Multipliereffect
Het multipliereffect is een verschijnsel dat bekend is in de macro-economie en vooral wordt verbonden met de vraagtheorie van John Maynard Keynes. Het effect wordt meestal veroorzaakt door een investering van een overheid. Het kan zo zijn dat een extra besteding van de overheid van bijvoorbeeld € 10 miljard een toename van het bruto binnenlands product tot gevolg kan hebben van m x € 10 miljard waarbij m de multiplier is en groter is dan 1. De multiplier kan echter ook kleiner zijn dan 1.
Het multipliereffect ontstaat omdat er investeringen gedaan worden wat leidt tot extra inkomen en dus extra consumptie. Dit kan weer tot meer werkgelegenheid en extra inkomen leiden. Ook een belastingverlaging van de overheid kent een multipliereffect.
Het multipliereffect wordt in de volksmond ook wel een 'kettingreactie' of 'sneeuwbaleffect' genoemd, een sneeuwbal die al rollend van een helling steeds groter wordt.
Dit 'multiplier' - of inkomenseffect wordt beperkt, omdat weglekeffecten optreden. Een deel van de extra inkomsten wordt gespaard (spaarlek) of moet in de vorm van belastingen weer aan de overheid worden afgedragen (belastinglek). In een open economie, zoals de Nederlandse, zal voorts een belangrijk deel van de bestedingsimpuls weglekken naar het buitenland door een stijging van de invoer (invoerlek). Dit komt omdat Nederlandse burgers grotendeels buitenlandse producten zullen kopen, in Nederland vindt immers weinig productie plaats.
De doeltreffendheid van het begrotingsbeleid hangt daarom in belangrijke mate af van institutionele factoren, die van land tot land kunnen verschillen. De effectiviteit ervan kan ook in de loop van de tijd veranderen. Zo heeft in Nederland - door de toegenomen openheid van de economie (invoerlek) en het gestegen lastenpeil (belastinglek) - het begrotingsbeleid aan slagvaardigheid ingeboet. Het multipliereffect zal in gesloten economieën zoals Japan of Amerika dus groter zijn dan in Nederland. Behalve institutionele factoren zijn ook een goede timing en de juiste dosering medebepalend voor de effectiviteit van de overheidsmaatregelen.