Mancinus
Romeins cognomen
Mancinus is een cognomen, dat betekent "van een kreupele", en eigen aan een tak van de gens Hostilia en de gens Manlia.
Bekende dragers van dit cognomen zijn:
- Lucius Hostilius Mancinus, een officier in het leger van de dictator Quintus Fabius Maximus Verrucosus in 217 v.Chr.[1]
- Lucius Hostilius L. f. Mancinus, vader van de consul van 145 v.Chr.
- Aulus Hostilius L. f. A. n. Mancinus, consul in 170 v.Chr., tijdens de oorlog tegen Perseus van Macedonië;
- Lucius Hostilius L. f. L. n. Mancinus, vlootaanvoerder tijdens de Derde Punische Oorlog en consul in 145 v.Chr.
- Gaius Hostilius A. f. L. n. Mancinus, consul in 137 v.Chr.;
- Titus Manlius Mancinus, tribunus plebis die in 107 v.Chr. het voorstel deed om aan Gaius Marius het bevel over de oorlog tegen Jugurtha over te dragen;[2]
- Aulus Hostilius Mancinus, aedilis curulis in een onbekend jaar, die wordt vermeld in een anekdote van Aulus Gellius.[3]
Noten
bewerken- ↑ Titus Livius, Ab Urbe condita XXII 15.
- ↑ Gaius Sallustius Crispus, Bellum Iugurthae 73.7.
- ↑ Aulus Gellius, Noctes Atticae IV 14.