Overleg:Schutterij (historisch)

Laatste reactie: 12 jaar geleden door Joost 99 in het onderwerp Doopsgezinden

De schutterij was in de 17de en 18de eeuw m.i. geen echt gilde, evenmin als het brandspuitgilde. Het was een soort vrijwilligerswerk en belangrijk voor de latere carrière. Bij een echt gilde is sprake van vakgenoten, die een identiek beroep uitoefenen. De gilden zorgden voor haar leden bij een zwaar ongeval voor een pensioen of bij overlijden voor de weduwe. Aan het einde van de 18de eeuw gingen stemmen op om een soort wachtgeld in te stellen om de schutterij en het brandspuitgilde populairder te maken. In 1798 zijn de gilden echter opgeheven. Het systeem werd geacht niet in overeenstemming te zijn met de idealen van de Franse revolutie.

Een verteller uit het Westfries Museum zei op tv (Museumgasten) dat de schutterij in Hoorn geen vrijwilligerswerk was, maar juist dienstplichtwerk. Dat je daar dan ook voor moest betalen is tegenwoordig eigenlijk ondenkbaar, maar 't klopt wel, want mensen die geweigerd werden moest dubbel belasting betalen volgens het stuk. Vijverln 1 sep 2005 21:01 (CEST)Reageren

Schutterstuk

bewerken

Ik vind de tekst over het schutterstuk van Rembrandt (de nachtwacht) een beetje verwarrend, maar ik weet niet hoe ik hem aan moet passen (qua tekst dan). Kawouter

Wel of geen schutterij?

bewerken

Ik vraag me al een tijd af waar men de grens trekt tussen een gilde en een schutterij. Zo noemen sommige broederschappen zich gilde terwijl ze volgens mij een schutterij zijn.
Ik heb wel eens gehoord dat een gilde opgericht moet zijn door een adel of geestelijke, en een schutterij door het volk is opgericht.
Maar is dit wel zo?

Hallo Huissenaar. Ik weet niet alles over dit onderwerp maar wel veel. Tot in de Middeleeuwen konden de edellieden hun invloed uitoefenen. De steden trokken vanaf de 15e eeuw steeds meer macht naar zich toe. Om zich te beschermen en te verdedigen tegen de adel, maar ook in het geval van oproer of calamiteiten, zoals brand, werden schutterijen opgericht. Het lijkt mij dat een gilde alleen opgericht kon worden met toestemming van de burgemeesters. Dat sommige burgemeesters van adel waren en hun toestemming moesten verlenen aan de oprichting of bij de verkiezing van een nieuw bestuurslid, kan natuurlijk heel goed het geval zijn geweest. De overlieden van een gilde moesten poorter en gereformeerd zijn, maar hoe dat precies in Brabant, Limburg en Twente was geregeld in de 17e en 18e eeuw weet ik niet, maar er zijn beslist problemen geweest daaromtrent, vooral in de patriottentijd, toen de ontwikkelde en katholieke burger zich begon te roeren en meer invloed wilde op het stadsbestuur. Aan het einde van de 18e eeuw is er veel verzet tegen de gilden. Liberalisme in de economie was het toverwoord. Er waren ook grote problemen met rekrutering. Veel mensen kochten zich uit. Met het uitloven van premies en drank kon toch nog een redelijke opkomst worden bereikt. In de 19e eeuw wordt alles anders omdat er dan professionele politie en brandweer komt. De vrijwillige schutterij krijgt een ondersteunende taak, en naar het schijnt ook ceremonieel of als gezelligheidsvereniging. Op het platteland zullen de vrijwillige schutterijen langer hun oorspronkelijke taak en doelstellingen hebben kunnen uitoefenen dan in grote steden. Uiteindelijk was het lidmaatschap van de schutterij een soort dienstplicht voor jongemannen uit goede families en uitermate belangrijk om een bestuurlijke carrière te kunnen maken. Het schuttersgilde is geen echt gilde (van vakbroeders), maar wordt wel vaak als zodanig aangeduid. Ik hoop dat ik zo duidelijk ben geweest. Taks 24 dec 2006 13:02 (CET)Reageren

Uitvoering Schutterstaken?

bewerken

In hoeverre heeft de tekst onder "uitvoering schutterstaken" te maken met de daadwerkelijke taken van de schutterij/gilde als burgerwacht)? Kanon staat bovendien niet als wapen genoemd in het begin en ik vraag me af of dit hier thuishoort. Joost 99 4 jul 2010 19:10 (CEST)Reageren

