Lijst van onderscheidingen van George VI van het Verenigd Koninkrijk

Wikimedia-lijst

Koning George VI van het Verenigd Koninkrijk (1895 – 1952) bezat de volgende onderscheidingen.

rang orde land datum
1 Ridder Orde van de Kousenband Engeland 14 december 1916 – 11 december 1936
2 Ex officio Orde van de Kousenband Engeland 11 december 1936 – 6 februari 1952
3 Ridder Grootkruis Koninklijke Orde van Victoria Gemenebest van Naties 1 januari 1921 – 11 december 1936
4 Ex officio Koninklijke Orde van Victoria Gemenebest van Naties 11 december 1936 – 6 februari 1952
5 Ridder Grootkruis Orde van de Distel Schotland 24 april 1923 – 11 december 1936
6 Ex officio Orde van de Distel Schotland 11 december 1936 – 6 februari 1952
7 Lord Majesty's Most Honourable Privy Council 25 juni 1925 – 11 december 1936
8 Ridder Grootkruis Orde van Sint-Jan Gemenebest van Naties 12 juni 1926 – 11 december 1936
9 Ex officio Orde van Sint-Jan Gemenebest van Naties 11 december 1936 – 6 februari 1952
10 Ridder Grootkruis Orde van Sint-Michaël en Sint-George Verenigd Koninkrijk 22 december 1926 – 11 december 1936
11 Ex officio Orde van Sint-Michaël en Sint-George Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
12 Ridder Grootkruis Orde van Sint-Patrick Noord-Ierland 7 maart 1936 – 11 december 1936
13 Ex officio Orde van Sint-Patrick Noord-Ierland 11 december 1936 – 6 februari 1952
14 Monarch Order of Merit Gemenebest van Naties 11 december 1936 – 6 februari 1952
15 Monarch Orde van de Eregezellen Gemenebest van Naties 11 december 1936 – 6 februari 1952
16 Monarch Orde van het Bad Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
17 Monarch Orde van het Britse Rijk Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
18 Monarch Orde van Voorname Dienst Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
19 Monarch Keizerlijke Orde van Verdienste Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
20 Monarch Orde van Barmhartigheid Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
21 Monarch Orde van de Ster van Indië Brits-Indië 11 december 1936 – 6 februari 1952
22 Monarch Orde van het Indische Keizerrijk Brits-Indië 11 december 1936 – 6 februari 1952
23 Monarch Orde van Brits-Indië Brits-Indië 11 december 1936 – 6 februari 1952
24 Monarch Indische Orde van Verdienste Brits-Indië 11 december 1936 – 6 februari 1952
25 Monarch Keizerlijke Orde van de Kroon van Indië Brits-Indië 11 december 1936 – 6 februari 1952
26 Monarch Orde van Birma Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
27 Monarch Koninklijke Orde van Victoria en Albert Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
28 Monarch Koninklijke Orde van Koning Edward VII Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
29 Monarch Koninklijke Orde van Koning George V Verenigd Koninkrijk 11 december 1936 – 6 februari 1952
30 Monarch Koninklijke Orde van Koning George VI Verenigd Koninkrijk 1937 – 6 februari 1952
31 Koninklijke Victoriaanse Keten Gemenebest van Naties 3 juni 1927
32 1914 Ster Gemenebest van Naties 1919
33 Britse Oorlogsmedaille Gemenebest van Naties 1919
34 Overwinningsmedaille genoemd in de Dagorder Gemenebest van Naties 1919
35 Medaille voor het Diamanten Jubileum van Koningin Victoria Gemenebest van Naties 1897
36 Kroningsmedaille van Edward VII Gemenebest van Naties 1902
37 Kroningsmedaille van George V Gemenebest van Naties 1911
38 Medaille voor het Zilveren Jubileum van George V Gemenebest van Naties 1935
39 Onderscheiding van de Canadese Strijdkrachten Canada 1951
40 Ridder Orde van Sint-Vladimir met Zwaarden Rusland 3 juni 1917 – 7 november 1917
41 Ridder Militaire Orde van Italië Italië 11 augustus 1917 – 2 juni 1946
42 Grootkruis Legioen van Eer Frankrijk 1917 – 6 februari 1952
43 Grootkruis Orde van de Witte Adelaar Koninkrijk Joegoslavië 1918 – 2 december 1945
44 Grootkruis Leopoldsorde België 22 november 1918 – 6 februari 1952
45 Grootofficier Koninklijke orde van de Meest Heilige Orde van Aqdas Perzië 31 oktober 1919 – 1925
46 Ridder Orde van Carol I Roemenië 18 oktober 1922 – 10 september 1944
47 Grootkruis Orde van de Ster van Ethiopië Ethiopië 9 juli 1924 – 6 februari 1952
48 Grootkruis Orde van Mohammed Ali Egypte 4 juli 1927 – 6 februari 1952
49 Grootcommandeur Orde van de Zon Afghanistan 13 maart 1928 – 6 februari 1952
50 Grootkruis Orde van de Twee Rivieren Irak 20 juni 1933 – 6 februari 1952
51 Grootkruis Orde van de Verlosser Griekenland 7 oktober 1936 – 6 februari 1952
52 Grootkruis Orde van de Feniks Griekenland 7 oktober 1936 – 6 februari 1952
53 Grootkruis Orde van Ojaswi Rajanya Nepal 29 april 1937 – 6 februari 1952
54 Ridder Orde van de Serafijnen Zweden 11 mei 1937 – 6 februari 1952
55 Grootkruis Orde van Sint-Karel Monaco 11 mei 1937 – 6 februari 1952
56 Grootlint Chrysanthemumorde Japan 29 juni 1937 – 6 februari 1952
57 Ridder Orde van het Koninklijk Huis van Chakri Thailand 1 februari 1938 – 6 februari 1952
58 Ridder Orde van Sint-Cyrillus en Sint-Methodius Bulgarije 1938 – 30 december 1947
60 Lid Orde van Sint-Joris en Sint-Constantijn met Keten Griekenland 7 november 1938 – 6 februari 1952
61 Grootkruis Orde van Christus Portugal 4 mei 1939 – 6 februari 1952
62 Grootkruis Orde van Aviz Portugal 4 mei 1939 – 6 februari 1952
63 Grote Keten Orde van Sint Jacob van het Zwaard Portugal 4 mei 1939 – 6 februari 1952
64 Grootkruis Orde van de Ster van Karageorge Koninkrijk Joegoslavië 19 juli 1939 – 2 december 1945
65 Lid Orde van de Hasjemieten Irak 10 november 1943 – 6 februari 1952
66 Grootofficier Legioen van Verdienste United States 1945 – 6 februari 1952
67 Grootkruis Militaire Willems-Orde Nederland 1 juli 1946[1]
68 Grootlint Orde van Ojaswi Rajanya Nepal 24 september 1946 – 6 februari 1952
69 Ordeketen Orde van Hoessein ibn Ali Jordanië 18 augustus 1949 – 6 februari 1952
70 Grootlint Orde van Pahlavi Iran 21 juli 1948 – 6 februari 1952
71 Grootcommandeur Orde van de Dannebrog Denemarken 24 oktober 1948 – 6 februari 1952
72 Lid Orde van de Bevrijding Frankrijk 2 april 1960 (postuum)[2]