Al aan het begin van de zeventiende eeuw vluchtten Asjkenazische Joden uit Polen naar de Nederlanden.[3] Vanaf het openen van de Limburgse mijnen tot begin jaren 1960 vestigden zich grote groepen Poolse mijnwerkers in Zuid-Limburg. Brunssum werd het centrum van de bloeiende Poolse kolonie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vochten de Poolse 1e Pantserdivisie van generaal Stanisław Maczek en de 1e Onafhankelijke Parachutistenbrigade van generaal Stanisław Sosabowski als onderdeel van de geallieerde troepen voor de bevrijding van Nederland. De eerste trok in de herfst van 1944 het zuiden van Nederland binnen en verdreef succesvol de Duitse bezetter. Vooral generaal Maczek is in de Nederlandse herinnering gebleven; hij bevrijdde Breda zonder de stad te beschadigen en met minieme burgerverliezen. Een veel moeilijker taak had de parachutistenbrigade van generaal Sosabowski, die in september 1944 bij Driel in het kader van Operatie Market Garden werd gedropt. Deze gewaagde militaire operatie slaagde niet in het beoogde einddoel, namelijk het veroveren en behouden van de verbinding over de Rijn te Arnhem. Wel werden steden in Noord-Brabant tijdens de opmars van grondtroepen daarheen bevrijd. Begraafplaatsen door heel Nederland herinneren aan de Poolse bevrijdingsinspanningen. Vele Poolse soldaten bleven na de oorlog in Nederland wonen.[4][5]
In Breda en omgeving komen nog Poolse achternamen bij Nederlanders voor, dankzij de Poolse militairen die daar na de Bevrijding bleven, of weer vertrokken: een regionale bekendheid betreft Jos Koniuszek, verdienstelijk atleet, voormalig eigenaar van een plaatselijk bekende sportwinkel en tevens lokaal politicus te Breda: zijn vader was een militair uit de Poolse brigade in Breda [6]
Tijdens de opkomst van Solidarność begin jaren tachtig en de daaropvolgende versoepeling van de uitreismogelijkheden, kwam wederom een groep (meestal hoogopgeleide) Polen naar Nederland. Vooral na het uitroepen van de staat van beleg door generaal Jaruzelski bleven relatief veel Polen achter in Nederland.
Voor de toetreding van Polen tot de Europese Unie in 2004 waren al Polen werkzaam in Nederland. Een klein deel van de Polen had historisch een dubbele nationaliteit en was daardoor in het bezit van een Duits paspoort dat het mogelijk maakt legaal in lidstaten te werken [7][8].
Sinds de toetreding van Polen tot de Europese Unie in 2004 vestigen steeds meer Polen zich in Nederland. Ze werken meestal in de landbouw, logistiek of de bouw, maar ook als au pair, verpleegkundige of in de horeca. Werkgevers zijn positief over het arbeidsethos en de lage loonkosten van Poolse werknemers. Verspreid over het zuiden en westen van Nederland zijn Poolse cafés en kleine Poolse supermarkten geopend. Winkels van supermarktketens in met name het Westland, Limburg en de grote steden hebben (een schap met) een assortiment Poolse producten.[9][10] Polen blijken het Nederlands relatief snel op te pikken als ze eenmaal besloten hebben dat ze in Nederland blijven wonen. Herhaalde anekdotes over overlast door dronken Polen zijn niet in die mate terug te vinden in de politiecijfers.[11] Desondanks meende de Partij voor de Vrijheid dat het nodig was om een 'Polenmeldpunt' in te stellen. Er bleek weinig belangstelling voor.[12] Een aantal werkgevers verzorgt de huisvesting van hun Poolse werknemers, vaak op campings. In december 2007 werd hiertoe in Wateringen het eerste Polenhotel in gebruik genomen.[13]
In totaal verblijven circa 250.000 mensen van Poolse herkomst in Nederland.
In juni 2016 waren 150.000 mensen van Poolse herkomst in Nederland ingeschreven als inwoner. Hierbij zijn 120.000 (eerste-generatie-)immigranten en 30.000 mensen die in Nederland geboren zijn met minstens een Poolse ouder. De Polen vormen hiermee de tweede grootste groep buitenlandse EU-burgers in het land (na de Duitsers) en de zesde grootste groep van allochtone herkomst in het algemeen.
Naast 160.000 ingeschrevenen in januari 2017 zijn ook circa 90.000 mensen van Poolse herkomst werkzaam in Nederland en alleen ingeschreven als niet-ingezetene in de Basisregistratie Personen.[15]
In absolute cijfers heeft Den Haag, met bijna 12.000, het grootste aantal Poolse ingezetenen. Het aandeel Polen in het bevolkingsregister is echter het hoogst in Zeewolde (4,3%).[2] Door het ontbreken van niet-ingezetenen in deze cijfers kan een gemeente echter een hoger aantal of percentage inwoners van Poolse herkomst hebben.[16] Ook onderlinge vergelijkingen tussen gemeentes kunnen om die reden spaaklopen.