Neurodegeneratie
Neurodegeneratie is de progressieve afname van zenuwcelstructuren of -functies, waaronder het afsterven van zenuwcellen. Neurodegeneratie ligt ten grondslag aan veel neurodegeneratieve ziekten, waaronder de ziekte van Alzheimer, Parkinson, Huntington en amyotrofe laterale sclerose (ALS). Deze ziekten zijn ongeneeslijk en leiden tot een voortschrijdende degeneratie, of zelfs het afsterven van de cellen.[1]
Neurodegeneratie | ||||
---|---|---|---|---|
MRI van het hoofd van een patiënt met macrocefalie
| ||||
Classificatie | ||||
Specialisme | Neurologie, psychiatrie | |||
Coderingen | ||||
ICD-10 | G30-G32 | |||
MeSH | D019636 | |||
|
Recente ontwikkelingen in het onderzoek naar neurodegeneratie wijzen uit dat er veel overeenkomsten zijn tussen de neurodegeneratieve ziekten en dat deze mogelijk aan elkaar zijn verwant. Door meer te weten te komen over de overeenkomsten tussen deze ziekten, hoopt men de symptomen beter te kunnen bestrijden of mogelijk zelfs te genezen. De verschillende ziekten hebben onder meer gemeen dat er ongebruikelijke ophopingen van proteïnes ontstaan in de hersenen en dat celdood wordt veroorzaakt.[2][3]
Mechanismen
bewerkenGenetica
bewerkenVeel neurodegeneratieve ziekten worden (deels) veroorzaakt door genetische mutaties. Hoewel de locatie van de mutatie per ziekte verschilt, hebben de gemuteerde genen wel iets gemeenschappelijk: een herhaling van het CAG nucleotide triplet. CAG encodeert voor het aminozuur glutamine. Een herhaling van CAG leidt tot polyglutamine (polyQ).[4][5]
- Polyglutamine: Een herhaling hiervan leidt tot dominante pathogenese. Extra glutamine-afzettingen kunnen schadelijk worden, onder meer door afwijkende proteïne-ophopingen, veranderde subcellulaire lokalisering en abnormale interactie met andere cellulaire proteïnes.[4] Onderzoek naar PolyQ wordt vaak op verschillende diersoorten gedaan, omdat er een duidelijke oorzaak-gevolgrelatie is. Er is veel onderzoek gedaan op modelorganismen zoals de rondworm, fruitvlieg, muis en niet-menselijke primaten.
- Er zijn negen erfelijke neurodegeneratieve ziekten die worden veroorzaakt door een uitbreiding van CAG trinucleotide en het polyQ-stelsel.[6] Twee voorbeelden hiervan zijn de ziekte van Huntington en de spinocerebellaire ataxieën. De precieze genetica achter dit mechanisme verschilt per ziekte en is veelal onbekend.
Eiwitvouwing
bewerkenEen aantal neurodegeneratieve ziekten ontstaat door afwijkende eiwitvouwing, dat leidt tot opeenhoping van proteïnes.
- Alfa-synucleïne: Dit eiwit kan zich ophopen waardoor oplosbare samenklonteringen ontstaan die Lewy-lichaampjes heten. Dit gebeurt onder andere in de ziekte van Parkinson, Lewy-body-dementie en multisysteematrofie. Alfa-synucleïne is het voornaamste structurele onderdeel van de Lewy-lichaampjes.
- Tau-eiwit: Het tau-eiwit is het voornaamste component van de neurofibrillaire tangles die veel voorkomen bij de ziekte van Alzheimer.
- Bèta-amyloïd: Het belangrijkste onderdeel van de seniele plaques die bij Alzheimer voorkomen.
- Prion: De veroorzaker van prionziekten.
Leeftijd
bewerkenOuder worden is de belangrijkste risicofactor voor neurodegeneratieve ziekten. Vrije radicalen en oxidatieve stress dragen allebei bij aan neurodegeneratie.[7] De meesten van deze ziekten zijn late-onset, wat wil zeggen dat deze normaal gesproken alleen op late leeftijd optreden. Doordat er een bepaalde factor verandert terwijl iemand ouder wordt, wordt de kans op de ziekte groter.[2] Eén constante bij alle neurodegeneratieve ziekten is dat de zenuwcellen geleidelijk aan steeds minder goed gaan functioneren.
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Neurodegeneration op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
Voetnoten:
- ↑ (en) What is Neurodegenerative Disease?. JPND Research. JPND Research.
- ↑ a b Rubinsztein DC (October 2006). The roles of intracellular protein-degradation pathways in neurodegeneration. Nature 443 (7113): 780–6. PMID 17051204. DOI: 10.1038/nature05291.
- ↑ Bredesen DE, Rao RV, Mehlen P (October 2006). Cell death in the nervous system. Nature 443 (7113): 796–802. PMID 17051206. DOI: 10.1038/nature05293.
- ↑ a b Thompson LM (April 2008). Neurodegeneration: a question of balance. Nature 452 (7188): 707–8. PMID 18401401. DOI: 10.1038/452707a.
- ↑ Marsh JL, Lukacsovich T, Thompson LM (March 2009). Animal Models of Polyglutamine Diseases and Therapeutic Approaches. The Journal of Biological Chemistry 284 (12): 7431–5. PMID 18957429. PMC 2658038. DOI: 10.1074/jbc.R800065200.
- ↑ Zoghbi HY, Orr HT (March 2009). Pathogenic Mechanisms of a Polyglutamine-mediated Neurodegenerative Disease, Spinocerebellar Ataxia Type 1. The Journal of Biological Chemistry 284 (12): 7425–9. PMID 18957430. PMC 2658037. DOI: 10.1074/jbc.R800041200.
- ↑ Lin MT, Beal MF (October 2006). Mitochondrial dysfunction and oxidative stress in neurodegenerative diseases. Nature 443 (7113): 787–95. PMID 17051205. DOI: 10.1038/nature05292.