Japanse Keizerlijke Marineluchtmacht
De Japanse Keizerlijke Marineluchtmacht (Japans: 海軍航空本部, Dai-Nippon Teikoku Kaigun Kōkū Hombu), officieel de Luchtmacht van de Marine van het Groot-Japanse Keizerrijk, was de luchtmachtcomponent van de Japanse Keizerlijke Marine. De marineluchtmacht bestond van 1912 tot 1945.
Japanse Keizerlijke Marineluchtmacht 海軍航空本部 (Dai-Nippon Teikoku Kaigun Kōkū Hombu) | ||
---|---|---|
Vlag van de Japanse Keizerlijke Marine
| ||
Oprichting | 1912 | |
Ontbinding | 1945 | |
Land | Japans Keizerrijk | |
Type | Luchtmacht | |
Veldslagen | Eerste Wereldoorlog Tweede Chinees-Japanse Oorlog Tweede Wereldoorlog | |
Commandanten | Nagumo Chuichi Minoru Genda Saburo Sakai Mitsuo Fuchida |
Bevelstructuur
bewerkenDe marineluchtmacht stond onder het bevel van de Generale staf van de Japanse Keizerlijke Marine en van het Ministerie van de Marine. De Japanse Keizerlijke Marineluchtmacht had een gelijkaardige functie als de Fleet Air Arm van de Britse Royal Navy, de luchtmachtafdeling van de United States Navy, de Aviazione Ausiliara per la Marina van de Italiaanse Regia Marina of de Marineluchtvaartdienst van de Marine van de Sovjet-Unie.
Het luchtvaartbureau van de Japanse Keizerlijke Marine (Kaigun Koku Hombu) was verantwoordelijk voor de ontwikkeling en de training.
Geschiedenis
bewerkenDe eerste vliegtuigen voor het Japanse leger werden rond 1910 aangeschaft. De ontwikkelingen met betrekking tot de militaire luchtvaart werden nauwlettend gevolgd gedurende de Eerste Wereldoorlog. Aanvankelijk werden de vliegtuigen aangeschaft in Europa, maar al snel werden eigen toestellen ontwikkeld.
In 1913 werd een vrachtschip verbouwd voor het transport van watervliegtuigen, de Wakamiya. Het schip kreeg vier Framan toestellen en in september 1914 participeerde het schip bij de aanval op Qingdao. In 1922 volgde het eerste speciaal ontworpen vliegdekschip, de Hōshō. De marineluchtmacht deed hiermee veel ervaring op en leidde ook tot veranderingen aan het schip, zoals het verwijderen van de schoorstenen en de brug, om het starten en landen te vereenvoudigen.
Als een gevolg van het Verdrag van Washington in 1922 werden twee slagkruisers in aanbouw afgebouwd als vliegdekschip, de Akagi en de Amagi. De laatste werd zwaar beschadigd tijdens een zware aardbeving in 1923 en werd niet afgemaakt. Hiervoor in de plaats kwam de Kaga. Beide schepen kregen bij de bouw drie dekken, maar later kwam hiervoor een groot dek in de plaats.
Vliegtuigen in gebruik tijdens de Tweede Wereldoorlog
bewerkenTussen haakjes staan de geallieerde codenamen.
Jachtvliegtuigen
bewerken- Kawanishi N1K1-J Shiden („George“)
- Mitsubishi A5M Kansen („Claude“)
- Mitsubishi A6M Reisen („Zero“)
- Mitsubishi A7M Reppu („Sam“)
- Mitsubishi J2M Raiden („Jack“)
- Nakajima J1N Gekko („Irving“)
Verkenningsvliegtuigen
bewerken- Kyushu Q1W1 („Tokai“)
- Nakajima C6N („Saiun“)
- Yokosuka R2Y („Kaiun“)
Bommenwerpers
bewerken- Mitsubishi G3M Chokou („Nell“)
- Mitsubishi G4M Hamaki („Betty“)
- P1Y Ginga („Frances“)
Duikbommenwerpers
bewerken- Aichi D1A („Susie“)
- Aichi D3A Kanbaku („Val“)
- Yokosuka D4Y Suisei („Judy“)
Torpedobommenwerper
bewerken- Aichi B7A Ryusei („Grace“)
- Nakajima B5N Kankoh („Kate“)
- Nakajima B6N Tenzan („Jill“)
Watervliegtuigen
bewerken- Kawanishi H6K („Mavis“)
- Kawanishi H8K („Emily“
- Aichi E11A („Laura“)
- Aichi E13A („Jake“)
- Aichi E16A („Paul“)
- Aichi M6A
- Kawanishi E7K („Alf“)
- Kawanishi N1K1 Kyofu („Rex“)
- Mitsubishi F1M („Pete“)
- Yokosuka E14Y1
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Imperial Japanese Navy Air Service op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.