Onechte gordelstaarthagedissen
Onechte gordelstaarthagedissen[1] (Pseudocordylus) zijn een geslacht van hagedissen uit de familie gordelstaarthagedissen (Cordylidae).
Onechte gordelstaarthagedissen | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Pseudocordylus melanotus | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Pseudocordylus Smith, 1838 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
Onechte gordelstaarthagedissen op Wikispecies | |||||||||||||||
|
Naam en indeling
bewerkenDe groep werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Andrew Smith in 1838. Het eerste deel van de geslachtsnaam pseudocordylus betekent 'nep', het woord cordylus komt uit het Grieks (kordylē) en betekent 'zwelling'.
Het geslacht bestaat uit zes soorten die anatomisch en genetisch erg nauw verwant zijn aan de andere soorten uit hun familie. Uit onderzoek bleek dat, hoewel uiterlijk erg verschillend, Chamaesaura, Cordylus en Pseudocordylus eigenlijk tot hetzelfde geslacht behoren.
Verspreiding en habitat
bewerkenDe zes soorten uit dit geslacht leven in de bergen van Zuid-Afrika. Het zijn bewoners van droge, rotsige omgevingen. Vier soorten komen endemisch voor in Zuid-Afrika, twee soorten komen daarnaast voor in het kleine land Lesotho, dat geheel omsloten is door Zuid-Afrika.[2]
Uiterlijke kenmerken
bewerkenBij sommige soorten zoals de drakensberggordelstaarthagedis is er sprake van seksueel dimorfisme. De mannetjes worden groter dan de vrouwtjes en ze hebben zeer felle kleuren. De kleur van de vrouwtjes en juvenielen is bruin tot bijna zwart met lichtere strepen en vlekken.
De lichaamslengte bedraagt ongeveer 7,5 tot 15 centimeter, de staart is anderhalf keer zo lang als het lichaam. De staart is voorzien van stekels maar deze worden niet zo lang als bij de echte gordelstaarthagedissen (geslacht Cordylus).
Levenswijze
bewerkenHet voedsel bestaat uit allerlei insecten zoals mieren, sprinkhanen en kevers, daarnaast worden ook plantendelen gegeten. De behoefte aan plantaardig materiaal verschilt per soort, vooral Lang's gordelstaarthagedis eet relatief veel planten. Onder andere bloesem, jonge scheuten en bessen worden gegeten maar ook korstmossen staan op het menu.[1]
Alle soorten zijn eierlevendbarend, per keer worden meestal twee tot drie jongen geboren. De jongen zijn al direct zelfstandig, ze groeien langzaam en zijn soms pas na twee jaar volwassen.[3]
Soortenlijst
bewerkenSoorten uit het geslacht Pseudocordylus | ||
---|---|---|
Naam | Auteur | Verspreidingsgebied |
Lang's gordelstaarthagedis (Pseudocordylus langi) |
Loveridge, 1944 | Lesotho, Zuid-Afrika |
Drakensberggordelstaarthagedis (Pseudocordylus melanotus) |
Smith, 1838 | Zuid-Afrika |
Kleinschubgordelstaarthagedis (Pseudocordylus microlepidotus) |
Cuvier, 1829 | Zuid-Afrika |
Stekelige gordelstaarthagedis (Pseudocordylus spinosus) |
FitzSimons, 1947 | Zuid-Afrika |
Pseudocordylus subviridis | Smith, 1838 | Lesotho, Zuid-Afrika |
Pseudocordylus transvaalensis | FitzSimons, 1943 | Zuid-Afrika |
Bronvermelding
bewerken- Referenties
- ↑ a b Bernhard Grzimek (1971). Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen. Kindler Verlag AG, Pagina 312, 313. ISBN 90 274 8626 3.
- ↑ Peter Uetz & Jakob Hallermann, The Reptile Database - Pseudocordylus.
- ↑ Graham Alexander en John Marais (2007). A Guide to the Reptiles of Southern Africa. Struik Nature, Pagina 262 - 266. ISBN 978 1 77007 386 9.
- Bronnen
- (en) – Graham Alexander en John Marais – A Guide to the Reptiles of Southern Africa (2007) – Pagina 262 - 266 – Struik Nature - ISBN 9781770073869
- (nl) Bernhard Grzimek - Het leven der dieren deel VI :Reptielen - Pagina 312, 313 - Kindler Verlag AG - 1971 - ISBN 9027486263
- (en) Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database - Pseudocordylus - Website Geconsulteerd 18 december 2017