Het kabinet-Wilopo was een Indonesisch kabinet in de jaren 1952-1953. Het kabinet werd geleid door minister-president Wilopo en vicepremier Prawoto Mangkusasmito.

kabinet-Wilopo
Kabinet in Indonesië Vlag van Indonesië
Premier Wilopo
Start 3 april 1952
Demissionair 3 juni 1953
Eind 30 juli 1953
Voorganger Kabinet-Soekiman
Opvolger Kabinet-Ali Sastroamidjojo I
Staatshoofd Soekarno
Lijst van Indonesische kabinetten
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Formatie

bewerken

Het kabinet-Soekiman viel in februari 1952 vanwege een overeenkomst tussen minister van buitenlandse zaken Achmad Soebardjo en de Amerikaanse ambassadeur Horace Merle Cochran in het kader van de Amerikaanse Mutual Security Act (een opvolger van het Marshallplan). Deze samenwerking met de VS ging in tegen het onafhankelijke buitenlandse beleid, los van de twee machtsblokken van de Koude Oorlog, dat men voorstond. De Volksvertegenwoordigingsraad stemde op 21 februari minister Soebardjo weg, en twee dagen later besloot het hele kabinet-Soekiman op te stappen.[1]

Volgend op de val van het kabinet-Soekiman wees president Soekarno twee formateurs aan: Prawoto Mangkusasmito van de Masjoemi-partij en Sidik Djojosukarto van PNI.[2] Tijdens de formatie ontstonden er echter scheuren binnen de partij Masjoemi, die ertoe leidden dat de Nahdlatul Ulama-stroming zich afsplitste (en uiteindelijk enkele maanden later als nieuwe partij door zou gaan).[3] Dit compliceerde de formatie dermate dat de formateurs hun opdracht op 18 maart teruggaven aan de president.[2]

Soekarno wees Wilopo van PNI, in het vorige kabinet minister van economische zaken, aan als nieuwe formateur. Wilopo wist binnen enkele dagen een coalitie samen te stellen bestaande uit PNI en Masjoemi, aangevuld met PSI, Parkindo, Parindra, de Katholieke Partij, PSII en de Arbeiderspartij. Op 3 april 1952 werd het kabinet-Wilopo geïnstalleerd.

Kabinetsprogramma

bewerken
 
President Soekarno, premier Wilopo en vicepremier Prawoto (november 1952).

Het kabinetsprogramma van Wilopo was vrij vergelijkbaar met die van de vorige twee kabinetten Natsir en Soekiman. Het bestond uit zes punten:[3]

  1. Overheidsorganisatie: verbeteren van de centrale overheid en het organiseren van verkiezingen voor de Volksvertegenwoordigingsraad en Konstituante.
  2. Welvaart: verbeteren van de levensstandaard en verhogen van de voedselproductie.
  3. Veiligheid: zorg dragen voor veiligheid en een sterke rechtsstaat.
  4. Arbeiders: implementeren van arbeiderswetgeving voor de verbetering van productieprocessen.
  5. Onderwijs: verbeteren van het onderwijssysteem.
  6. Buitenlandse zaken: (a) onafhankelijk buitenlands beleid gericht op nationale belangen en wereldvrede; (b) komen tot goede betrekkingen met Nederland binnen de Nederlands-Indonesische Unie; en (c) voortzetting van de strijd om West-Irian onderdeel te laten uitmaken van Indonesië.

Het punt 6(a) moest duidelijk maken dat Indonesië onafhankelijk zou opereren van de twee machtsblokken van de Koude Oorlog, en dit was dus een belangrijke breuk met de toenadering die door het vorige kabinet was gezocht met de Verenigde Staten.

Val van het kabinet

bewerken

De val van het kabinet werd ingeleid door een gebeurtenis in het dorp Perdamaian in Noord-Sumatra op 16 maart 1953. Hier waren voor de Tweede Wereldoorlog grote oliepalm-, thee- en tabaksplantages van de Deli Maatschappij. Tijdens de Japanse bezetting waren de plantages overgenomen door de lokale bevolking, maar op basis van de rondetafelconferentie van 1949 was vastgelegd dat buitenlandse investeerders hun vooroorlogse activiteiten in Indonesië mochten voortzetten. Het kabinet-Wilopo besloot hier gehoor aan te geven en de lokale bevolking opdracht te geven de plantages te verlaten.

het Indonesisch Boerenfront (BTI), een aan de Communistische Partij gelieerde actiegroep, ging niet akkoord en hitste de bevolking op om in opstand te komen. Dit leidde uiteindelijk tot ongeregeldheden met de politie, waarbij 6 doden en 15 gewonden vielen.[4] Naar aanleiding van dit incident diende de oppositie een motie van wantrouwen in. Nog voor de stemming besloot het kabinet-Wilopo om op te stappen.[5]

Samenstelling

bewerken
Nr. Ministerspost Minister Partij
1 Minister-president   Wilopo PNI
Vicepremier   Prawoto Mangkusasmito Masjoemi
2 Buitenlandse Zaken   Wilopo
(tot 29 april 1952)
PNI
  Moekarto Notowidigdo
(vanaf 29 april 1952)
PNI
3 Binnenlandse Zaken   Mohamad Roem Masjoemi
4 Defensie   Hamengkoeboewono IX
(tot 2 juni 1953)
  Wilopo
(vanaf 2 juni 1953)
PNI
5 Justitie   Lukman Wiriadinata PSI
6 Informatie   Arnold Mononutu PNI
7 Financiën   Soemitro Djojohadikoesoemo PSI
8 Landbouw   Mohammad Sardjan Masjoemi
9 Handel Sumanang PNI
10 Transport   Djoeanda Kartawidjaja
11 Openbare Werken en Energie Suwarto PK
12 Arbeid   Iskandar Tedjasukmana PB
13 Sociale Zaken   Anwar Tjokroaminoto
(tot 11 mei 1953)
PSII
  Soeroso
(vanaf 19 mei 1953)
Parindra
14 Onderwijs en Cultuur   Bahder Djohan
15 Godsdienst   Fakih Usman Masjoemi
16 Gezondheid   Johannes Leimena Parkindo
17 Minister van Staat
(voor werknemerszaken)
  Soeroso
(tot 11 mei 1953)
Parindra