De pensioenkloof is het verschil in het bedrag aan pensioen dat vrouwen respectievelijk mannen ontvangen. Het kan worden berekend als het verschil tussen het gemiddelde mannenpensioen en het gemiddelde vrouwenpensioen, uitgedrukt als een percentage van dat van de man. De kloof bedraagt volgens gegevens uit 2021 gemiddeld 26% in de OESO-landen.

Het verschil met een pensioengat is dat deze laatste kan optreden in een individuele situatie.

Achtergrond

bewerken

De pensioenkloof haalt minder snel de krantenkoppen dan de loonkloof, maar het probleem is niet minder urgent, aldus Margaret Franklin, voorzitter en CEO van het Chartered Financial Analysts Institute. De kloof zou volgens haar opgelost moeten worden voordat meer vrouwen die met pensioen gaan in een armoedeval terechtkomen.

De pensioenkloof kent verschillende oorzaken. Er is in alle regio's van de wereld sprake van aanzienlijke verschillen.

Schattingen voor Groot-Brittannië duiden erop dat de kloof tussen mannen en vrouwen in 2019-2020 is toegenomen tot 37,9%, wat meer dan tweemaal zo groot is als de loonkloof tussen mannen en vrouwen (15,5%). Gepensioneerde vrouwen hebben in de UK een 72% lager pensioeninkomen dan mannen. De gemiddelde pensioenpot van een vrouw in Groot-Brittannië bij pensionering is op grond van cijfers uit 2021 minder dan de helft van die van een man.

De pensioenkloof tussen mannen en vrouwen houdt verband met de loonkloof. Door de loonkloof alleen al bouwen vrouwen een lager pensioen op. De pensioenkloof is vooral groot in sectoren waar traditioneel meer vrouwen dan mannen in werken. Deze kloof heeft uiteraard veel meer gevolgen voor alleenstaande vrouwen dan voor vrouwen met een mannelijke partner.

Uit Europese gegevens (voor 27 EU-landen, 2021) blijkt dat de pensioenkloof het grootst is in Luxemburg, waar vrouwen 44% minder pensioen ontvingen, gevolgd door Malta en Nederland (beide 40%),[1] Cyprus (39%), Oostenrijk (37%) en Duitsland (36%). Japan heeft een kloof van 50% en die van Canada bedraagt ongeveer 22%.

Oorzaken

bewerken

Een aantal structurele, culturele en gedragsfactoren dragen bij aan de pensioenkloof, waaronder:

  • onevenwichtigheid in het niveau waarop gespaard wordt voor de pensioenpot
  • verschillen in loonsverhogingen ("de loonsverhogingskloof tussen mannen en vrouwen").
  • indirecte genderdiscriminatie die in het pensioenstelsel is ingebouwd. Miljoenen vrouwen lopen een pensioen uit hun arbeidsverleden mis omdat ze niet in aanmerking komen voor automatische deelname aan de regeling in het bedrijf waar ze werken, omdat ze in laagbetaalde banen of in meerdere deeltijdbanen werken.
  • gescheiden vrouwen kunnen doordat ze vanwege de zorg voor hun gezin lange tijd niet gewerkt hebben, of een kleine deeltijdbaan hadden een pensioeninkomen mislopen.
  • inconsistent gebruik van ouderschapsverlof. Uit onderzoek blijkt als meer mannen ouderschapsverlof zouden opnemen, dit de pensioenkloof zou verkleinen.
  • gebrek aan toegang tot betaalbare kinderopvang. Dit beperkt de kansen op werk van vrouwen. De vaak door vrouwen betaalde kosten voor de kinderopvang hebben tot gevolg dat deze vrouwen minder besteedbaar inkomen hebben om te sparen voor hun pensioen. Dit is in Nederland minder aan de orde, omdat daar sprake is van veelal verplichte deelname aan pensioenfondsen.
  • verschillen in het nemen van risico's tussen vrouwen en mannen, in hoeverre zij financieel bestand zijn tegen het nemen van risico's en tenslotte financiële geletterdheid,
  • lagere lonen in door vrouwen gedomineerde sectoren, zoals de horeca, de gezondheidszorg en het onderwijs.