Johannes Hyrkanus
Johannes Hyrkanus was van 134 v.Chr. tot 104 v.Chr. koning en hogepriester over de Joodse Hasmonese staat. Zijn Hebreeuwse naam was Jochanan (Jahwe is genadig; vernederlandst: Johannes), de Griekse naam waarvan hij zich in het internationale politieke verkeer bediende was Hyrkanus. Hij wordt ook wel aangeduid als Hyrkanus I. Omdat we hem vooral kennen via historische bronnen die in het Grieks zijn overgeleverd, is het gebruikelijk hem met zijn Griekse naam aan te duiden.
Johannes Hyrkanus | ||
---|---|---|
koning en Hogepriester uit de familie van de Hasmoneeën | ||
Johannes Hyrkanus zoals voorgesteld op een houtsnede in het Promptuarii Iconum Insigniorum
| ||
134 - 104 v.Chr. | ||
Voorganger | Simon Makkabeüs | |
Opvolger | Aristobulus I | |
Lijst van hogepriesters van Israël |
Strijd tegen Kendebeüs
bewerkenIn de tijd dat Simon Makkabeüs nog koning was van de Hasmonese staat rukte de Seleucidische generaal Kendebeüs op last van Antiochus VII Euergetes Sidetes op naar Judea. Simon gaf daarop Johannes Hyrkanus en zijn broer Judas het bevel over het Joodse leger. Hyrkanus en Judas wisten in de buurt van Modeïn Cendebaeus te verslaan.
Begin van Hyrkanus' koningschap
bewerkenHyrkanus was de jongste zoon van Simon Makkabeüs, de eerste Hasmonese koning over de zelfstandige Joodse staat, zoals die door de Makkabese opstand was ontstaan. Tijdens de regering van zijn vader was Hyrkanus gouverneur van de in die tijd belangrijke versterkte stad Gezer. Simon werd vermoord door zijn schoonzoon Ptolemeüs, die de macht wilde grijpen. Daarbij werden ook Hyrkanus' twee oudere broers Mattathias en Judas vermoord. Toen Hyrkanus het nieuws vernam, reageerde hij echter direct. Nog diezelfde avond trok hij met een leger Jeruzalem binnen, waar hij zich liet uitroepen tot koning en hogepriester. Hierdoor mislukte de staatsgreep van Ptolemeüs, die zich terugtrok in het fort Doq. Hyrkanus belegerde het fort geruime tijd, maar het lukte hem niet het fort in te nemen. Ptolemeüs begreep echter dat zijn kansen op het koningschap verkeken waren en vluchtte naar het buitenland.
Worsteling met de Seleuciden
bewerkenKort na aanvang van Hyrkanus' koningschap, trok de Seleucidische koning Antiochus VII Euergetes Sidetes, die eerder al in conflict was gekomen met Simon Makkabeüs, met zijn legers naar Jeruzalem en hij sloeg het beleg om de stad, in een poging het Joodse land opnieuw onder Seleucidisch bestuur te brengen (133 v.Chr.). Slechts door hoge belasting te betalen en gijzelaars te overhandigen wist Hyrkanus een verwoesting van Jeruzalem te voorkomen. Wel werd de muur van Jeruzalem gedeeltelijk afgebroken en werd Judea weer een vazal van de Seleuciden. In 129 v.Chr. vergezelde Hyrkanus Antiochus dan ook noodgedwongen in diens strijd tegen de Parthen, waar Antiochus echter verslagen werd en vermoedelijk zelfmoord pleegde. Hij werd opgevolgd door zijn broer Demetrius II Nicator. Tijdens zijn regering stonden echter verschillende troonpretendenten op die de troon voor zich claimden, zodat Demetrius zijn handen vol had aan de binnenlandse aangelegenheden. Hyrkanus profiteerde van de situatie en wist de Joodse onafhankelijkheid te herwinnen.
Uitbreiding van de Hasmonese staat
bewerkenNu de onafhankelijkheid herwonnen was, legde Hyrkanus zich toe op het uitbreiden van de Hasmonese staat. Toen Hyrkanus zijn vader opvolgde, was het gebied waarover hij heerste niet veel groter dan Judea. Hyrkanus breidde het rijk echter uit met Idumea, Medeba (ten oosten van de Jordaan) en Samaria, tot aan het Karmelgebergte aan toe.
Oppositie
bewerkenHyrkanus' veroveringen zetten veel kwaad bloed bij de overwonnenen, doordat hij zeer rigoureus te werk ging. Hij dwong de Idumeeërs op straffe des doods zich te laten besnijden en zich zo tot het Jodendom te bekeren. De Samaritaanse tempel op de berg Gerizim maakte hij met de grond gelijk. De Joodse historicus Flavius Josephus beschuldigt Hyrkanus er bovendien van dat hij het graf van Koning David geplunderd zou hebben om zijn huurlegers te kunnen betalen.[1]
Daarnaast had Hyrkanus te maken met de oppositie waar alle Hasmonese heersers mee te maken hadden, namelijk van de Farizeeën en de Essenen. Zij keurden de combinatie van koningschap en hogepriesterschap in één persoon af, omdat de Thora een combinatie van deze ambten niet mogelijk maakt. Het is in de tijd van Hyrkanus dat de Farizeeën en de Essenen (en overigens ook de Sadduceeën, die de Hasmoneeën gunstig gezind waren) sterk aan invloed winnen en een factor van betekenis worden. Josephus verhaalt hoe Hyrkanus overliep van de farizeeën naar de sadduceeën.[2]
Munten
bewerkenSinds de Seleuciden zich definitief uit het Joodse land hadden teruggetrokken, waren Tyrische zilveren drachmen de belangrijkste munten die in omloop waren. Hyrkanus was echter de eerste Hasmonese vorst die daarnaast eigen (bronzen) munten liet slaan. Op zijn munten gebruikte Hyrkanus het oude paleo-Hebreeuwse alfabet, dat in deze periode gewoonlijk niet meer gebruikt werd, maar de herinnering opriep aan de glorietijd van de eerste tempel. Er zijn twee soorten inscripties bekend die op Hyrkanus' munten voorkwamen, namelijk 'Jochanan de hogepriester en de Joodse gemeenschap' (zie afbeelding) en 'Jochanan de hogepriester, hoofd van de Joodse gemeenschap'.
Dood en opvolging
bewerkenHyrkanus stierf in 104 v.Chr. als gevolg van een natuurlijke dood. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Aristobulus I.
Stamboom
bewerkenMattathias | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Johannes Makkabeüs | Simon Makkabeüs | Judas Makkabeüs | Eleazar Makkabeüs | Jonathan Makkabeüs | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Judas | Mattathias | Johannes Hyrkanus | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aristobulus I | Antigonus | Alexander Janneüs | Salome Alexandra | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aristobulus II | Hyrkanus II | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Antigonus | Alexander | Alexandra | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aristobulus III | Herodes I | Mariamne | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Externe link
bewerken- ↑ Josephus: Oude Geschiedenis van de Joden hoofdstuk 8:4. Gearchiveerd op 9 juni 2023.
- ↑ Josephus: Oude Geschiedenis van de Joden hoofdstuk 10:5-7. Gearchiveerd op 9 juni 2023.