Geschiedenis van de schutterij

bewerken

Schutterijen en schuttersgilden (of schutbroederschappen) vinden hun oorsprong in veel gevallen in de late middeleeuwen. Ze hadden verschillende taken. Zo hadden ze een min of meer militaire functie, wat in het licht van het feodale stelsel gezien moet worden. In die zin waren ze burgerwachten die de lokale machthebbers hielpen met politietaken (opsporing, terechtstellingen) en ze beschermden tegelijk de bevolking tegen plunderende legers in oorlogstijd. Tegelijk hadden ze een relegieuze en sociale taak. Ze begeleidden processies, maar verzorgden ook de uitvaart van leden, betaalden missen voor de overledenen (wat in die tijd erg belangrijk gevonden werd, maar tevens kostbaar) en er was zorg voor de nabestaanden. In de Franse Tijd verzwakte of verdween de macht van de adel en geestelijkheid en vanaf toen kwamen de schutterijen los te staan van de machthebbers en bleef vooral de sociale functie bestaan. Ze kennen een opleving in de 19e eeuw en worden vaak verward met de 'rustende / dienstdoende schutterijen' en 'landstorm' in die periode. Deze laatste zijn wel onderdeel van de autoriteiten en zijn een soort reserveleger. De schutterijen gaan zich gedurende de 19e eeuw ook onderling meten in (schiet-)wedstrijden, zijnde schuttersfeesten. Begin 20e eeuw wordt steeds meer uniforme kleding gedragen en hier ontstaat de splitsing tussen schutterijen en gilden. In de zuidelijke helft van Limburg zijn dit militaire uniformen, integenstelling tot de 'gilden' in Noord-Limburg, Noord-Brabant en Gelderland. Ook in die tijd worden de schuttersfeesten georganiseerder door bonden op te richten en het OLS krijgt ook zijn huidige vorm. Halverwege de 20e eeuw, na WO II, worden drumbands en muziekkorpsen toegevoegd, waar dit eerder door enkele tambours gedaan werd (vaak ingehuurd). Op schuttersfeesten worden naast optocht- en schietwedstrijden, nu ook muziek- en exercitiewedstrijden gehouden. Verbeter mij als ik het fout heb. --Hoebele (overleg) 6 feb 2011 23:59 (CET)Reageren

Gelderse, Limburgse en Brabantse schutterijen

bewerken

Het lijkt me dat deze eigentijdse schutters een eigen artikel moeten creëren want dit zijn al jarenlang vervelende toevoegingen.Taks (overleg) 4 sep 2011 14:06 (CEST)Reageren

Mee eens. Joost 99 (overleg) 4 sep 2011 14:12 (CEST)Reageren

Doopsgezinden

bewerken

Even naar aanleiding van een terugdraaing van de wijziging van "doopsgezingen waren vrijgesteld" terug naar "doopsgezinden waren uitgesloten". Ik vind de vrijstelling in Leiden hier: anderen kochten een vrijstelling, bijvoorbeeld op basis van geloofsovertuiging (doopsgezinden). Ook dit boek stelt dat ze vrij werden gesteld en niet uitgesloten. Net als hier. En dubbele belastingen? Welke belastingen dienden ze dubbel te betalen. Volgens mij was het gewoon een afkoopsom. Ik zie ook wat problemen met de opsomming van ambachten, want ik ga er van uit dat al deze zaken per stad verschilde. Zo was er in Den Haag een schoolmeester (David Beck) die in 1624 probeerde onder zijn schuttersplicht uit te komen. Joost 99 (overleg) 20 apr 2012 20:01 (CEST)Reageren

Hallo Joost, het lijkt een kwestie van interpretatie, maar doopgezinden was het sinds 1534 niet toegestaan deel te nemen aan de schutterij. Dat anderen daar van maakten dat ze vrijgesteld waren kan ik niet helpen en is mogelijk een vorm van propaganda en kwam goed uit. Je hebt waarschijnlijk gelijk dat er plaatselijke verschillen waren, maar de aanleiding voor dit verbod ligt bij Jan van Leiden.Taks (overleg) 20 apr 2012 20:22 (CEST)Reageren
Dank voor de snelle reactie. Was die aanleiding in de 17e en 18e eeuw nog geldig? Is daar ook iets over na te lezen? Wat ik zelf tot nu heb gelezen en in bronnen vindt (zoals ook hier), is dat de reden de "principiële weerloosheid" van de doopsgezinden was, niet een vermeend gevaar, waar men naar ik aanneem na Jan van Leiden bang voor was. Is het stukje trouwens niet afgeleid van dit? Of zou het andersom kunnen zijn? Joost 99 (overleg) 20 apr 2012 21:26 (CEST)Reageren
Terugkeren naar de pagina "Schutterij (historisch)".