Lipsi

gemeente in Zuid-Egeïsche Eilanden

Leipsoi[2] (Grieks: Λειψοί) is een klein eiland dat behoort tot de bij Azië gelegen Griekse eilandengroep van de Dodekanesos. Het eiland heeft een omtrek van 35 km en vormt een eigen gemeente (dimos) in de Griekse bestuurlijke regio (periferia) Zuid-Egeïsche Eilanden. Tot het eiland behoren een groot aantal kleinere, onbewoonde eilanden (noordelijke Aspronissi, zuidelijke Aspronissi, Arefousa, Refoulia, Kalavres-archipel, Fragos, Kalapodia) die een grote natuurwaarde hebben (onder meer Eleonora's valk, Mediterrane monniksrob).

Leipsoi
Λειψοί
Gemeente in Griekenland Vlag van Griekenland
Lipsi (Griekenland)
Lipsi
Situering
Periferie Zuid-Egeïsche Eilanden
Coördinaten 37° 18′ NB, 26° 45′ OL
Algemeen
Oppervlakte 17,35 km²
Inwoners
(2011[1])
790
(46 inw./km²)
Hoogte 277 m
Politiek
Burgemeester Fotis MAGGOS (sinds 01/09/2014)
Partij ND
Overig
Postcode(s) 850 01
Netnummer(s) 22470
Kenteken KX, PO, PK
Website www.lipsi.gov.gr
Detailkaart
Kaart van Leipsoi
Gemeentegrenzen 2011
Portaal  Portaalicoon   Griekenland

Algemeen

bewerken

Lipsi ligt ten oosten van het eiland Patmos en heeft een haven met daarbij de kerk met blauwe koepel van Agios Ioannis en het Nikiforion museum. Het eiland is vooral aan de westzijde heuvelachtig. Daar bevindt zich ook het hoogste punt van het eiland: Skafi (277 m). Een groot deel van het eiland wordt gebruikt voor het hoeden van geitenkudden. Er worden verder schapen en koeien gehouden. Er is nog enige landbouw (graanteelt), wijnbouw en groententeelt. Lipsi beschikt over enige goede stranden, waaronder Plati Yialos, Katsadia, Chohlakoura, Kamares, Liendou en het landschappelijk zeer fraai gelegen Monodendri. Het toerisme is hier laat op gang gekomen, en vooral sinds de jaren tachtig sterk gegroeid. De visserij speelt een veel minder belangrijke rol in de economie dan vroeger. Een groot deel van de bevolking is half twintigste eeuw geeëmigreerd naar Australië (Tasmanië). Dat is meteen ook de reden waarom Lipsi zoveel kapelletjes telt. Vele van deze migranten verlieten zeer arm Lipsi en maakten het in hun nieuwe thuisland goed. Uit dankbaarheid bouwden velen een kapelletje op hun geboorte eiland.