Netschildpad
De netschildpad[1] (Deirochelys reticularia) is een schildpad uit de familie moerasschildpadden (Emydidae), en is de enige soort uit het geslacht Deirochelys.[2]
Netschildpad IUCN-status: Niet geëvalueerd | |||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||||
| |||||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||||
Deirochelys reticularia Latreille, 1801 | |||||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||||
|
Indeling
bewerkenVroeger werd gedacht dat de soort nauw verwant was aan het geslacht Emydoidea, dat eveneens maar één soort telt. Later bleek dat Emydoidea juist meer verwant is aan de geslachten Emys en Terrapene dan aan Deirochelys, dat een grotere verwantschap heeft met de geslachten Chrysemys en Pseudemys. Bestudering van fossiele exemplaren heeft dit bevestigd.
Uiterlijke kenmerken
bewerkenDe netschildpad heeft een typische lichte nettekening van het rugschild, dat enigszins lijkt op een honingraatmotief . Het schild is peer-vormig en meestal olijfgroen of bruin tot bijna zwart, de tekening is lichter tot geel. De soort lijkt uiterlijk sterk op de sierschildpad (Chrysemys picta), maar is er ook eenvoudig van te onderscheiden door de veel langere en geel gestreepte nek, ook op de voor- en achterpoten zit een gele streep. De schildlengte maximale is ongeveer 25 centimeter.[3]
Algemeen
bewerkenDe netschildpad leeft in een groot aantal staten in het zuidoostelijke deel van de Verenigde Staten. De schildpad leeft in ondiepe wateren als vijvers, meren, rivieren en greppels, stromend water wordt vermeden. Soms wordt de schildpad massaal in tijdelijke poeltjes aangetroffen maar kan ook kan vrij ver van water worden gevonden. De soort is omnivoor en leeft voor een belangrijk deel van kikkervisjes en kreeftachtigen, maar ook planten worden gegeten. Het vlees van de schildpad werd vroeger gegeten, de Engelse naam is 'kipschildpad'. Tegenwoordig is de schildpad beschermd en mag niet meer worden gevangen.
Levenswijze
bewerkenDe schildpad kent twee voortplantingsseizoenen en zet ten minste twee keer per jaar eitjes af, maar het laatste legsel is meestal kleiner in aantal eitjes, dit varieert van 2 tot 19 per keer. Na ongeveer 80 tot 90 dagen kruipen de juvenielen uit het ei, en zijn dan ongeveer drie centimeter lang, het rugschild is geplooid en heeft een lengtekiel. De eerste vijf jaar zijn de jonge schildpadjes voornamelijk carnivoor, maar gaan later meer planten eten.
Taxonomie en naamgeving
bewerkenDe soort wordt ook wel kuikenschildpad[bron?] genoemd (in het Engels: chicken turtle), omdat de schildpad vroeger wel werd verwerkt in gerechten en naar kip smaakt. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Pierre André Latreille in 1801. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Testudo reticularia gebruikt.
Er zijn drie ondersoorten die een iets ander verspreidingsgebied hebben, zoals de Engelse benamingen al verraden.
- Ondersoort D. r. reticularia (Engels; Eastern Chicken Turtle)
- Ondersoort D. r. chrysea (Engels; Florida Chicken Turtle)
- Ondersoort D. r. miaria (Engels; Western Chicken Turtle)
Bronvermelding
bewerken- Referenties
- ↑ Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 103. ISBN 90 274 8626 3.
- ↑ Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database – Deirochelys reticularia.
- ↑ C.H. Ernst, R.G.M. Altenburg & R.W. Barbour, Turtles of the World.
- Bronnen
- (en) Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – Deirochelys reticularia - Website Geconsulteerd 20 mei 2015
- (en) - Peter Paul van Dijk, John B. Iverson, Anders G. J. Rhodin, H. Bradley Shaffer & Roger Bour - Turtles of the World, 7th Edition: Annotated Checklist of Taxonomy, Synonymy, Distribution with Maps, and Conservation Status - ISSN 10887105 (2014) - Website
- (en) C.H. Ernst, R.G.M. Altenburg & R.W. Barbour - Turtles of the World - Website
- (nl) Bernhard Grzimek - Het Leven Der Dieren Deel I: Lagere Dieren - Pagina 103 - 1971 - Kindler Verlag AG - ISBN 902748662X