Papil van Vater
Papil van Vater (wetenschappelijke term: papilla vateri of papilla duodeni) is de plaats waar de afvoerbuis van de galblaas of galgang (ductus choledochus), de afvoerbuis van de lever (ductus hepaticus) en de afvoerbuis van de alvleesklier (ductus pancreaticus) uitmonden in de twaalfvingerige darm. Rond de papil van Vater bevindt zich een kringspier, de sfincter van Oddi, die toevoer van de spijsverterende stoffen (gal, enzymen en natriumbicarbonaat) in het spijsverteringskanaal regelt.
Papil van Vater | ||||
---|---|---|---|---|
papilla duodeni major, papilla Vateri | ||||
Binnenkant de twaalfvingerige darm, met de papil van Vater
| ||||
|
De papil bevindt zich in de twaalfvingerige darm vlak na de uitgang van de maag en is te herkennen aan een verdikking in het slijmvlies van de twaalfvingerige darm.
De naam komt van de Duitse anatoom Abraham Vater,[1] die de structuur in 1720 voor het eerst beschreef.
- ↑ ResearchGate--Illuminating the life and scientific work of Abraham Vater (1684-1751)