Nat, matig voedselrijk grasland

natuurdoeltype

Nat, matig voedselrijk grasland is een natuurdoeltype wat bestaat uit bloemrijk grasland en voorkomt in veen- en kleigebieden. Het natuurdoeltype komt in enkele gevallen voor op hogere zandgronden en in duinen. In de zomer heeft het natuurdoeltype een lage grondwaterstand terwijl deze in de winter hoog is doordat het grondwater fluctueert. De bodem heeft een pH-waarde van tussen de 5 en de 7 en de bodem is mesotroof tot eutroof. Het natuurdoeltype vraagt een minimumareaal van 2.5 ha. De bodem is in de meeste gevallen niet blootgesteld aan bodemvormende processen waardoor de bodems waarop dit natuurdoeltype zich in stand houdt behoren tot de vaaggronden. De ondergrond kan bestaan uit klei, veen, zand of zavel.

Plantengemeenschappen

bewerken

Binnen het natuurdoeltype nat, matig voedselrijk grasland kunnen meerdere plantengemeenschappen voorkomen. Niet alle plantengemeenschappen hoeven tegelijk voor te komen binnen het natuurdoeltype.

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam
associatie van geknikte vossenstaart Ranunculo-Alopecuretum geniculati
associatie van moeraszoutgras en fioringras Triglochino-Agrostietum stoloniferae
kievitsbloem-associatie Fritillario-Alopecuretum
associatie van grote pimpernel en weidekervel Sanguisorbo-Silaetum
rompgemeenschap met tweerijige zegge RG Carex disticha-[Calthion]
rompgemeenschap met grote vossenstaart en echte koekoeksbloem RG Alopecurus pratensis-Silene flos-cuculi-[Alopecurion pratensis/Calthion]
associatie van waterpeper en tandzaad Polygono-Bidentetum
rompgemeenschap met heelblaadjes RG Pulicaria dysenterica-[Convolvulo-Filipenduletea/Agrostietalia stoloniferae]

Subtypen

bewerken

Nat, matig voedselrijk grasland is onderverdeeld in drie subtypen.

  • zilverschoongrasland: Komt voor langs rivieren en binnen plas-dras-situatie situaties en is een overgangsgradiënt tussen moeras en droger terrein. Het natuurdoeltype wordt in stand gehouden door middel van beweiding.
  • kievitsbloem- en pimpernelgrasland: Dit subtype kom voor in de overgang van het rivierengebied naar zeekleigebieden en veengebieden.
  • nat, matig voedselrijk weidevogelgrasland: Is een grasland wat geschikt is voor zowel weidevogels als tijdelijke waterberging. Het subtype overstroomd regelmatig en kan in de wintermaanden constant onder water staan.