Hajhirgebergte
Het Hajhirgebergte (Arabisch: هجهر) is een bergketen op het Jemenitische eiland Socotra. Het is het hoogste deel van het eiland.
Hajhirgebergte | ||||
---|---|---|---|---|
Kaart van Socotra met het Hajhirgebergte (Jabal Haggier) in het oosten
| ||||
Hoogste punt | Mashanig (1509 m) | |||
Lengte | 40 km | |||
Breedte | 25 km | |||
Locatie | Socotra, Jemen | |||
Coördinaten | 12° 35′ NB, 54° 2′ OL | |||
Foto's | ||||
De tweelingpieken van Mashanig – de pilaar aan de linkerkant is de hoogste piek in Socotra. De gevallen pilaar die de toppen overbrugt, wordt "Mishifo" genoemd.
| ||||
|
Naam
bewerkenDe naam Hajhir (Soqotri: هَجْهِر)[1] is waarschijnlijk afgeleid van het Arabisch. Meest waarschijnlijk van het woord ḥijr (حِجْر; "steen"). Een andere mogelijke oorsprong is het Arabische woord hajar (هجر; "vluchten").
Geografie
bewerkenHet grillige gebergte ligt in het noordoostelijke deel van het eiland in het binnenland. In het gebied van de hoogste groep van pieken bevinden zich onder meer de steile toppen van het hoogste punt van het eiland, de dubbelpiek Mashanig of Jabal Skand met 1.519 meter.[2][3][4] Andere toppen zijn de Girhimitin, Hazrat Muqadriyoun en de Herem Hajhir. Het Hajhirgebergte is moeilijk toegankelijk en wordt doorkruist door diepe kloven. Aan de voet van de bergketen ligt Hadiboh, de hoofdplaats van het eiland.
De bergketen is het makkelijkst te bereiken via de vallei ten noorden van Hadiboh. Nomadische geitenherders hebben een lange geschiedenis van het beklimmen van het Hajhirgebergte. Uit een onderzoek uit 2014 naar de mondelinge verteltradities van de Soqotrische bevolking bleek dat een aantal populaire mythen verhalen vertellen over de beklimmingen door lokale geitenhoeders in het hele gebied. Volgens antropoloog Christopher Elliott laten veel verslagen een sterke mondelinge overdrachtsketen zien waarin mythische karakters verbonden werden met daadwerkelijke premoderne beklimmingen.[5]
Geologie
bewerkenHet gebergte vormt een asymetrische boog.[6] De kern van het gebergte bestaat uit vulkanisch Precambrisch gesteente. Daaronder bevinden zich ongeveer 720 miljoen jaar oud peralkalien graniet[7] en gabbro met hoornblendes en biotieten.[8] De kristallijne rotsen strekken zich uit over een lengte van ongeveer 40 kilometer gemeten van oost naar west bij een breedte van 25 kilometer van noord naar zuid.[9] Rond de bergen bevinden zich een aantal kalksteenplateaus, die bij het zuidwestelijke Diksamplateau oprijzen tot 1000 meter boven zeeniveau.[10]
Flora en fauna
bewerkenDelen van het gebergte vormen onderdeel van de terrestrische ecoregio droge struwelen van Socotra, die bekend staat om zijn vele endemische soorten. In het gebergte leven meer dan honderd soorten die endemisch zijn op Socotra en hiervan leeft de helft enkel in deze bergen. De flora is er meer divers dan op de rest van het eiland dankzij vochthoudende wolken die er overdrijven.
De grootste bossen van de endemische drakenbloedbomen staan in Rokeb di Firmihin in het zuidwestelijk deel van het gebergte.[11] De endemische zeggesoort Carex socotrana, werd in 2017 ontdekt nabij de hoogste top Mashanig.[12]
Een endemische vogelsoort is de Socotrahoningzuiger, waarvan nog ongeveer 50 individuen leven op de noordelijke uitlopers van het gebergte. Een meer voorkomende soort in het gebergte is de aasgier.[13]
-
De rostachtige pieken van het Hajhirgebergte gezien vanuit Hadiboh.
-
De Mashanig of Jebal Skand met een drietal drakenbloedbomen op de voorgrond.
-
De beide tweelingpieken gezien tijdens een Britse expeditie in 1899 van William Robert Ogilvie-Grant en Henry Ogg Forbes.
- ↑ Andere spelwijzen zijn Al Haghier, Ha Geher, Hadhier, Hadjar, Haggeher, Hagghier, Haggiar, Haggier, Haghier, Haghir, Hagien, Hagier, Hajar, Hajher, Hajhir, Haygier, Higgher en Jha Geher. Bron: BEZDĚK et al.: List of Socotran geographic names in entomological literature (p. 42: Hagher), Acta Entomologica Musei Nationalis Pragae. 2012, nr. 52, supp. 2, pp. 27-67.
- ↑ Islands east of the Horn of Africa and south of Yemen. WNF. Geraadpleegd op 13-8-2023.
- ↑ Antonín Buček, Hana Habrová, Kamil Král, Fyzickogeografický Sborník 2. Kulturní krajina p. 27. Brno: Masarykova univerzita v Brně (2004). Geraadpleegd op 5-7-2024.
- ↑ Voor de berg worden verschillende hoogten opgegeven in verschillende bronnen waaronder 1506 m, 1519 m, 1525 m en zelfs 1630 m. Hier wordt de hoogte aangehouden die wordt genoemd door het WNF.
- ↑ Christopher Elliott, Climbing Life . Alpinist nr. 58. Height of Land Publications (2017). Geraadpleegd op 5-7-2024.
- ↑ (ru) Dubinin, E.P. et al., Строение и условия образования краевого плато и острова Cокотра (физическое моделирование). Часть 1. Строение острова Cокотра. Вестник КРАУНЦ. Серия: Науки о Земле 44 (4) pp. 63-72. DVO RAN: Instituut voor Vulkanologie en Seismologie (Kamtsjatka) (2019). Geraadpleegd op 5-7-2024.
- ↑ Hamimi , Z. et al. (2021), The geology of the Arabian-Nubian Shield, Cham, Switzerland: Springer. p. 644, ISBN 978-3-030-72995-0
- ↑ Thomas Schlüter (2008), Geological atlas of Africa : with notes on stratigraphy, tectonics, economic geology, geohazards and geosites of each country, wyd. 2nd four-coloured rev. and enl. ed, Berlin: Springer. p. 223, ISBN 978-3-540-76324-6.
- ↑ Schürmann, H.M.E. (1974), The Pre-cambrian in North Africa, Leiden: Brill. p. 28, ISBN 90-04-03694-6.
- ↑ Damme, K. van, "Socotra Archipelago", in: R.G. Gillespie, D.A. Clague [red.] (2009), Encyclopedia of Islands. University of California Press. p. 847. ISBN 978-0-520-25649-1.
- ↑ White, Mel, Drakenbloed en woestijnrozen, National Geographic Nederland-België, juni 2012
- ↑ Řepka, R. et al., Carex socotrana, a New Endemic Species from Socotra Island. Novon: A J. for Botanical Nomenclature, 25(4) pp. 467-472 (2017).
- ↑ Hestler, A. (2010), Yemen. 2e druk. New York: Marshall Cavendish Benchmark. p. 16, ISBN 978-0-7614-4850-1,