Portaal:Filosofie/Uitgelicht 12
Presocratische filosofie is de naam die gegeven wordt aan de oud-Griekse wijsbegeerte die aan Socrates (469–399 v.Chr.) voorafging. Daartoe behoren overigens ook enkele tijdgenoten van Socrates (zoals Democritus) die wegens hun denken toch gerekend worden tot deze groep van presocraten of presocratici. (Oudgrieks: "προσωκρατικοι φιλόσοφοι" - prosôkratikoì philósophoi = voorsocratische filosofen.)
Met dit oud-Griekse prosocratische denken begint a.h.w. vanaf ongeveer 600 voor onze jaartelling in de Griekse kolonies rond de Vooraziatische Kust, op Sicilië en in de Laars van Italië de zogeheten westerse filosofie.
Van groot belang voor herontdekking van en belangstelling voor deze wijsbegeerte is de uitgebreide driedelige uitgave van Hermann Diels, Die Fragmente der Vorsokratiker uit 1903, na honderd jaren nog steeds het standaardwerk wat betreft de overgeleverde teksten. Aan deze publicatie heeft ook de term presocratische filosofie haar populariteit te danken. Daarnaast hebben ook de colleges en geschriften van de Duitse filosoof Martin Heidegger vanaf de Jaren Dertig veel bijgedragen tot nadere bestudering, hoewel sommige van diens interpretaties omstreden zijn.
De indeling van de Griekse filosofie in presocratisch en socratisch denken berust op een dictum van Marcus Tullius Cicero (106–43 v.Chr.) dat "Socrates de wijsbegeerte van de hemel naar de aarde heeft gehaald": ontologie ("zijnsleer") wordt vervangen door meer "practische filosofie". Tegen Cicero's stelling valt nogal wat in te brengen omdat beide elementen in de twee richtingen aanwezig zijn.