Mile Budak
Mile Budak (Sveti Rok, 30 augustus 1889 — Zagreb, 7 juni 1945) was een Kroatisch politicus, dichter en advocaat die lid was van de Ustašabeweging. Hij werd na afloop van de Tweede Wereldoorlog door het communistische regime van Joegoslavië ter dood veroordeeld voor oorlogsmisdaden.
Mile Budak | ||||
---|---|---|---|---|
Algemeen | ||||
Geboortedatum | 30 augustus 1889 | |||
Geboorteplaats | Sveti Rok | |||
Sterfdatum | 7 juni 1945 | |||
Plaats van overlijden | Zagreb | |||
Functie | ||||
Zijde | NDH | |||
Speciale functie | Kroatische politicus schrijver ideoloog hoogwaardigheidsbekleder NDH | |||
|
Rol in de genocide
bewerkenBudak studeerde rechten en was daarna als minder geslaagd dichter actief. In 1934 werd hij door leden van de pro-Joegoslavische groep Jong Joegoslavië ernstig mishandeld waaraan hij blijvend letsel overhield. Daarna vertrok hij naar het buitenland en sloot zich aan bij de extreemnationalistische/fascistoïde Ustašabeweging.
Budak werd na de Duitse inval in Joegoslavië (april 1941), minister van Cultuur, Religie, Educatie en Religieuze Groeperingen[1] en tevens Doglavnik, plaatsvervanger. Hij was een trouw volgeling van de Poglavnik ('Leider') van de NDH (De Onafhankelijke Kroatische Staat), Ante Pavelić.
Direct na de machtsovername gaf hij de aanzet voor de antisemitische campagne, gericht tegen de Serviërs, Joden, zigeuners en andere minderheidsgroepen. Deze kwamen dikwijls terecht in de verschrikkelijke concentratiekampen, die zeker niet onderdeden voor de Duitse concentratiekampen. In zijn ogen moest een derde van de Serviërs worden uitgeroeid, een derde moet worden uitgewezen en een derde moet worden bekeerd tot het katholicisme. Volgens zijn 'ideologische beschouwingen' waren de in Joegoslavië wonende moslims verwant aan de Kroaten (weliswaar in zijn ogen 'geloofsverzakers') en daarom broeders in de strijd tegen de Serven.
Later werd hij minister van Buitenlandse Zaken. In die functie maakte hij onder andere een reis naar het Vaticaan. Budak was een van de weinige Ustasa's, die de Joegoslaven na de oorlog konden gevangennemen. Hij werd in juni 1945 geëxecuteerd.[1]
- ↑ a b (en) Health, Hygiene, and Eugenics in Southeastern Europe to 1945. Central European University Press (1 jan. 2011), 466 pagina's. ISBN 9789639776821. Geraadpleegd op 23 juli 2018.