Portaal:Súdwest-Fryslân/Persoon uitgelicht
01 Haijo Apotheker 02 Grutte Pier 03 Pieter Sjoerds Gerbrandy 04 Harinxma’s 05 Willem Santema 06 Rienck Bockema 07 Eelco Napjus 08 Jacob Visser 09 Reynier van Tzum 10 Sybrand van Haersma Buma 11 Jopie Huisman 12 Ludolf Rasterhoff
Harm Haijo Apotheker (Loppersum, 5 juni 1950) is burgemeester van Súdwest-Fryslân voor D66. Hij studeerde sociologie en was eerder burgemeester van Muntendam, Veendam, Leeuwarden en Steenwijkerland. In Muntendam en Leeuwarden was hij in eerste instantie niet gewild. Als minister van Landbouw in het tweede kabinet-Kok stapte hij na tien maanden op, wegens onoverkomelijkheden in de Haagse politiek. Vanaf 2010 was Apotheker burgemeester van Sneek en vanaf 2011 van de fusiegemeente Súdwest-Fryslân. |
Pier Gerlofs Donia, oftewel Grutte Pier, (Kimswerd, ca. 1480 – Sneek, 28 oktober 1520) was een Friese krijgsheer, vrijheidsstrijder en volksheld. Pier geniet de reputatie van een legendarische krijger en een belangrijke historische figuur in de geschiedenis van Friesland en wordt daarom ook vermeld in de Canon van Friesland. In diverse bronnen worden hem een reusachtige gestalte en een bovenmenselijke kracht toegeschreven. Pier en zijn neef Wijerd Jelckama waren de aanvoerders van het rebellenleger de Arumer Zwarte Hoop (Gelderse Friezen) bij de Tweede Belegering van Medemblik in 1517. |
Pieter Sjoerds Gerbrandy (Goënga, 13 april 1885 – Den Haag, 7 september 1961) was minister-president van Nederland gedurende de Tweede Wereldoorlog. De gereformeerde Gerbrandy werd geboren in het dorpje Goënga bij Sneek. In 1918 maakte hij, als reserve-kapitein, deel uit van de eerste groep vrijwillige militairen die naar Den Haag kwamen na Troelstra's poging de socialistische revolutie uit te roepen om deze de kop in te drukken. In 1939 werd hij minister van justitie in het kabinet-De Geer II. Hij vluchtte op 13 mei 1940 met het kabinet naar het Verenigd Koninkrijk en werd in september 1940 door koningin Wilhelmina eigenhandig tot premier benoemd in de zogenaamde Londense kabinetten. |
Het geslacht Van Harinxma was een belangrijke familie in de Zuidwesthoek van Friesland. In de tweede helft van de 15e eeuw werd de familie, samen met de geslachten Siaerda en Juwinga, gerekend tot de machtigste families van Friesland. De familie had het zeggenschap over Sneek en behoorden tot de partij van Schieringers. In Sneek had de familie een erfelijke positie als schepen. Hiernaast beheersten zij ook IJlst en Sloten en had men steunpunten in dorpen als Heeg en Woudsend. Tot 1399 was men onder meer woonachtig op de Rodenburg-stins in Sneek. Hierna woonde men onder meer op de Harinxma State ten noorden van de stad en de Bonningastins te Loënga. |
Willem Santema (Scharnegoutum, 2 maart 1902 – Vught, 10 augustus 1944) was een Nederlands verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog. Santema was een van de oprichters van de "Verzetsgroep Lever", een verzetsgroep uit Sneek rond de familie Lever. In januari 1943 verhuisde hij naar Amsterdam. Santema nam de schuilnaam Ype Brandsma aan en kwam zogenaamd uit Workum. Hij werd de belangrijkste verspreider van het illegale blad Trouw, en was in april 1943 een van de oprichters van de Raad van Verzet. Op 23 december 1943 werd hij door de Sicherheitsdienst gearresteerd. Hij werd op 10 augustus 1944 te Vught gefusilleerd. |
Rienck Bockema, of Renick, Rewenich, (1350 – Thabor 29 februari 1436) was een heerschap en ridder uit Sneek. Bockema beheerste Sneek van zijn huis Rodenburg uit. Hij vocht tegen Turken en Litouwers, werd ridder en pelgrimeerde naar Jeruzalem. Albrecht van Beieren verhief hem in 1398 tot baljuw over een groot gebied, maar van 1399-1402 was hij balling in Holland. Hij stichtte in 1406 het klooster Thabor en trad hier 1410 zelf in. Zijn schoonzoon Agge Harinxma volgde hem op als hoofdeling. |
