Meester van 1518
De Meester van 1518 is een noodnaam voor een kunstschilder (of een groep van kunstschilders) uit Antwerpen die in het eerste deel van de 16e eeuw actief was. Hij kreeg zijn naam naar het Maria-retabel uit de Marienkirche in Lübeck waarvan het gebeeldhouwd gedeelte naast het Antwerpse handje als merkteken van afkomst ook de datum 1518 droeg.[1]
Meester van 1518 | ||||
---|---|---|---|---|
Persoonsgegevens | ||||
Volledige naam | onbekend, noodnaam | |||
Geboren | ? | |||
Overleden | ? | |||
Beroep(en) | Kunstschilder | |||
Oriënterende gegevens | ||||
Jaren actief | 1500-1530 | |||
Stijl(en) | Vlaamse Primitieven - Antwerpse Maniëristen | |||
RKD-profiel | ||||
|
Naamgeving
bewerkenDe Meester behoorde tot de groep van Antwerpse maniëristen die hun naam kregen van Max Jakob Friedländer toen die in 1915 de schilderijen die ten onrechte waren toegeschreven aan Herri met de Bles naar meester of atelier trachtte te rangschikken.[2] De meester van 1518 was de anonieme kunstenaar die verbonden werd aan de E-groep, de groep van het Lübecker Altaar, waarin 40 werken werden ondergebracht.[3]
Toeschrijvingen
bewerkenFriedländer was niet de eerste die deze Meester een noodnaam gaf. In 1906 noemde W.R. Valentiner deze meester de Meester van het triptiek van Dresden naar de Aanbidding der Wijzen uit het museum van Dresden, een werk waar verschillende versies van in omloop zijn. Die worden nu toegeschreven hetzij aan Pieter Coecke van Aelst, hetzij aan de Meester van 1518.[1] In 1909 werd een andere noodnaam gecreëerd door A.J. Wauters namelijk de Meester van de abdij van Dielegem voor de auteur van de Magdalena triptiek in de Musea voor Schone Kunsten te Brussel. Ook dit werk werd toegevoegd aan het oeuvre van de Meester van 1518.[1] In 1966 werd de Meester door Marlier vereenzelvigd met Jan van Dornicke, voornamelijk op basis van iconografische kenmerken die terugkeren in het vroege werk van Pieter Coecke van Aelst, die getrouwd was met de dochter van Jan van Dornicke en vanaf 1527 diens atelier overnam.[4] Maar niet iedereen is het eens met deze toewijzing, Lorne Campbell schrijft in 1985 De roeping van de Heilige Mattheus uit de Royal Collection nog altijd toe aan de Meester van 1518, alias de Meester van de Abdij van Dileghem[5] J. Bruyn volgt hem daarin alleszins wat de figuren betreft. In zijn bespreking stelt Bruyn dat het zelfs niet met zekerheid is vast te stellen of de meester moet ondergebracht worden in Brussel, Mechelen of Antwerpen.[6] Ook Annick Born wijdt in 2005 nog een studie aan de meester van 1518 ter gelegenheid van de tentoonstelling Extravagant! een vergeten hoofdstuk in de Antwerpse schilderkunst, 1500 -1530.[7] Er zijn in de literatuur trouwens nog tientallen andere auteurs te citeren die deze identificatie van de Meester van 1518 met de schoonvader van Pieter Coecke, op basis van overgenomen stijlkenmerken in het werk van deze laatste, niet meer dan een suggestie vinden.[8]
Werken
bewerkenDe grote verzameling van werken die aan de Meester van 1518 werden toegeschreven, is vrijwel zonder wijziging door Marlier toegewezen aan Jan van Dornicke en zijn atelier.
Een aantal van de kernwerken vindt men hierbij.[9] Voor de andere werken kan men zoeken op de websites van het KIK-IRPA en het RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis (zie 'Weblinks').
- Maria retabel van Lübeck, Marienkirche, Lübeck
- Triptiek van Maria Magdalena, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel
- Retabel van de Passie van Christus, ca. 1516, Västeras, kathedraal
- Visitatie, ca. 1515, National Gallery, Londen[10]
- Vlucht naar Egypte, ca. 1515, National Gallery, Londen[11]
- Jezus onderwijst in de tempel, Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen
- Christus neemt afscheid van zijn moeder, Staatliche Museen, Berlijn
- Heilige Maagschap, Alte Pinakothek der Bayerischen Staatsgemäldesammlungen, München
Weblinks
bewerken- (nl) afbeeldingen van toegeschreven werken KIK-IRPA
- (nl) Biografische gegevens op RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis.[12]
Referenties
- ↑ a b c D. De Vos, Meester 1518, in: Anonieme Vlaamse Primitieven red. Aquilin Janssens de Bisthoven, Dirk De Vos, M. Baes-Dondeyne, Henri Pauwels, Brugge, 1969, p. 174.
- ↑ Max J. Friedländer: Die Antwerpener Manieristen von 1520. In: Jahrbuch der königlich preußischen Kunstsammlungen 36 (1915), pp. 65–91, p. 65.
- ↑ Max J. Friedländer, 1915, pp. 81-84.
- ↑ Charles D. Cutler , Review of Georges Marlier, La renaissance flamande, Pierre Coeck d'Alost, in: The Art Bulletin, Vol. 53, No. 3 (Sep., 1971), pp. 409-412, p. 411.
- ↑ Early Flemish pictures in the collection of Her Majesty the Queen, Cambridge 1985.
- ↑ J. Bruyn, Oud Holland, Vol. 100, No. 3/4 (1986), pp. 197-200.
- ↑ Annick Born, Seven entries on the Master of 1518 and his workshop, in: ExtravagAnt! A forgotten chapter of Antwerp painting 1500-1530. Catalogue, ed. Pieter van den Brink and Maximiliaan P. J. Martens, Koninklijk museum voor Schone Kunsten-Bonnefantenmuseum, 2005, pp. 193, 205-209, 225.
- ↑ Jos Koldeweij, Alexandra Hermesdorf, Paul Huvenne, De schilderkunst der Lage Landen, Deel 1: De Middeleeuwen en de zestiende eeuw, Amsterdam University Press, 2006, p. 177.
- ↑ C. Périer-D'Ieteren, Biographie d'artiste. Van Dornicke, Jan
- ↑ "Visitatie" online bekijken. Gearchiveerd op 18 april 2024.
- ↑ Vlucht naar Egypte online bekijken. Gearchiveerd op 18 april 2024.
- ↑ Men kan klikken op het aantal treffers onder de titel 'Deze kunstenaar in andere databases', om de toegeschreven werken te bekijken.