Portaal:Steden/Uitgelicht stad Internationaal/15
Boedapest (Hongaars: Budapest) is de hoofdstad van Hongarije. De stad is gelegen aan weerszijden van de Donau en telt ruim 1,8 miljoen inwoners. De stad bestaat uit twee delen: Boeda (met Óbuda, op de rechteroever van de Donau) en Pest (op de linkeroever), die in 1873 werden verenigd. De stad herbergt bijna 20% van alle inwoners van Hongarije en speelt in dat land een dominante rol op bijna alle gebieden (bestuur, handel, industrie, verkeer, cultuur). Het is daarnaast het belangrijkste verkeersknooppunt en (in toenemende mate) het culturele hart van Centraal-Europa.
Beide oevers van de Donau werden al door de Romeinen bewoond: op de plaats van het huidige stadsdeel Óbuda lag Aquincum, en op de plaats van Pest het kleinere Contra-Aquincum. De Hongaren verschenen pas eeuwen later, tegen het jaar 900. Boeda, dat strategisch op een heuvel ligt, kreeg in 1247 een kasteel en werd in 1361 de hoofdstad van het koninkrijk Hongarije.
De Turken namen Boeda in 1541 in. De stad was vanaf 1686 in Oostenrijkse handen. In 1787 komt Hongarije onder Habsburgs bewind, dat tot 1918 aan de macht blijft, zij het dat vanaf 1867 Oostenrijk en Hongarije gelijkwaardige partners zijn binnen Oostenrijk-Hongarije. In deze periode maakt met name Pest een enorme groei door. De bevolking bedroeg rond 1900 730.000 zielen.
De twintigste eeuw bracht nieuwe stadsuitbreidingen (Újpest, Kispest, Angyalföld), maar vooral dramatische gebeurtenissen als de deportatie en vernietiging van grote delen van de omvangrijke joodse gemeenschap, de bevrijding (maar feitelijk nieuwe bezetting) door de Sovjet-Unie en het neerslaan van de Hongaarse Opstand in 1956 door diezelfde Sovjet-Unie. Deze gebeurtenissen hebben alle hun sporen in het stadsbeeld nagelaten.
Sinds in 1989 in Boedapest de Republiek Hongarije werd uitgeroepen, is de stad het decor van ingrijpende hervormingen. De terugkeer van de markteconomie heeft het stadsbeeld zeer verlevendigd.