Eelco Napjus (Sneek, 2 november 1728 – aldaar, 2 september 1803) was majoor en executeur van de stad Sneek en een van de bekendste geschiedschrijvers van deze stad. In 1772 heeft Napjus de geschiedenis van Sneek beschreven. Dit werk staat bekend als de Kroniek van Napjus. Het stuk is zakelijk en kort van stof over een grote verscheidenheid van onderwerpen, maar geeft hierdoor een goed beeld van de historie van de Friese stad. De kroniek kent een aantal lofdichten aan het adres van de schrijver. Deze zijn hem bij de verschijning van de kroniek gewijd en zijn onder meer geschreven door zijn zoon Leonardus. |
Jacob Visser, volledig Jacob Sjoukes Visser (Sneek, onbekend – aldaar, onbekend) is een bekende persoon in de omgeving van Sneek. Hij speelt een belangrijke rol in de historie van de Sneekweek en de Hardzeildag in Sneek. Begin 1800 werd de Sneker Jacob Visser in Franse krijgsdienst genomen. Aan het eind van de Franse bezetting werd hij doodgewaand. Later in 1814 was een levensteken van hem reden voor de Sneker bevolking om Jacob Visser feestelijk te ontvangen. Hij was op weg naar huis en die weg ging toen nog over water. In allerijl werd een feestelijke boottocht vanuit Sneek georganiseerd. De zeilpartij viel zo in de smaak dat besloten werd in het vervolg weer elk jaar een dag met feestelijke zeilwedstrijden en -plechtigheden te organiseren op de woensdag die het dichtst lag bij de verjaardag van de nieuwe vorst koning Willem I. Dit werd de Sneeker Hardzeildag, welke de opvolging vormen van het Sneeker Admiraalzeilen. Later zal de zeilwedstrijd worden uitgebreid tot de huidige Sneekweek. |
Reinier van Tzum of Tzom; ook bekend als Reijnjer van't Zum, (Tzum, ca. 1600 – IJlst, 21 september 1670) werkte in dienst van de VOC. Hij diende als onderkoopman in Siam en als Opperhoofd van de factorij in Dejima. Op de terugreis strandde het schip bij Kaap de Goede Hoop. Van Tzum werd in 1656 benoemd als burgemeester van IJlst, na ingreep van de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz. In 1648 was hij terug in Nederland en trouwde hij met Margaretha van Æsgema in Cornjum. Van Tzum was heftig van aard, meermaals moest hij verschijnen voor de kerkenraad als er in de plaatselijke herberg De Drie Rozennobels was gevochten en Van Tzum was opgetreden. | Sybrand van Haersma Buma (Workum, 30 juli 1965) is een Nederlandse politicus van het CDA. Momenteel is hij fractievoorzitter in de Tweede Kamer. Op 18 mei 2012 werd Van Haersma Buma gekozen tot partijleider, waarna hij eind juni formeel werd. Eerder deelde hij het partijleiderschap van het CDA met vicepremier en minister Maxime Verhagen en partijvoorzitter Ruth Peetoom. Sybrand van Haersma Buma stamt uit het Friese patriciërsgeslacht Buma. Hij is de zoon van Bernhard van Haersma Buma en kleinzoon van Sybrand Marinus van Haersma Buma. |
Jotje (Jopie) Huisman (Workum, 18 oktober 1922 –- Workum, 29 september 2000) was een Nederlands kunstschilder en tekenaar. Huisman werd geboren als jongste van een gezin met zeven kinderen. Vanaf zijn jeugd tekent Huisman wat hij om zich heen ziet en wat hem raakt. Later wordt hij in Herbaijum oud ijzer- en voddenkoopman. Hij bewaarde schoenen, gewichten, vodden, poppen, kortom alles wat hem op een of andere manier aansprak en schilderde dat minutieus na. Hij verkocht zijn schilderijen nooit, maar gaf ze weg aan vrienden en mensen die het volgens hem verdienden. Sinds 1986 zijn de schilderijen te zien in het Jopie Huisman Museum dat op 14 december 2008 zijn 2 miljoenste bezoeker binnen zag komen. | Ludolf Rasterhoff (Leens, 7 april 1905 – Sneek, 6 mei 1975) was een Nederlands politicus van de Christelijk-Historische Unie (CHU), vezetsman in de Tweede Wereldoorlog en voormalig burgemeester van Sneek. Tijdens de Sneker Bloednacht stond Rasterhoff op de dodenlijst van de Duitsers. Op 15 april 1945 werd de stad Sneek bevrijd van de Duitse overheersers. Die dag werd Rasterhoff belast met het ambt van waarnemend burgemeester van de stad. In de nacht van 5 op 6 mei 1975 overleed Rasterhoff in Sneek. Van zijn overlijden werd met groot leedwezen kennisgenomen. Burgemeester Bernhard van Haersma Buma, die Rasterhoff op volgde, riep de gemeenteraad van de stad op 7 mei 1975 in een extra zitting bijeen. |