Henriëtte Coclet
Rosalie Henriëtte Coclet (Luik, 15 januari 1866 – aldaar, 6 maart 1945) was een Belgisch componist.
Henriëtte Coclet | ||||
---|---|---|---|---|
Volledige naam | Rosalie Henriëtte Van den Boorn-Coclet | |||
Geboren | 15 januari 1866 | |||
Overleden | 6 maart 1945 | |||
Land | België | |||
Nevenberoep | muziekpedagoge | |||
Belangrijkste werken | Symfonie in F | |||
(en) MusicBrainz-profiel | ||||
|
Ze werd geboren als dochter van musicus Nicolas Joseph Coclet en Josephine Augustine Delcomminette. In 1906 trouwde ze met verzekeringsdirecteur Edmond Eugene Jean Hubert Van den Boorn, met als getuigen Théodore Radoux en Jules Ghymers, beiden docent aan het Koninklijk Conservatorium Luik.[1]
Ze kreeg haar muzikale opleiding aan het Luikse conservatorium, met lessen van Jean-Théodore Radoux en Sylvain Dupuis. Ze won eerste prijzen met solfège, harmonieleer en fuga. Van 1892 tot 1913 gaf ze harmonieleer aan datzelfde instituut.
In 1888 zong Aaltje Noordewier-Reddingius liederen van haar in het Concertgebouw te Amsterdam.
Van haar hand verschenen onder meer:
- Andante symphonique (1894)
- de cantate Callirhoe (1895, Prix de Rome)
- Douze mélodies (1898, ze schonk een gedrukt exemplaar aan Alphons Diepenbrock); in 2008 herdrukt in de Verenigde Staten.
- Symfonie (1904)
- Sonate voor viool (1907)
- Renouveau (symfonisch gedicht, 1913)
- Symphonie Wallonie (1923)
- Vers l ‘Infini voor cello en orkest
- Le chant de la fileuse
- Geïllustreerd muzieklexicon, onder redactie van Mr. G. Keller en Philip Kruseman, medewerking van Sem Dresden, Wouter Hutschenruijter, Willem Landré, Alexander Voormolen en Henri Zagwijn; uitgegeven in 1932/1949 bij J. Philips Kruseman, Den Haag; pagina 70.
- Coclet op Musicsack
- Liederen van Boorn-Coclet
- ↑ Jules-Eugène Ghymers (Luik, 1835–1911) was pianist en docent aan het conservatorium. Hij schreef een aantal onuitgegeven werkjes en was muziekcriticus (Gazette de Liège, Le Guide Musical).