Kousenbandslangen
Kousenbandslangen[1] (Thamnophis) zijn een geslacht van slangen uit de familie toornslangachtigen en de onderfamilie waterslangen (Natricinae).
Kousenbandslangen | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Thamnophis elegans | |||||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||||
Thamnophis Fitzinger, 1843 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
Kousenbandslangen op Wikispecies | |||||||||||||||||
(en) World Register of Marine Species | |||||||||||||||||
|
Naam en indeling
bewerkenDe wetenschappelijke naam van de groep werd voor het eerst voorgesteld door Leopold Fitzinger in 1843.[2] De slangen werden eerder aan andere geslachten toegekend, zoals Eutaenia en Tropidonotus. Er zijn 35 soorten waarvan er drie pas in 2005 wetenschappelijk zijn beschreven.
Uiterlijke kenmerken
bewerkenDe grootte verschilt per soort, de meeste soorten bereiken een lichaamslengte van ongeveer 40 tot 70 centimeter maar uitschieters kunnen vaak langer worden. De gewone kousenbandslang bijvoorbeeld bereikt een lengte van 46 tot 66 cm, maar het langst gevonden exemplaar mat 124 cm.
De naam kousenbandslangen slaat op het vaak gestreepte lichaamspatroon dat lijkt op dat van de vroeger gebruikte sokophouders Een aantal soorten staat bekend als bijzonder kleurrijk. Met name als de dieren bedreigd worden, waarbij het lichaam wordt afgeplat, is het strepenpatroon duidelijk te zien. De meeste soorten hebben twee witte tot gele vlekken aan de bovenzijde van de kop. In combinatie met hun algemene voorkomen en vrij rustige karakter maakt dat ze populair in de handel in exotische dieren.
Levenswijze
bewerkenHet voedsel van kousenbandslangen bestaat voornamelijk uit kikkers, salamanders en vissen, daarnaast worden de larven van kikkers en padden naast regenwormen gegeten. Een kleiner deel van het menu bestaat uit vogels, kleine zoogdieren, ongewervelden en aas.
Bij verstoring wordt het lichaam afgeplat en wordt een muskusachige stof uitgescheiden uit de anus. Van sommige soorten is bekend dat ze fel van zich af bijten. Kousenbandslangen zijn niet giftig.
Verspreiding en habitat
bewerkenDe soorten komen voor in delen van Noord- en Midden-Amerika en leven in de landen Canada, de Verenigde Staten, Mexico, Belize, Honduras, Nicaragua, Costa Rica, Guatemala, de Bahama's en El Salvador.[2] De habitat bestaat uit droge tropische en subtropische bossen, gematigde bossen, graslanden en met name uit vele verschillende typen draslanden.
Beschermingsstatus
bewerkenDoor de internationale natuurbeschermingsorganisatie IUCN is aan 31 soorten een beschermingsstatus toegewezen. Van de soorten worden er 25 als 'veilig' (Least Concern of LC) beschouwd, twee als 'onzeker' (Data Deficient of DD) en twee als 'kwetsbaar' (Vulnerable of VU). Twee soorten staan ten slotte te boek 'bedreigd' (Endangered of EN).[3]
Soorten
bewerkenHet geslacht omvat de volgende soorten, met de auteur en het verspreidingsgebied.
Externe link
bewerkenBronvermelding
bewerkenReferenties
- ↑ Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 470. ISBN 90 274 8626 3.
- ↑ a b Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database - Thamnophis. Gearchiveerd op 2 september 2023.
- ↑ International Union for Conservation of Nature and Natural Resources - Red List, Thamnophis - IUCN Red List.
Bronnen
- (en) Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Thamnophis - Website Geconsulteerd – 4 april 2021