Mus (ondergeslacht)
ondergeslacht der geslacht Mus
Mus is een ondergeslacht van het geslacht Mus dat inheems is in Europa, Azië en Noord-Afrika. De huismuis (Mus (Mus) musculus), een soort uit deze groep, is over de hele wereld verspreid.
Mus | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Huismuis (Mus musculus) | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Ondergeslacht | |||||||||||||
Mus Linnaeus, 1758 | |||||||||||||
Mus op Wikispecies | |||||||||||||
|
Bij de leden van dit ondergeslacht ontbreekt, anders dan bij Pyromys, de supraorbitale rug. Het interorbitum is smaller dan 4 mm en de foramina incisiva zijn lang en smal. De vacht is niet stekelig. De ogen zijn groot. Vrouwtjes hebben 3+2=10 mammae.[1] De leden van dit ondergeslacht leven in Azië in graslanden; veel soorten hebben zich tot cultuurvolgers ontwikkeld.
Dit ondergeslacht omvat de volgende soorten:
- Mus booduga (Pakistan, India, Sri Lanka, Bangladesh, Zuid-Nepal, Midden-Myanmar)
- Mus caroli (Ryukyu-eilanden, Taiwan en Zuid-China tot Thailand; geïntroduceerd in Maleisië en West-Indonesië)
- Mus cervicolor (Noord-India tot Vietnam; geïntroduceerd op Sumatra en Java)
- Mus cookii (Zuid- en Noordoost-India en Nepal tot Vietnam)
- Mus cypriacus (Cyprus)
- Mus famulus (Zuidwest-India)
- Mus fragilicauda (Thailand en Laos)
- Macedonische huismuis (Mus macedonicus) (Balkan tot Israël en Iran)
- Huismuis (Mus musculus) (wereldwijd geïntroduceerd)
- Mus nitidulus (Midden-Myanmar)
- Steppemuis (Mus spicilegus) (Oostenrijk tot Zuid-Oekraïne en Griekenland)
- Algerijnse muis (Mus spretus) (Zuid-Frankrijk, Iberisch Schiereiland, Balearen, Marokko tot Tunesië)
- Mus terricolor (India, Nepal, Bangladesh, Pakistan; geïntroduceerd op Sumatra)
Literatuur
bewerken- Marshall, J.T., Jr. 1977. A synopsis of Asian species of Mus (Rodentia, Muridae). Bulletin of the American Museum of Natural History 158:173-220.
- Musser, G.G. & Carleton, M.D. 2005. Superfamily Muroidea. Pp. 894-1531 in Wilson, D.E. & Reeder, D.M. (eds.). Mammal Species of the World: a taxonomic and geographic reference. 3rd ed. Baltimore: The Johns Hopkins University Press, 2 vols., 2142 pp. ISBN 978-0-8018-8221-0
Noot
bewerken- ↑ De cijfers voor het =-teken slaan op het aantal paren van mammae; het cijfer erna is het totale aantal mammae. Om die reden is het nummer na het =-teken altijd twee keer zo hoog als dat ervoor. Dit is de gebruikelijke notatie in de mammalogische literatuur.