Spaanse administratie ondanks pogingen van Marokko om de stad terug te nemen.

Twintigste Eeuw en Rifoorlog

bewerken

De eerste decennia van de 20e eeuw werden gekarakteriseerd door nieuwe conflicten. In 1921 was Melilla betrokken bij de Rifoorlog, een koloniale oorlog tussen de Spaanse troepen en de Berberse stammen van de Rif, geleid door Abd el-Krim. Melilla, gelegen nabij de Rif, werd een belangrijk militair doelwit voor de opstandelingen. De Slag om Annual, die resulteerde in een Spaanse nederlaag, blijft een van de belangrijkste militaire episoden in de geschiedenis van de stad.[3]

In de 20e eeuw werd de soevereiniteit van Melilla een punt van spanning met het onafhankelijke Marokko. Hoewel Melilla deel uitmaakte van het Spaanse grondgebied, betwistte Marokko deze situatie, vooral na zijn onafhankelijkheid in 1956. Spanje behield echter zijn aanwezigheid in Noord-Afrika en versterkte de banden met de stad door het aan te vullen met talloze infrastructuren.

Hedendaagse Tijd

bewerken

Melilla werd, net als het naburige Ceuta, een autonome stad in 1995, met een status die vergelijkbaar is met die van de Spaanse autonome regio's. De stad geniet grote administratieve autonomie, maar blijft een geopolitiek discussiepunt vanwege haar bijzondere ligging op het Afrikaanse continent.

De hedendaagse geschiedenis van Melilla wordt gekenmerkt door culturele en sociale uitwisselingen tussen de verschillende gemeenschappen van de stad, vooral de Spaanse, Berberse en Arabische bevolkingsgroepen. De stad blijft zich ontwikkelen, maar blijft ook een punt van geopolitieke spanning met Marokko, dat de soevereiniteit over Melilla en Ceuta betwist.[4]