Marcel Henri Bregstein
Marcel Henri Bregstein (Amsterdam, 9 juli 1900 − Palermo (Italië), 13 april 1957) was een Nederlands jurist en hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.
M.H. Bregstein | ||
---|---|---|
Bregstein in 1952
| ||
Persoonlijke gegevens | ||
Geboortedatum | 9 juli 1900 | |
Geboorteplaats | Amsterdam | |
Overlijdensdatum | 13 april 1957 | |
Overlijdensplaats | Palermo | |
Begraafplaats | Westerveld[1] | |
Locatie begraafplaats | Begraafplaats op Find a Grave | |
Doodsoorzaak | val uit hotelkamer | |
Nationaliteit | Nederlands | |
Academische achtergrond | ||
Alma mater | Universiteit van Amsterdam | |
Proefschrift | Ongegronde vermogensvermeerdering (1927) | |
Promotor | P. Scholten | |
Wetenschappelijk werk | ||
Vakgebied | Burgerlijk recht, handelsrecht | |
Universiteit | Universiteit van Amsterdam (1939–1957) Nederlandse Economische Hogeschool (1935–1939) | |
Soort hoogleraar | Gewoon hoogleraar | |
Beroep | Advocaat, hoogleraar | |
Website |
Biografie
bewerkenBregstein werd geboren te Amsterdam uit het huwelijk van een Russische vader, Scheptel Josel Bregstein (†1940), en de Française Ita Beila Bernhardt. Na het gymnasium studeerde hij rechten aan de Universiteit van Amsterdam waarvoor hij in 1922 zijn doctoraalexamen haalde. Hij promoveerde er in 1927 cum laude op Ongegronde vermogensvermeerdering, met als promotor prof. mr. Paul Scholten waarrna hij zich als advocaat te Amsterdam vestigde. In 1935 werd hij aangesteld tot hoogleraar aan de latere Erasmus Universiteit Rotterdam, een ambt dat hij tot 1939 bekleedde. Per 31 mei 1939 werd hij aan zijn alma mater aangesteld als gewoon hoogleraar handelsrecht, faillissementsrecht en internationaal privaatrecht; hij inaugureerde op 23 oktober 1939 met de rede Het gezag van de rechtspraak tegenover het geldende recht. Vanwege zijn Joodse afkomst werd hij per 1 maart 1941 uit zijn ambt ontheven. Na de Tweede Wereldoorlog werd hij per 7 mei 1945 in zijn betrekking hersteld. In 1946 werd zijn leeropdracht veranderd tot burgerlijk recht, recht op de industriële eigendom en burgerlijk procesrecht waarin hij zijn leermeester Scholten opvolgde. In het leerjaar 1951-1952 was hij rector-magnificus. Hij werkte mee aan tal van artikelen en handboeken op zijn vakgebied; in 1960 en in 1977 verschenen zijn verzamelde werken. Door een val uit zijn hotelkamer kwam prof. mr. dr. M.H. Bregstein in 1957 vroegtijdig te overlijden; aan zijn grote verdiensten werden verscheidene in memoriams gewijd. Hij werd in zijn ambt in Amsterdam opgevolgd door prof. mr. Jannes Eggens.
Bregstein bekleedde verscheidene commissariaten en was onder andere vanaf de oprichting commissaris van de Amsterdamsche Effecten en Commissiebank waar zijn vader president-commissaris was geweest.
Na zijn overlijden werd aan zijn universiteit de Marcel Henri Bregstein Stichting opgericht die tot doel heeft de bevordering van de privaatrechtswetenschap aan de Universiteit van Amsterdam; de stichting beheert tevens de bibliotheek van Bregstein die door de erven-Bregstein aan de universiteit werd geschonken. De stichting financiert tevens een bijzondere wisselleerstoel aan de universiteit, gericht op het privaatrecht.
Bregstein trouwde in 1929 met Marie (Rie) Bakker (1900-1960) met wie hij twee zonen kreeg. Een van hen is de schrijver en filmmaker Philo Bregstein. Bregstein was Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Van 18 tot 20 oktober 2000 werd ter gelegenheid van zijn 100e verjaardag een conferentie gehouden waarvan de opstellen werden gebundeld in Unjust enrichment and the law of contract.
Bibliografie
bewerken- Ongegronde vermogensvermeerdering. Amsterdam, 1927 (proefschrift).
- De beteekenis der wilsovereenstemming voor de uitlegging van overeenkomsten. Rede ter aanvaarding van het ambt van hoogleeraar aan de Nederlandsche Handels-Hoogeschool te Rotterdam uitgesproken op 24 Januari 1935. Haarlem, 1935.
- Moet den rechter de bevoegdheid toekomen verbintenissen uit overeenkomst op bepaalde gronden, zooals de goede trouw, te wijzigen? Zoo ja, in welke gevallen en in hoeverre?. 's-Gravenhage, 1936.
- Het gezag van de rechtspraak tegenover het geldende recht. Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het hoogleeraarsambt aan de Universiteit van Amsterdam op 23 October 1939. Haarlem, 1939.
- Wat is de waarde van de rechtsgeleerde vorming voor de toekomstige leiders van het economische leven?. Rotterdam, 1939 (afscheidsrede Rotterdam).
- [co-auteur] De onherroepelijke volmacht. 2 deln. Deventer, 1950.
- De betrekkelijke waarde der wet. Rede gehouden ter herdenking van de 320ste verjaardag der instelling voor hoger onderwijs te Amsterdam, op 8 Januari 1952. Zwolle, 1952.
- Lotgevallen der Universiteit van Amsterdam in de cursus 1951-1952. [Amsterdam], 1952 (rede bij de overdracht van het rectoraat).
- Verslagen van de colleges burg. recht gegeven door prof. mr. M.H. Bregstein in de jaren 1949-1957. [Amsterdam, ca. 1957].
- Verzameld werk. 2 delen. Zwolle, 1960 en 1977².
Literatuur
bewerken- Unjust enrichment and the law of contract. The Hague [etc.], 2001.
- PiCarta (voor publicaties).
- CV, op: albumacademicum.uva.nl.
- P.L. Nève, 'Bregstein, Marcel Henri (1900-1957)', in: Biografisch Woordenboek van Nederland 1 (1979).
- ↑ Online Begraafplaatsen; Online Begraafplaatsen-identificatiecode voor persoon: 1813701; genoemd als: Marcel Henri Bregstein; geraadpleegd op: 21 september 2021.