Gewoon trapmos
Het gewoon trapmos (Lophozia ventricosa) is een soort levermos uit de familie Lophoziaceae. De groene broedkorrels en de regelmatige tweetoppige bladen maken de soort eenvoudig herkenbaar.
Gewoon trapmos | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Lophozia ventricosa (Dicks.) Dumort. (1835) | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Gewoon trapmos op Wikispecies | |||||||||||||
|
Kenmerken
bewerkenUiterlijke kenmerken
bewerkenLophozia ventricosa groeit op licht- tot donkergroene, vlakke gazons uit planten van ongeveer 1 tot 2 centimeter lang en 1 tot 2 millimeter breed. De uitgestrekte tot min of meer rechtopstaande, bruine en dichtbladige stengels zijn aan de onderzijde bedekt met talrijke rhizoïden. De ondervoorbijte flankbladeren zijn eivormig tot rechthoekig en aan de voorzijde verdeeld in twee puntige lobben. Aan de uiteinden van de bladlobben bevinden zich meestal geelgroene stapels met een- tot tweecellige, hoekige broedlichamen van ongeveer 20 µm groot. Onderbladen ontbreken.
De mos is tweehuizig. Het bloemdek is langwerpig eivormig tot cilindrisch, aan de bovenkant plotseling samengetrokken met enkele korte plooien en gekarteld aan de monding. Perianthia en sporogons worden zelden gevormd.
Microscopische kenmerken
bewerkenDe bladcellen van de flankbladeren zijn rond, vierkant tot zeshoekig, dunwandig en ongeveer 20 tot 30 µm groot in het midden van het blad. De celhoeken zijn matig verdikt. Er zijn 13 tot 20 olielichamen per bladcel.
Ecologie
bewerkenLophozia ventricosa is in diverse milieus in bos en heide aan te treffen maar vindt een optimum op noordhellingen in de heide. Het mos is kalkmijdend, houdt van vocht en schaduw en groeit op rotsen, open ruwe humus, op humusarme minerale grond op aardedrains en op verrot hout.
Voorkomen
bewerkenDe verspreiding van Lophozia ventricosa is circumboreaal en komt voor in Europa, Azië en Noord-Amerika. In Midden-Europa is het de meest voorkomende soort van het geslacht. Het is algmeen in de bergen en zeldzaam in de vlakten. In de Alpen komt het voor tot aan de boomgrens.
In Nederland komt het gewoon trapmos vrij zeldzaam voor. Het staat op de rode lijst in de categorie 'kwetsbaar'. In de duinen is de soort zeldzaam. Er zijn enkele vondsten in het Laagveendistrict. L. ventricosa is de meest algemene Lophozia in Nederland. Evenals de meeste andere soorten van dit geslacht lijkt ook L. ventricosa echter achteruit gegaan te zijn en is de soort thans vrij zeldzaam. De oorzaken zijn waarschijnlijk vooral gelegen in vergrassing van heide en bossen, en indirect dus stikstofdepositie.
Foto's
bewerken-
Flankblad met broedlichamen
-
Flankblad
-
Bladcellen flank
-
Broedlichamen
-
Stengeldoorsnede