Paradox van tolerantie
De paradox van tolerantie stelt dat een samenleving die onbegrensd tolerant is, uiteindelijk haar tolerante karakter zal kwijtraken onder invloed van de intoleranten.
Besprekingen
bewerkenDe filosoof Karl Popper heeft de paradox in 1945 gedefinieerd in de vierde noot van het zevende hoofdstuk van De open samenleving en haar vijanden - Deel I De betovering van Plato:
Minder bekend [dan andere paradoxen] is de paradox van de tolerantie: onbeperkte tolerantie moet leiden tot het verdwijnen van tolerantie. Als we ongelimiteerd tolerant zijn, zelfs jegens hen die zelf intolerant zijn, als we niet bereid zijn een tolerante samenleving te verdedigen tegen de aanvallen van de intoleranten, dan zullen de toleranten te gronde gaan, en de tolerantie met hen.[1]
Over de grenzen van tolerantie jegens intolerantie zegt Popper het volgende:
Hiermee bedoel ik niet dat we, bijvoorbeeld, de uitingen van intolerante filosofieën altijd moeten onderdrukken; zolang we die met rationele argumenten kunnen bestrijden en ze met behulp van de publieke opinie onder controle kunnen houden, zou verbieden zeker onverstandig zijn. Maar we moeten wel het recht opeisen ze te verbieden, zo nodig zelfs met geweld. Het kan namelijk heel goed zijn dat zij niet bereid zijn een rationele discussie met ons aan te gaan, maar elke vorm van discussie juist van de hand wijzen; zij kunnen hun volgelingen verbieden naar rationele argumenten te luisteren omdat die misleidend zouden zijn, en hun leren argumenten te beantwoorden met de vuist of met vuurwapens. We moeten dan ook uit naam van de tolerantie het recht opeisen de intoleranten niet te tolereren. We moeten stellen dat elke beweging die intolerantie predikt, zichzelf buiten de wet stelt, en we moeten het aanzetten tot intolerantie en vervolging als crimineel beschouwen, net zoals we het aanzetten tot moord, kidnapping of terugkeer van de slavenhandel als crimineel moeten beschouwen.[2]
In 1971 schreef filosoof John Rawls in het boek A Theory of Justice dat een samenleving in beginsel tolerant moet zijn jegens intolerantie, immers zou een samenleving anders zelf intolerant, en dus onrechtvaardig zijn. Echter geeft Rawls, in lijn met Popper, aan dat een samenleving een recht op zelfbehoud heeft dat het beginsel van tolerantie kan overstijgen:[3]
Hoewel een intolerante sekte zelf weliswaar geen recht van klagen heeft over intolerantie, mag haar vrijheid evenwel alleen ingeperkt worden als de toleranten werkelijk en met reden geloven dat hun eigen veiligheid en die van de instituties van vrijheid op het spel staan.
In het werk On toleration maakt Michael Walzer de kanttekening dat religieuze minderheidsgroepen veel voordeel hebben van tolerantie maar vaak zelf intolerant zijn. Echter kan een tolerant bestel deze mensen helpen bij het zich eigen maken van tolerantie, of op zijn minst aansporen zich te gedragen alsof ze die tolerantie bezitten.[4]
Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Paradox of tolerance op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
- ↑ Karl Popper (2020). De open samenleving en haar vijanden. Lemniscaat, Rotterdam, p. 628. ISBN 9789047702177 "Less well known [than other paradoxes] is the paradox of tolerance: Unlimited tolerance must lead to the disappearance of tolerance. If we extend unlimited tolerance even to those who are intolerant, if we are not prepared to defend a tolerant society against the onslaught of the intolerant, then the tolerant will be destroyed, and tolerance with them."
- ↑ Karl Popper (2020). De open samenleving en haar vijanden. Lemniscaat, Rotterdam, p. 628-629. ISBN 9789047702177 "In this formulation, I do not imply, for instance, that we should always suppress the utterance of intolerant philosophies; as long as we can counter them by rational argument and keep them in check by public opinion, suppression would certainly be most unwise. But we should claim the right to suppress them if necessary even by force; for it may easily turn out that they are not prepared to meet us on the level of rational argument, but begin by denouncing all argument; they may forbid their followers to listen to rational argument, because it is deceptive, and teach them to answer arguments by the use of their fists or pistols. We should therefore claim, in the name of tolerance, the right not to tolerate the intolerant. We should claim that any movement preaching intolerance places itself outside the law and we should consider incitement to intolerance and persecution as criminal, in the same way as we should consider incitement to murder, or to kidnapping, or to the revival of the slave trade, as criminal."
- ↑ (en) John Rawls (1971). A Theory of Justice. Belknap Press, Cambridge (Massachusetts). ISBN 9780674000780 "While an intolerant sect does not itself have title to complain of intolerance, its freedom should be restricted only when the tolerant sincerely and with reason believe that their own security and that of the institutions of liberty are in danger."
- ↑ (en) Michael Walzer (1997). On toleration. Yale University Press, New Haven (Connecticut). ISBN 0268018979.