Huis Palts-Birkenfeld
Het huis Palts-Birkenfeld (Duits: Haus Pfalz-Birkenfeld) was een Duitse vorstelijke dynastie. Het huis Palts-Birkenfeld was een zijlinie van het huis Palts-Zweibrücken, een van de verschillende takken binnen Paltische linie van het huis Wittelsbach. Tussen 1569 en 1671 regeerde de dynastie over een deel van het graafschap Sponheim.
Huis Palts-Birkenfeld | ||
---|---|---|
Verheffing | 1569 | |
Stamvader | Karel I | |
Laatste heerser | Karel II Otto | |
Uitgestorven | 1671 | |
Etniciteit | Duits | |
Hoofdtak | Palts-Zweibrücken | |
Titels |
|
Geschiedenis
bewerkenOp grond van het testament van hun vader stond paltsgraaf Johan de Oudere van Palts-Zweibrücken in 1584 zijn aandeel in het achterste graafschap Sponheim af aan zijn jongere broer Karel I. Sponheim was een gemeenschappelijk bestuurd gebied, en Karel moest zijn rechten en inkomsten delen met de markgraven van Baden-Baden. In 1594 vestigde Karel zijn residentie in Birkenfeld. In 1595 sloot hij een verdrag met Eduard Fortunatus van Baden-Baden, waarin Karel I de volledige zeggenschap kreeg over de ambten Birkenfeld en Allenbach.
Karel I overleed in 1600, zijn oudste zoon George Willem volgde hem op in Birkenfeld. Karels jongste zoon Christiaan I trad in militaire dienst. In 1630 kreeg Christiaan het kleine ambt Bischweiler in het noorden van de Elzas als bruidsschat en stichtte het huis Palts-Birkenfeld-Bischweiler.
George Willem werd in 1669 opgevolgd door zijn enige zoon Karel II Otto. Karel II Otto overleed echter twee jaar later zonder als laatste mannelijke vertegenwoordiger van het vorstenhuis. De erfenis viel aan zijn achterneef Christiaan II van Palts-Birkenfeld-Bischweiler.
Stamboom en positie binnen het huis Wittelsbach
bewerkenStamboom van het huis Palts-Birkenfeld
bewerkenIn de onderstaande stamboom zijn alle leden van het huis Palts-Birkenfeld opgenomen, met uitzondering van jong gestorven kinderen. Huwelijken zijn aangegeven met het huwelijkssymbool ( ) dat twee ringen voorstelt.
- Karel I (1560–1600), vorst van Palts-Birkenfeld
Dorothea (1570–1649), dochter van Willem de Jongere van Brunswijk-Lüneburg- George Willem (1591–1669), vorst van Palts-Birkenfeld
1 Dorothea (1586–1625), dochter van Otto van Solms-Sonnewalde
2 Juliana (1616–1647), dochter van Johan van Salm-Grumbach
3 Anna Elisabeth (1603–1673), dochter van Lodewijk Eberhard van Oettingen-Oettingen- Dorothea Amalia (1618–1635)
- Anna Sophia (1619–1680), abdis van Quedlinburg
- Elisabeth Juliana (1620–1651)
- Maria Magdalena (1622–1689) Anton Günther I van Schwarzburg-Sondershausen (1620–1666)
- Karel II Otto (1625–1671), vorst van Palts-Birkenfeld
Margaretha Hedwig (1625–1676), dochter van Kraft VII van Hohenlohe-Neuenstein-Weikersheim- Charlotte Sophia Elisabeth (1662–1708)
- Hedwig Eleonora Maria (1663–1721)
- Sophia (1593–1676)
- Frederik (1594–1626)
- Christiaan I (1598–1654), vorst van Palts-Bischweiler
1 Magdalena Catharina (1607–1648), dochter van Johan II van Palts-Zweibrücken
1 Maria Johanna (1612–1665), dochter van Rudolf III van Helfenstein-Wiesensteig
- George Willem (1591–1669), vorst van Palts-Birkenfeld
Positie binnen het huis Wittelsbach
bewerkenIn de onderstaande stamboom zijn alle legitieme takken van het huis Wittelsbach opgenomen. In 1329 stelde keizer Lodewijk de Beier het Huisverdrag van Pavia op, waarin hij de Palts afstond aan de drie zoons van zijn oudere broer Rudolf I van de Palts. Hierdoor ontstonden twee linies binnen de dynastie: de oudere Paltsische en de jongere Beierse linie. In 1410 werd de Paltsische linie verder verdeeld, maar alleen de linie Simmern-Zweibrücken bleef tot de zeventiende eeuw voortbestaan. Ook in deze linie vonden delingen plaats. Het huis Palts-Birkenfeld ontstond na een deling binnen het huis Palts-Zweibrücken in 1569.
Scheyern 11e eeuw–1180 | Meranië 1153–1182 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Beieren 1180–1255 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opper-Beieren 1255–1329 | Neder-Beieren 1255–1340 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palts 1329–1410 | Beieren 1329–1349 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Keurlinie 1410–1559 | Palts-Neumarkt 1410–1448 | Palts-Simmern 1410–1459 | Palts-Mosbach 1410–1506 | Opper-Beieren 1349–1363 | Neder-Beieren 1349–1392 | Straubing-Holland 1349–1436 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palts-Simmern 1459–1685 | Palts-Zweibrücken 1459–1569 | Palts-Veldenz 1543–1694 | Beieren-Ingolstadt 1392–1445 | Beieren-Landshut 1392–1503 | Beieren-München 1392–1777 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palts-Neuburg 1569–1742 | Palts-Sulzbach 1614–1799 | Palts-Zweibrücken 1569–1605 | Palts-Birkenfeld 1569–1671 | Palts-Bischweiler 1630–(1806) | Palts-Gelnhausen 1654–(1799) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Palts-Zweibrücken 1605–1661 | Palts-Landsberg 1605–1681 | Palts-Kleeburg 1605–1731 | Beierse koningshuis (1806)–heden | Hertogen in Beieren (1799)-1968 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||